Burgemeester zijn
Inhoud van deze pagina
Bevoegdheden
Als burgemeester moet je alle vele markten thuis zijn. Je bent het gezicht van de gemeente en het aanspreekpunt voor velen. Je leidt en inspireert de bestuursploeg. Het soort leiderschap dat jij hanteert, kleurt de organisatie. Werk je vanuit vertrouwen of eerder vanuit controle? Wil je zoveel mogelijk zelf doen of ga je voor een ruime delegatie? Zit je in een politiek stabiel bestuur? Is er een goed geoliede en professionele administratie? Kortom, er zijn zoveel elementen die jouw mandaat beïnvloeden dat er geen blauwdruk is die voor iedereen past.
In een notendop: Je bent voorzitter van het college van burgemeester en schepenen en van het vast bureau en uiteraard ook raadslid. Als burgemeester ben je belast met de uitvoering van de wetten en de decreten in de gemeente. Je bent hoofd van de bestuurlijke politie en verantwoordelijk voor de veiligheid op het grondgebied van de gemeente. Je bent eventueel ook ambtenaar van burgerlijke stand. Maakt je gemeente deel uit van een meergemeentepolitiezone dan ben je ook lid van het politiecollege en de politieraad. Omdat ook de brandweer intergemeentelijk georganiseerd is, is elke burgmeester bovendien ook lid van de zoneraad van de hulpverleningszone (de brandweer dus). De zoneraad is vergelijkbaar met de gemeenteraad. Uit de leden van de zoneraad wordt het zonecollege samengesteld. Dit college is vergelijkbaar met het college van burgemeester en schepenen van een gemeente.
Naast de eigenheid van jouw gemeente en de verplichtingen van het mandaat is er ook nog je persoonlijkheid. Burgemeester ben je 24 uur op 24 en 7 dagen op 7. Doseren en een evenwicht houden met je privé-leven en andere activiteiten is een absolute noodzaak want anders brand je snel op. Omring je dus met de juiste mensen.
Onze belangrijkste bron is het decreet lokaal bestuur(opent nieuw venster) (DLB) met de daarin opgesomde bevoegdheden van de burgemeester. Daarnaast blijven enkele bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet(opent nieuw venster) (NGW) van groot belang. De federale overheid blijft immers bevoegd voor welomschreven zaken, zoals onder meer politie en brandweer. Zeker voor de burgemeesters is dit belangrijk, gegeven hun verantwoordelijkheid op het vlak van veiligheid. Maar ook andere wetten en decreten geven de burgemeester vaak specifieke bevoegdheden. We overlopen hier kort de bepalingen uit het DLB en de NGW.
De regelgeving zegt dat de burgemeester bevoegd is voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale en de Vlaamse overheid, tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen. Het Decreet Lokaal Bestuur herneemt op dat vlak de opsomming uit de Nieuwe Gemeentewet. De burgemeester is bevoegd voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.
Een zeer specifieke bevoegdheid is de bevoegdheid om dringende politieverordeningen te nemen.
Om die redenen spreken we over de uitvoerende bevoegdheid en de verordenende bevoegdheid van de burgemeester.
- uitvoerend: dat is dus algemene regel die de verantwoordelijkheid voor het toepassen van de regelgeving (de regelgeving in het algemeen) bij de burgemeester legt.
- verordenend: dat wil zeggen dat de burgemeester in welbepaalde gevallen en volgens de daaraan gekoppelde voorwaarden, verplichtingen kan opleggen die de individuele maatregelen overschrijden. Het gaat hier dan om het maken van politieverordeningen (of met een ander woord: politiereglementen). In principe ligt de bevoegdheid voor het maken van reglementen en verordeningen bij de gemeenteraad. Maar in uitzonderlijke en dringende gevallen kan de burgemeester deze nemen. Eigenlijk is de bevoegdheid om verordeningen te maken dus ook een uitvoering van regelgeving omdat het zo is bepaald.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je als burgemeester alles zelf moet doen maar wel dat je moet zorgen dat decreten en wetten worden toegepast. Dus anders gezegd dat het personeel van het lokaal bestuur doet wat er wettelijk geregeld en opgelegd wordt. De hoeveelheid en de complexiteit van de regelgeving maakt dat dit een serieuze uitdaging is. Tel daarbij ook de talrijke wijzigingen van regels en meteen is duidelijk dat je moet kunnen steunen op een deskundige medewerkers met de algemeen directeur aan het hoofd.
Je gemeente kennen, weten waar problemen zijn, goede informatiedoorstroming, daadkrachtig optreden, kunnen rekenen op de medewerkers enz. dat vraagt een goede organisatie, zowel van jezelf als van je bestuur. Op deze wijze kan je snel ingrijpen en de meest gepaste maatregelen nemen.
Het decreet lokaal bestuur legt volgende taken op aan de burgemeester:
- voorzitten van de vergaderingen van het college en vast bureau, de vergaderingen openen en sluiten;
- het dringend bijeenroepen van het college of vast bureau;
- de voorzitter van de gemeenteraad vragen de raad bijeen te roepen met punten die uitsluitend betrekking hebben op de eigen bevoegdheden (Deze bevoegdheid heb je als voorzitter van het vast bureau niet voor de OCMW-raad). Het gaat dus gewoonlijk om beslissingen in het kader van veiligheid. Bv. De bekrachtiging van hoogdringende politieverordening (zie verder).
- mondelinge en schriftelijke vragen van raadsleden beantwoorden;
- de eed afnemen van de schepenen (dit zal veranderen en na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 door de raadsvoorzitter gebeuren);
- de notulen van het college en het vast bureau, de reglementen, verordeningen, beslissingen en akten van de burgemeester, de voorzitter van het vast bureau, het college en het vast bureau ondertekenen samen met de algemeen directeur;
- de briefwisseling van gemeente (als burgemeester) en OCMW (als bureauvoorzitter) ondertekenen, behalve als die betrekking heeft op de raden, de maatschappelijk werkers van het OCMW, de financieel directeur en de personeelsleden aan wie bevoegdheden zijn toevertrouwd (delegeerbaar);
- verantwoordelijk voor het bekendmaken op de gemeentelijke website van de besluiten van de gemeente- en OCMW-raad, het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau, de burgemeester, de voorzitter van het vast bureau, de raden van bestuur van de autonome gemeentebedrijven en de algemene vergadering en de raad van bestuur van de welzijnsvereniging die in de gemeente haar zetel heeft;
- de oprichtingsakte van een projectvereniging, dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging verlijden.
- bijwonen van het managementteam met raadgevende stem (delegeerbaar);
- de eed afnemen van het personeel (delegeerbaar), met uitzondering van de algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur, de financieel directeur (deze drie leggen de eed af in handen van de gemeenteraadsvoorzitter) en de maatschappelijk werkers van het OCMW (in handen van de voorzitter van de OCMW-raad).
Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat elk bestuur een afsprakennota moet maken. Hierin leggen het politiek bestuur en het managementteam vast hoe ze samenwerkenom de beleidsdoelstellingen te realiseren. Ook de afspraken over omgangsvormen tussen het bestuur en de administratie en de wijze waarop de algemeen directeur de bevoegdheden uitoefent die aan hem of haar zijn gedelegeerd door het college krijgen een plaats in de afsprakennota.
Het lijkt misschien het zoveelste verplichte document maar het is een goede gelegenheid om als burgemeester, samen met de algemeen directeur, het initiatief te nemen om na te denken over de samenwerking. Niet zelden ontstaan er ergernissen over gebrekkige informatie-uitwisseling, bemoeienissen en dergelijke. Zeker bij wissels is het zinvol om zulke afspraken opnieuw onder de aandacht te brengen of eventueel aan te passen.
Modeldocumenten:
Het opmaken van de akten van de burgerlijke stand(opent nieuw venster) en het houden van de registers behoren bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid. De burgemeester, of een daartoe door het college aangewezen schepen, is ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit betekent dat je verantwoordelijk bent voor het opmaken van de akten en het bijhouden van de registers van burgerlijke stand (geboortes, overlijdens, inschrijven in het bevolkingsregister, ...). Maar het meest zichtbare is uiteraard dat de ambtenaar van burgerlijke stand de huwelijken sluit.
Als burgemeester kan je elk gebouw dat sinds meer dan zes maanden verlaten is, opeisen om het ter beschikking te stellen van daklozen. Uiteraard kan dat maar nadat je de eigenaar hebt aangemaand. Je hebt dan zes maanden tijd, vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gebracht, en op voorwaarde dat de eigenaar een billijke vergoeding krijgt om het gebouw effectief op te eisen.
Een van de oudste en belangrijkste bepalingen over de bevoegdheid van de gemeenten vinden we terug in art. 135 §2 NGW(opent nieuw venster). Dit artikel is de rechtsgrond voor de gemeenten om politieverordeningen te maken. Maar het is ook de rechtsgrond voor jou als burgemeester om een actueel probleem aan te pakken dat niet op basis van de gemeentelijk politieverordening gevat kan worden. Het gaat steeds om individuele maatregelen om een heel welbepaald probleem op te lossen. De genomen maatregel kan elke maatregel zijn die nodig is om de toestand te normaliseren. Het is geen vrijgeleide om preventief tegen iets op te treden dat misschien wel eens een probleem zou kunnen zijn. Nee, er moet dus weldegelijk iets aan de hand zijn. Samengevat gaat het om het nemen van maatregelen met een individuele of bijzondere draagwijdte die tot doel hebben om binnen de gemeente de openbare veiligheid, openbare rust of openbare gezondheid te waarborgen en openbare overlast tegen te gaan.
Hier gebruik je dus de uitvoerende bevoegdheid, met name toepassen wat in art. 135 §2 NGW aan de gemeenten wordt gevraagd. Art. 135 §2 NGW legt op dat gemeenten moeten voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Bijvoorbeeld:
Na een hevige storm is een woning zwaar beschadigd en staat op instorten. Aangezien er gevaar is voor de voorbijgangers zal het huis zo snel mogelijk afgebroken moeten worden.
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan je als burgemeester politieverordeningen maken. Je moet deze op de volgende gemeenteraad door de raadsleden laten bekrachtigen. De verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
Een verordening geldt dus voor een welbepaalde groep, heeft een reglementair karakter, en is dus iets anders dan een individuele maatregel gebaseerd op art. 135 §2 NGW.
Bijvoorbeeld:
Tijdens de coronapandemie moesten er soms heel snel verordeningen worden genomen waardoor er geen tijd was om de gemeenteraad te laten beslissen.
Als de voorwaarden van de uitbating van de instelling of van de vergunning niet worden nageleefd, en nadat aan de overtreder de mogelijkheid werd geboden zijn verweermiddelen naar voren te brengen, kan je als burgemeester maatregelen nemen. Het gaat om de voorlopige sluiting van een instelling of de tijdelijke schorsing van een vergunning en het moet duidelijk zijn dat verdere vertraging een ernstig nadeel zou kunnen berokkenen. Ligt de bevoegdheid om in geval van hoogdringendheid een voorlopige sluiting van een instelling of de tijdelijke schorsing van een vergunning uit te spreken bij een andere overheid dan kan je dit niet zelf doen.
Die maatregelen vervallen meteen als ze door het college in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd. Zowel de sluiting als de schorsing kunnen niet langer dan drie maanden duren. Na verloop van de termijn wordt je beslissing van rechtswege opgeheven.
Bijvoorbeeld:
Een horecazaak maakt het terras groter dan vergunning toelaat waardoor voetgangers steeds minder plaats hebben.
Als burgemeester kan je beslissen een voor het publiek toegankelijke inrichting te sluiten voor de duur die jij bepaalt, als de openbare orde in de buurt ervan wordt verstoord naar aanleiding van gedragingen in die inrichting. Die maatregelen vervallen meteen als ze niet tijdens de eerstvolgende vergadering van het college worden bevestigd. De sluiting kan niet langer dan drie maanden duren. Na verloop van de termijn wordt je beslissing van rechtswege opgeheven.
Bijvoorbeeld:
De bezoekers van een café maken zoveel lawaai dat de buren er niet meer rustig kunnen slapen. Ook na overleg met de eigenaar blijft het lawaai aanhouden.
Indien er ernstige aanwijzingen zijn dat in een inrichting feiten plaatsvinden van mensenhandel of feiten van mensensmokkel kan je als burgemeester deze inrichting sluiten. Hiervoor moet je eerst overleggen met de gerechtelijke instanties en verantwoordelijke (uitbater) horen. Je bent gemachtigd om de inrichting te doen verzegelen indien het sluitingsbesluit niet wordt nageleefd. Het sluitingsbesluit breng je ter kennis gebracht van de gemeenteraad op de eerste daaropvolgende zitting. De sluitingsmaatregel duurt maximum zes maanden. Na het verstrijken van deze termijn vervalt je besluit.
Bijvoorbeeld:
Een woning wordt als transitwoning gebruikt door mensensmokkelaars.
Als burgemeester kan je, in geval van verstoring van de openbare orde een plaatsverbod aan bepaalde personen opleggen.
Het is een verbod om binnen te treden in een of meerdere duidelijke perimeters van plaatsen die als toegankelijk voor het publiek worden bepaald, gelegen binnen een gemeente, zonder evenwel het geheel van het grondgebied te beslaan (uitgezonderd de woonplaats, de plaats van het werk of de plaats van de onderwijs- of opleidingsinstelling van de overtreder).
Een plaatsverbod moet je goed voorbereiden. Tenzij het omwille van de ordehandhaving nodig is, krijgt de dader eerst een verwittiging. De verwittiging brengt de dader op de hoogte van het feit dat een nieuwe inbreuk op een identieke plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen aanleiding zal kunnen geven tot een plaatsverbod. Het gaat om de verstoring van de openbare orde of overlast door:
- individuele of collectieve gedragingen;
- herhaaldelijke inbreuken op de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen;
- het plaatsverbod duurt een maand, en is tweemaal hernieuwbaar.
Als burgemeester ben je bevoegd om een inrichting te sluiten indien er ernstige aanwijzingen zijn dat er terroristische activiteiten plaatsvinden. Uiteraard moet je deze beslissing zorgvuldig voorbereiden:
- voorafgaand overleg met de gerechtelijke instanties;
- de verantwoordelijke van de inrichting op voorhand horen.
Het sluitingsbesluit wordt op de eerstvolgende zitting bekrachtigd door het college van burgemeester en schepenen. De sluitingsmaatregel duurt maximum zes maanden. Je bent gemachtigd de inrichting te doen verzegelen indien het sluitingsbesluit niet wordt nageleefd.
Behalve de bevoegdheden uit het decreet lokaal bestuur en de nieuwe gemeentewet zijn er uiteraard nog de vele sectorale regels die heel specifieke taken aan de burgemeester geven. Denk bijvoorbeeld aan de wet op de geïntegreerde politie (WGP) de wet op de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-wet), de wet op de civiele veiligheid, de noodplanning, de milieuwetgeving, het afleveren van vergunningen, enz. Veiligheid is en blijft veruit de belangrijkste invalshoek: op vlak van bestuurlijke handhaving zijn (voorjaar 2023) nog wijzigingen op komst.
Als burgemeester en voorzitter van het vast bureau moet je heel veel stukken tekenen. Je kan zelfs beslissen om het ondertekenen van bepaalde stukken te delegeren naar iemand anders van het college (vast bureau). De VVSG maakte een model dat gebruikt kan worden om de taak tot ondertekenen te delegeren.
Rechten en plichten
Als burgemeester ben je ook raadslid van gemeente en OCMW. Je hebt dus dezelfde rechten en plichten. In de feiten zijn er wel een aantal verschillen:
- Aangezien het o.a. de taak is van het college om de punten voor te bereiden van de gemeenteraad, zal je bijvoorbeeld veel sneller dan de raadsleden toegang hebben tot die stukken. Idem wat betreft de OCMW-raad (als lid van het vast bureau).
- In tegenstelling tot de raadsleden heb je niet het recht om zelf nog punten aan de vastgestelde agenda’s toe te voegen. Wel kunnen tijdens de vergadering door iedereen punten bij hoogdringendheid toegevoegd worden. Maar dan moeten die toegevoegde punten goed gemotiveerd zijn, en moet twee derden van de raadsleden daarmee akkoord gaan.
- Theoretisch gezien kan je ook gebruik maken van het recht om mondelinge en schriftelijke vragen te stellen aan het college en vast bureau. Maar als lid van beide organen is dat merkwaardig. Het gaat immers om collegiale organen. Zit je met vragen voor het college of vast bureau, dan kan je die best daar stellen om dan samen naar antwoorden en oplossingen te zoeken.
Beslissen
Omdat aan het burgemeestersambt specifieke bevoegdheden verbonden zijn er ook specifieke verplichtingen voor jou als burgemeester. Je zal tijdens je mandaat ongetwijfeld lastige beslissingen moeten nemen. Je kan uiteraard overleggen maar is het jouw beslissing dan kan alleen jij ze nemen en er de verantwoordelijkheid voor dragen.
Om goede en rechtsgeldige beslissingen te nemen moet je dus goed geïnformeerd zijn. Dat geldt ook wanneer het dringend is. Dat is vaak het geval als het gaat om situaties m.b.t. veiligheid. Zorg voor rechtstreekse communicatielijnen met de algemeen directeur, de ambtenaar noodplanning, de communicatieverantwoordelijke, de korpschef van de politie en de zonecommandant van de hulpverleningszone.
Het recht om geïnformeerd te worden door de politie
De wet op het politieambt verplicht de korpschef van de lokale politie om bij de burgemeester verslag uit te brengen over de veiligheidsproblemen in de gemeente, over de vervulling van de opdrachten van bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en over de gerealiseerde en geplande uitvoering van het zonale veiligheidsplan.
Maar ook wanneer er gewichtige feiten die de openbare rust, veiligheid of gezondheid in de gemeente kunnen verstoren informeren de korpschef van de lokale politie, de bestuurlijke directeur-coördinator en de gerechtelijke directeur van de federale politie de burgemeester onverwijld. Zonder informatie kan de burgemeester niet optreden.
Beginselen behoorlijk bestuur
Elke beslissing van een gemeente, dus ook van de burgemeester, moet niet alleen overeenstemmen met de wet maar ook met “het recht”. Behoorlijk besturen wil zeggen dat je rechtmatige en degelijke beslissingen neemt. Waarom en hoe neem je een beslissing. Maar ook wanneer je niets zou doen dan moet je dit kunnen uitleggen.
De beginselen van behoorlijk bestuur zijn gedragsvoorschriften ontwikkeld door rechtspraak. Ze zijn te begrijpen vanuit het feit dat een bestuur bijzondere voorrechten heeft en rechtsbescherming dus des te wenselijker is. Anderzijds worden de burgers mondiger. Het gaat om: hoorplicht; zorgvuldigheidsbeginsel; vertrouwensbeginsel; fair play; redelijkheidsbeginsel; motiveringsplicht; …
De motiveringsplicht is zo belangrijk dat dit in een wet gegoten werd en dus wettelijk verplicht is. Afdoende motiveren wil zeggen:
- juiste feitelijke en juridische motivering gebruiken
- rekening houden met het belang van de beslissing
- geen tegenstrijdigheden
De motieven moeten relevant, concreet, precies en volledig zijn. Gebruik geen standaardformules en let dus op bij het hergebruiken van eerdere beslissingen. Let extra op bij afwijking van bv. een niet bindend advies, een beleidslijn of eerdere beslissing en van normale procedures (spoed).
Enkele voor de hand liggende beginselen zijn:
- Hoorplicht: Wanneer een maatregel tegen iemand, of iemands eigendom, overweegt dan moet die persoon de kans krijgen om er zijn gedacht over te geven. In geval van hoogdringendheid mag je hiervan afwijken maar ook dat moet je motiveren.
- Zorvuldigheidsbeginsel: Je moet je beslissing op een zorgvuldige wijze voorbereiden en alle relevante factoren en omstandigheden afwegen. Het besluit zelf moet je op het gepaste moment nemen en zorgvuldig opstellen. Is iets dringends, wacht dan geen maanden met je beslissing.
- Redelijkheidsbeginsel: Neem geen willekeurige beslissingen. De beslissing en de feiten moeten in verhouding staan. Of anders gezegd: schiet niet met een kanon op een mug
Beroepsgeheim, geheimhoudingsplicht en discretieplicht
Als tegenhanger voor het ruime inzagerecht men de vele informatie die je als burgemeester hebt, moet je vertrouwelijke gegevens uit de openbaarheid houden. Beroepsgeheim, geheimhoudingsplicht en discretieplicht zijn termen die vaak door elkaar gebruikt worden. Ze worden door de wet- en decreetgever ook niet duidelijk gedefinieerd. Rechtsleer en rechtspraak proberen zoveel mogelijk te verduidelijken, maar zorgen ook voor tegenspraak. Het is in de praktijk dan ook niet vanzelfsprekend om deze begrippen van elkaar te onderscheiden. We zien het als volgt:
Beroepsgeheim en geheimhoudingsplicht
Met de termen ‘beroepsgeheim’ en ‘geheimhoudingsplicht’ wordt vaak hetzelfde bedoeld. Toch zijn er verschillen. Het beroepsgeheim wordt opgelegd door art. 458 van het Strafwetboek, waardoor inbreuken strafrechtelijk vervolgd kunnen worden (ook al is er geen schade bij derden). Het decreet lokaal bestuur bevestigt dat dit beroepsgeheim van toepassing is op zowel lokale politici als personeelsleden. Ook legt dit decreet de geheimhoudingsplicht op. Wat een ‘geheim’ is, wordt niet gedefinieerd. We mogen aannemen dat dit gaat om informatie die:
- je enkel kent door de uitoefening van je mandaat of functie;
- niet gaat over publieke feiten en dus niet gekend is door derden;
- toevertrouwd of vastgesteld werd in het kader van een vertrouwensrelatie (bijvoorbeeld een hulpverleningsvraag)
Naast een mogelijke strafsanctie kan een inbreuk op het beroepsgeheim ook schade berokkenen en aanleiding geven tot een schadevergoeding.
Discretieplicht
Discretieplicht is een verzamelbegrip waarvoor soms een wettelijke basis bestaat en soms niet. Het gaat om informatie die:
- je enkel kent door de uitoefening van je mandaat of functie
- niet over publieke feiten gaat en dus niet gekend is door derden.
Het verschil met de geheimhoudingsplicht is dat het bij de discretieplicht niet alleen gaat om informatie die wordt verkregen in het kader van een vertrouwensrelatie. Communiceer voorzichtig. Wanneer er door jouw toedoen zaken uit de beslotenheid gehaald worden, die niet publiek gemaakt kunnen worden, dan maak je mogelijk een fout die eventueel schade berokkent en die zo aanleiding kan geven tot een schadevergoeding.
Aanwezigheid in het BCSD?
Enkel wanneer je voorzitter van het comité of de voorzitter vervangt, mag je aanwezig zijn op de vergaderingen van het comité.
Taalkennis
Het decreet lokaal bestuur legt op dat je als burgemeester moet beschikken over de kennis van de bestuurstaal, het Nederlands dus, die vereist is voor de uitoefening van het mandaat.
Rechten en plichten uit de sectorale regelgeving
Net zoals de sectorale regelgeving je als burgemeester bepaalde bevoegdheden geeft, geeft dezelfde regelgeving je uiteraard ook bepaalde rechten én bepaalde plichten. We verwijzen hiervoor naar de uitleg bij de sectorale bevoegdheden.
Deontologie
Om te weten welke deontologische bepalingen nageleefd moeten worden als lokaal mandataris, moet je de eigen deontologische code opvragen. Blijven er concrete vragen die moeilijk opgelost geraken, dan kan men een beroep doen op de reflectiekamer integriteit van de VVSG.
Deontologische code
Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische code hebben voor lokale mandatarissen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. Een deontologische code is er in de eerste plaats om een veilige omgeving te creëren waarbinnen lokale mandatarissen kunnen werken. Een goede deontologische code geeft een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden:
- dienstbaarheid,
- functionaliteit,
- onafhankelijkheid,
- openheid,
- vertrouwelijkheid,
- zorgvuldigheid.
Inspiratie deontologische code
Samen met Just (opent nieuw venster)maakte de VVSG een inspiratie-deontologische code voor mandatarissen waarmee de raden zelf aan de slag kunnen gaan om een eigen code, op maat van de lokale context, op te maken.
Deontologische commissie
Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische commissie hebben die waakt over de naleving van de code.
Reflectiekamer integriteit
De VVSG richtte een reflectiekamer op om lokale politici en medewerkers met een integriteitsvraag bij te staan.
Het kan hierbij gaan om een moreel dilemma, het wegen van een vermeende schending van de deontologische code, een vraag over belangenvermenging, enz. De reflectiekamer wordt op vraag van een lid van een lokaal bestuur bijeengeroepen, waarna op systematische wijze onderzocht wordt wat het integere antwoord is op de gestelde kwestie. Het adviesorgaan bestaat uit experts vanuit de steden en gemeenten, geschoold in de methodiek van het moreel beraad. Voor meer info kan je altijd contact opnemen via reflectiekamer.integriteit@vvsg.be.
Verbodsbepalingen
Wat geldt voor de raadsleden en voor de schepenen geldt ook voor de burgemeester. Hij of zij mag niet aanwezig zijn bij de bespreking van en de stemming over bepaalde punten. Daarnaast mag de burgemeester bepaalde activiteiten niet uitoefenen.
Verboden deelname aan bespreking en stemming
Je mag als burgemeester nooit deelnemen aan de bespreking van en de stemming over:
- aangelegenheden waarin de burgemeester een rechtstreeks belang hebben: ofwel persoonlijk, ofwel als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod gaat niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen. Om discriminatie te vermijden worden voor de toepassing van deze bepaling personen die wettelijk samenwonen met echtgenoten gelijkgesteld;
- de vaststelling of de goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan de burgemeester rekenschap verschuldigd is of waarvan de burgemeester tot het uitvoerend orgaan behoren. Dit verbod geldt niet indien de burgemeester die als vertegenwoordiger van de gemeente of het OCMW is aangewezen in andere rechtspersonen.
Verboden activiteiten
Daarnaast mag de burgemeester nooit:
- rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werken in geschillen ten behoeve van de gemeente of het OCMW; dat verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de burgemeester werken;
- rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werken ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of het OCMW of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente of het OCMW bij geschillen over beslissingen in verband met het werken binnen de gemeente of het OCMW. Dit verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de burgemeester werken;
- rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst sluiten met de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of een OCMW-vereniging of vennootschap. Dit verbod geldt niet bij een schenking van de burgemeester aan de hierboven opgesomde instellingen en in de gevallen waarbij het raadslid een beroep doet op door die instellingen aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
- rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of OCMW-vereniging of –vennootschap;
- optreden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité.
Interessante teksten:
- Uitgebreide informatie over de bevoegdheid van de burgemeester in Hoofdstuk III - Het gemeentelijk juridisch instrumentarium voor bestuurlijke handhaving in het boek Bestuurlijk handhaven(opent nieuw venster) (2021)
Periode mandaat
Regeling tot aan de installatievergadering na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 (begin december 2024)
Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 verandert de aanstelling van de burgemeester grondig. Tot dan verloopt het volgens de gekende wijze. De gemeenteraadsleden dragen uit hun midden kandidaten de kandidaat-burgemeester voor via akte van voordracht die ze voorleggen aan de gouverneur. Om ontvankelijk te zijn, moet die akte:
- ondertekend zijn door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen;
- en ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat-burgemeester werden verkozen. Als de lijst waarop de naam van de kandidaat-burgemeester voorkomt slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen.
De akte mag een einddatum en opvolger vermelden. Bij het bereiken van die datum (en dat is een andere datum dan het einde van de bestuursperiode) zal de opvolger uitgenodigd worden om de eed als burgemeester af te leggen. Na de benoeming door de Vlaamse Regering legt de burgemeester de eed af in handen van de provinciegouverneur.
Regeling na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024
De verkozene in de gemeenteraad met de meeste naamstemmen van de grootste coalitiefractie zal door de Vlaamse Regering benoemd worden tot burgemeester. Deze regeling geldt vandaag al voor besturen waar de constructieve motie van wantrouwen werd ingediend.
Op de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad, begin december 2024, en na de installatie van de schepenen legt de stemmenkampioen de eed af als aangewezen-burgemeester. Wil de stemmenkampioen van de grootste fractie van de coalitie het ambt van burgemeester niet opnemen dan wordt de vice-stemmenkampioen aangewezen burgemeester. Men blijft dus binnen de grootste fractie. Pas wanneer niemand van de grootste fractie burgemeester wil worden dan gaat het mandaat van burgemeester naar de stemmenkampioen van de op één na grootste fractie van de coalitie.
Nadat de aangewezen-burgemeester de eed afgelegd heeft, beslist de Vlaamse Regering over de benoeming (of de niet-benoeming) tot burgemeester.
Uitgebreide informatie over de nieuwe regels zal later beschikbaar zijn!
De functie van burgemeester moet altijd ingevuld zijn. Er zal dus altijd iemand zijn die het mandaat uitoefent. Zonder burgemeester kan een gemeente niet draaien. Stel dat er iets gebeurt en er moet dringende maatregelen worden genomen dat moet de burgemeester dit doen. Wanneer de burgemeester vervangen wordt, geldt dat meteen ook voor de voorzitter van het vast bureau (en omgekeerd). Om deze reden is heeft een decreet lokaal bestuur vaste regels om een waarnemende burgemeester aan te duiden. Zo is er van van rechtswege altijd een burgemeester. Er zijn twee systemen om tijdelijk vervangen te worden als burgemeester:
Korte, tijdelijke afwezigheid
Van zodra je burgemeester wordt doe je er goed om na te denken wie je zal vervangen wanneer je voor een korte periode afwezig bent, bv. bij vakantie of een korte ziekte.
Je mag zelf een schepen kiezen die jou in zulke situaties zal vervangen. Meerdere burgemeesters nemen zo een beslissing bij het begin van hun mandaat. Je kan het ook telkens apart voor elke afwezigheid doen. Je hoeft dit niet te doen. Maakte je geen keuze en je bent onverwacht afwezig dan zal de eerste schepen het burgemeestersambt waarnemen.
Decretale verhindering
Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft enkele welbepaalde situaties waarbij je als burgemeester tijdelijk vervangen kan of moet worden door een schepen zonder dat je daardoor definitief het mandaat verliest. Na het beëindigen van deze periode van verhindering word je automatisch terug burgemeester en wordt je vervanger automatisch weer schepen.
In deze situatie moet de raadsleden een nieuwe burgemeester voordragen zoals bij de start van de bestuursperiode (een voordrachtakte met een dubbele meerderheid). Dit systeem geldt nog voor de huidige bestuursperiode.
Zo een tijdelijke vervanging bij een decretale verhindering kan op vraag van de burgemeester bij:
- een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens medische redenen, studieredenen of verblijf in het buitenland (met een recent geneeskundig getuigschrift met de minimale tijd van afwezigheid of een attest van de onderwijsinstelling of de opdrachtgever);
- ouderschapsverlof voor de geboorte of adoptie van een kind;
- een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens palliatief verlof of verlof voor de bijstand of de verzorging van een zwaar ziek familielid tot en met de tweede graad (met een schriftelijk verzoek en een verklaring op erewoord zonder de naam van de patiënt te moeten vermelden);
- het uitoefenen van het mandaat van federaal, Vlaams of Europees parlementslid of -voorzitter.
In sommige gevallen is de burgemeester van rechtswege verhinderd en is er een verplichte vervanging. Dat is het geval bij:
- bij ziekte wanneer je zelf niet meer in staat bent om de vervanging te vragen. Je wordt dan van rechtswege als verhinderd beschouwd vanaf de derde opeenvolgende vergadering waarop je niet aanwezig kan zijn en dat zolang de afwezigheid duurt;
- een burgemeester die lid wordt van de federale of Vlaamse Regering of van de Europese Commissie;
- een burgemeester die lid wordt van de deputatie van de provincieraad of van het college aangesteld door het Brussels Parlement;
- een burgemeester die als raadslid geschorst.
Modeldocumenten
- Modelbrief om zich als burgemeester verhinderd te laten verklaren omwille van studieredenen.
- Modelbrief om zich als burgemeester verhinderd te laten verklaren omwille van medische redenen.
- Modelbrief om zich als burgemeester verhinderd te laten verklaren omwille van een opdracht in het buitenland.
- Modelbrief om zich als burgemeester verhinderd te laten verklaren omwille van een geboorte.
- Modelbrief om zich als burgemeester verhinderd te laten verklaren omwille van een adoptie.
- Modelbrief om zich als burgemeester verhinderd te laten verklaren omwille van het mandaat van parlementslid of -voorzitter.
- Modelbrief om zich als burgemeester verhinderd te laten verklaren omwille van de bijstand of verzorging van een zwaar ziek familielid + model van verklaring op eer.
- Modelbrief om zich als burgemeester verhinderd te laten verklaren omwille van palliatief verlof + model van verklaring op eer.
- Modelbesluit voor de aanduiding van een waarnemende burgemeester
Einddatum
Je mandaat als burgemeester eindigt ‘van rechtswege’ omdat de bestuursperiode eindigt.
Ontslag nemen
Je dient schriftelijk je ontslag in bij de Vlaamse Regering. Het ontslag wordt definitief zodra de Vlaamse Regering daarvan kennis heeft genomen. In principe blijf je in functie tot zijn vervanger de eed heeft afgelegd, behalve wanneer er een onverenigbaarheid is. In dat geval gaat het ontslag onmiddellijk in.
Je kan je meteen al laten vervangen in afwachting van de aanstelling van de nieuwe burgemeester. Dan wordt de eerste schepen, of de door jou gekozen schepen, voor die periode waarnemende burgemeester.
Het einde van het mandaat als burgemeester betekent meteen ook het einde van het mandaat als voorzitter van het vast bureau en het einde als lid van het politiecollege in de meergemeentepolitiezone. Uiteraard blijf je wel lid van de gemeenteraad, tenzij je ook als gemeenteraadslid ontslag zou nemen.
Andere redenen
Je mandaat kan ook eindigen door het niet meer voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden (verval van mandaat als raadslid), overlijden, afgezet worden of een collectieve constructieve motie van wantrouwen.
Modellen
Tips
Zou er een profiel van een ideale burgemeester bestaan? Misschien wel, maar dat zou dan in de ideale gemeente moeten zijn en … die ideale gemeente bestaat niet. Als verkozen raadslid krijg je het vertrouwen om het ambt van burgemeester op te nemen. Dat is een hele uitdaging. Je staat er echter niet alleen voor. Werk aan een goede verstandhoudingen, zowel in het college en de raad, als met de diensten en in het bijzonder het managementteam. Normaal gesproken gaan jullie minstens zes jaar samen aan de slag. Van mensen een ploeg maken gaat niet vanzelf. Hier heb je als burgemeester impact op. Jij zet de toon. Deze tips kunnen we je wel meegeven:
Leiderschap
Niet elke nieuwe burgemeester kan terugvallen op uitgebreide leidinggevende ervaringen. Bovendien is een college leiden toch iets anders dan een team op de werkvloer leiden. Niet iedereen is een natuurlijke leider. Je kan dit leren, er bestaat een aanbod aan lectuur en cursussen over (politiek) leiderschap. Begin alvast met je sterke en minder sterke punten in beeld te krijgen.
Bij crisissen kijkt men naar jou, jij bent de kapitein, jij staat aan het roer. Hier maak je als leider het verschil.
Missie en visie
Werk samen aan de missie en visie van jouw lokaal bestuur. Wat wil je doen als gemeente en hoe ga je dit verwezenlijken. Art. 2 van het decreet lokaal bestuur omschrijft het als volgt: De gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en verzekeren een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden. Ze betrekken de inwoners zo veel mogelijk bij het beleid en zorgen voor openheid van bestuur. Zorg dat de hele organisatie hiervan doordrongen is. Grijp er geregeld naar terug, zo blijft iedereen op dezelfde koers.
Vergaderingen en gespreken
Bereid vergadering en gespreken voor: zorg voor een duidelijke agenda: wat moet er besproken en eventueel beslist worden? Neem duidelijke conclusies. Zorg voor een constructieve sfeer, laat spanningen niet opstapelen. Laat mensen uitspreken en check bij je gesprekspartner of je hem of haar goed begrepen hebt. Beperk discussies over punten die reeds werden beslist of zaken die vastliggen.
Laat wrevels niet escaleren maar ontmijn bijtijds. Anderzijds, er moet niet op alle slakken zouden worden gelegd, een vleugje humor kan wonderen doen. Benoem lastige zaken, ga er niet automatisch vanuit dat het zichzelf wel zal oplossen. Ergernissen die zich opstapelen kunnen leiden tot schepenen die uit de fractie of zelfs de meerderheid stappen
Het beginuur van een vergadering ligt gewoonlijk vast maar leg ook het einduur van de collegevergaderingen vast. Het helpt bij een realistische agendaplanning. Las eventueel een pauze in wanneer vergaderingen lang duren. Voor de collegevergaderingen staan er amper regelingen in het decreet lokaal bestuur. Het college kan zelf de regels bepalen. Spreek ze goed af en leg ze vast in het verplichte huishoudelijke reglement in het huishoudelijk reglement van het college.
Tandem
Wil je je mandaat goed uitvoeren dan kan je dat niet zonder de medewerkers van je bestuur. Uiteraard werk je nauw samen met de algemeen directeur en het managementteam. De algemeen directeur is het hoofd van de gemeentelijke diensten en jij bent de leider van het politieke team. Wanneer jullie een goede tandem vormen zal dit afspiegelen op de hele organisatie. Werk dus aan de goede verstandhouding, weet wat de rol van de andere is. De algemeen directeur, de financieel directeur en alle diensten zijn er om je lokale bestuur draaiende te houden.
Luisteren en spreken
Niet voor niets spreken we over de burgemeester als een burgermoeder of een burgervader. Goed kunnen luisteren is ontzettend belangrijk. Je komt met zeer veel mensen, in zeer verschillende situaties, in contact. Ze hebben iets van je nodig, willen hun verhaal kwijt, zoeken naar hun gelijk, willen je overtuigen, kortom ze vragen allemaal jouw aandacht.
Actief luisteren kan je leren: het betekent dat je de juiste vragen stelt om te weten te komen wat relevant is. Dat kan zijn: belangrijk voor jou omdat je je een mening moet vormen of omdat je moet beslissen. Maar het is ook belangrijk voor de andere omdat die wil dat je hem of haar begrijpt.
Zoek op internet op ‘actief luisteren’ of ‘aandachtig luisteren’ en je vindt waardevolle tips
Communiceer zorgvuldig, spreek duidelijke taal. Mensen horen wat ze graag willen horen. Wanneer jij zegt: “Interessant, dat zullen we eventueel kunnen doen” dan hoort de andere misschien wel “Interessant, dat zullen we doen”. Maak geen beloftes die je niet kan nakomen.
Een bijzonder aspect van zorgvuldige communicatie is crisiscommunicatie. Het is de moeite om dit leren wanneer je daarin geen ervaring hebt. Ga er niet van uit dat je het niet nodig zal hebben. Je weet nooit wat er in je gemeente kan gebeuren. En wanneer er iets gebeurt dan zal het altijd onverwacht zijn.
Bewaak je tijdsbesteding
Burgemeester ben je 7 dagen op 7 en 24u op 24. Vergaderingen bijwonen/voorzitten, dossiers voorbereiden, contacten onderhouden, partijwerking, fractie- en coalitieoverleg, beschikbaar zijn voor de inwoners, de medewerkers, de pers; aanwezigheid op activiteiten, enz. De combinatie van het burgemeestersambt met je privéleven en eventueel een andere job is pittig.
Je moet bereikbaar zijn voor dringende voorvallen maar dat wil niet zeggen dat je altijd voor iedereen beschikbaar moet zijn. Reserveer privétijd in je agenda. Leer waar je grenzen liggen.