Op Europees niveau loopt momenteel een discussie om het Europese d ETS toe te passen op de verbranding van stedelijk afval, wat onder ander huishoudelijk restafval omvat. De VVSG ziet hiervan de meerwaarde niet in. De Vlaamse Regering beschikt binnen de mix van beleidsinstrumenten over veel effectievere maatregelen om het gewenste resultaat van minder restafval en meer recyclage te realiseren.
De verbranding van stedelijk afval onderbrengen onder EU-ETS zou een sterk kostprijsverhogend effect hebben voor de verbranding van het huishoudelijk restafval van alle Vlaamse gemeenten, terwijl de effectiviteit van deze beleidsmaatregel niet bewezen is. Het neemt op die manier financiële beleidsruimte weg bij lokale besturen om de ambities van het Lokaal Materialenplan 2023-2030 te realiseren.
De financiële middelen die voortkomen uit het emissieverhandelingssysteem vloeien niet 1- op-1 terug naar Vlaanderen, wat bij inkomsten uit de Vlaamse milieuheffingen wel het geval is. Verder moet het de bedoeling zijn om de opbrengsten van heffingen op het verbranden van restafval zo veel als mogelijk opnieuw te investeren in het afvalbeleid en de kringloopeconomie in Vlaanderen, bijvoorbeeld via de subsidies voor lokaal afval- en materialenbeleid, dat is bij EU-ETS niet mogelijk.
Tot slot is de VVSG van mening dat de discussie over EU-ETS en de discussie over het gebruik van milieuheffingen het best samen gevoerd worden om tot een brede visie te komen over het gebruik van financieel-economische instrumenten. Het kan volgens de VVSG in ieder geval niet de bedoeling zijn om de verbranding van stedelijk afval zowel onder EU-ETS te brengen, en daar bovenop nog milieuheffingen op te leggen.