SDG-partnerschappen

Context

De VVSG kreeg via de directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) subsidies voor het programma GloBe 2022-2026.

Eén onderdeel van dit programma gaat over de zoektocht naar nieuwe vormen van internationale samenwerking. De VVSG merkt dat een klassieke stedenband voor verschillende Vlaamse lokale besturen te zwaar is qua (tijds)investering. Daarom wil de VVSG een alternatieve en meer laagdrempelige vorm van internationale samenwerking identificeren. De VVSG grijpt de periode 2022-2026 aan om een nieuwe vorm van internationale samenwerking als concept te verfijnen en dit uit te testen met zeven SDG-partnerschappen.

We doen dit in Benin en in Rwanda. Dat zijn twee landen waar we in het kader van het GLoBe programma actief zijn en waar we een actieve samenwerking hebben met de lokale vereniging van steden en gemeenten, RALGA in Rwanda en ANCB in Benin

Partnerschappen tussen Vlaamse, Beninese en Rwandese lokale besturen

De Vlaamse, Beninese en Rwandese lokale besturen werden gematcht op basis van hun profiel en interesses. Zo zijn de Vlaamse gemeenten Laarne en Sint-Truiden een partnerschap aangegaan met respectievelijk de Beninese gemeenten Ouinhi en Covè. Voor de Beninese gemeente Lalo treedt de VVSG op als partner. De Vlaamse gemeenten Grimbergen, Halle, Oostende en Waregem gingen een partnerschap aan met respectievelijk de Rwandese districten Nyanza, Bugesera, Karongi en Gatsibo. Een district is de overheidsvorm in Rwanda die het best overeenkomt met een lokaal bestuur bij ons.

Het concept ‘SDG-partnerschappen’ 

Het is belangrijk om te benadrukken dat de SDG-partnerschappen een experiment zijn in de zoektocht naar een nieuwe geschikte vorm van internationale samenwerking voor Vlaamse lokale besturen. Het concept van de SDG-partnerschappen werd uitgewerkt door ANCB, RALGA, VVSG en een kleine stuurgroep waarin zowel een schepen, een algemeen directeur als een ambtenaar zetelen. Het huidige concept van de SDG-partnerschappen verfijnen we verder in de looptijd van het programma en passen we aan indien nodig.

De lokale besturen wisselen in een periode van twee jaar intensief uit over beleid en lopende projecten in hun bestuur over een specifiek thema. Door deze uitwisselingen doen ze nieuwe inzichten op en dragen ze bij aan de ontwikkeling van projecten bij de partnergemeente. 

De nadruk ligt op participatie van lokale actoren over een bepaald beleidsthema. 

• De Vlaamse gemeenten en Rwandese districten wisselen uit over projecten binnen het thema burgerparticipatie.
• De Vlaamse en Beninese lokale besturen wisselen uit over lokale economie en communicatie. 
• De rode draad doorheen dit project, zowel in Benin als in Rwanda, is de gezamenlijke bijdrage aan de Agenda 2030 en de SDG’s.

Lees de volledige conceptnota.

Methodologische aanpak

De VVSG, ANCB en RALGA leiden het project in samenwerking met consultants. De bedoeling is dat kennisdeling tussen alle lokale besturen gedurende 2024-2025 plaatsvindt via de volgende stappen.

• Individuele coachingsessies voor elke partner
• Zes bilaterale bijeenkomsten op niveau van het partnerschap en bijeenkomsten ter voorbereiding van het werkbezoek
• Zes gemeenschappelijke bijeenkomsten binnen het kennisnetwerk (op Vlaams/Beninees niveau en Vlaams/Rwandees niveau)
• Twee werkbezoeken (één aan Vlaanderen en één aan Benin/Rwanda)
• Twee gemeenschappelijke evaluatiemomenten om het project bij te sturen

Naast deze ‘vaste items’ nemen de lokale besturen regelmatig zelf het initiatief om met hun partner uit te wisselen. De consultants geven tussen de verschillende sessies ook huiswerk mee aan de partners die ze voorbereiden en bespreken tijdens de bilaterale bijeenkomsten.

Budget

Het totale budget per SDG-partnerschap bedraagt 35.000 euro. We geloven dat een gelijke verdeling van dit budget tussen een Vlaamse partner en een partner uit het globale Zuiden meer interactie en gelijkwaardigheid oplevert. Gezien de relatief beperkte omvang van het budget en de primaire focus van de partnerschappen op uitwisseling, is het grootste deel van het budget voor de uitwisseling en ontmoeting via wederzijdse werkbezoeken en de deelname aan conferenties. 

Na het eerste jaar beslissen de partners in overleg waarvoor ze het resterende budget nog gebruiken. Ze kunnen kiezen om verder in te zetten op uitwisseling (werkbezoeken), maar ook om in te zetten op communicatie (sensibilisering) en/of een kleinschalig experiment of project in de betrokken gemeenten dat het mogelijk maakt om een groter deel van het lokale bestuur te bereiken en betrekken.