Annick Lambrecht, voorzitter van de gemeenteraad in Brugge, kreeg het estafettestokje van burgemeester Joris Nachtergaele uit Maarkedal, om een vragenlijstje à la Proust te beantwoorden. Aan het eind geeft zij het door aan een andere lokale politica/politicus, van een andere partij en ver van Brugge.
Wat betekent je politieke functie voor jou? Niet meer aan de zijlijn staan zeggen dat alles beter kan en moet. Mezelf elke dag 100% geven om mee te werken aan een maatschappij waar het leven goed is voor allen op vele domeinen, zowel privé als op het werk. Mensen helpen met om het even welk probleem, steeds beseffend dat politiek aan de voordeur start.
Wat was je eerste politieke daad (in de ruimste betekenis)? Actie voeren in Brugge voor meer verkeersveiligheid en fietsveiligheid met het door ons opgerichte actiecomité Veel-O-Vriendelijk. Dat zette zo’n twintig jaar geleden toch wel wat in beweging.
Kom je uit een politiek nest? Helemaal niet. Mijn ouders, beiden ambtenaren bij het Ministerie van Financiën, schrokken ervan. De start kwam er door een briefje in mijn brievenbus om eens naar een vergadering te gaan. Ik wou toen echt dingen mee helpen veranderen in thuisstad Brugge.
De rest is een mooi parcours op niveau van gemeente, provincie, Vlaams Parlement en Federaal Parlement.
Wat zie je als je grootste prestatie? Toen ik schepen van Mobiliteit in Brugge was, schreef ik (met mijn dienst) het eerste Fietsplan Brugge. Dat was echt trekken en sleuren, herinner ik mij. Men zag de fiets toen vooral als een obstakel en zelfs een vijand voor de auto. Ik was geïntrigeerd door wat ik toen in Kopenhagen al zag en nam deze ideeën mee naar Brugge. Ik zat en zit ook zelf vaak op de fiets, dat helpt om de knelpunten te kennen.
Neem je dit ambt mee naar huis? Zeker. Ik ga slapen met politiek en ik sta ermee op. Het is altijd – soms latent – aanwezig en laat mij nooit echt los. Een beetje ambetant voor wie met mij samenleeft, vrees ik.
Heb je vrienden in de politiek? Jazeker, te beginnen bij Joris Nachtergaele die dit estafettestokje aan mij doorgaf. Mijn beste vriendin komt uit de politiek. Zij startte ooit met mij het actiecomité Veel-O-Vriendelijk. Vriendschap kan in de politiek, als eerlijkheid de bovenhand heeft op blinde ambitie. Ik heb er vooral veel ‘kennissen’.
Met wie overleg je het eerst als je een belangrijke politieke beslissing moet nemen? Met mijn partner, dochters en een handvol vrienden. Maar ik luister ook goed op de markt en elders naar wat men mij soms achteloos zegt. Die signalen neem ik ook echt mee.
Wat vind je zelf je meest uitgesproken positieve eigenschap? Mijn doorzettingsvermogen en het feit dat ik mijn uitgestippelde lijn blijf volgen.
Welke eigenschap bij jezelf betreur je het meest? Mijn ongeduld (wat soms ook wel een kracht is).
Welke eigenschap waardeer je het meest bij een lid van een andere partij? Woord houden.
Met welke historische figuur identificeer je je het meest? Met Achille Van Acker. Als jong parlementslid had hij al interesse voor sociale zekerheid. Onder zijn ministerschap kwam er dan ook de belangrijke wet betreffende de sociale zekerheid in 1944, vandaar dat hij ‘vader van de sociale zekerheid’ wordt genoemd. Gezondheid is ons hoogste goed en gezondheid moet voor allen zijn. Daar zorgde Achilles voor.
In Brugge is vriend en vijand trots op deze stadsgenoot.
Wie zijn je huidige helden? Iedereen die zich inzet voor een betere warmere maatschappij waarin het leven fijn is. Opsommen durf ik niet, want dan vergeet ik er zeker.
Waar zou je nu het liefste zijn? Ik heb geleerd dat het niet gaat om waar je bent maar om met wie je er bent. Als het kan, dan ga ik voor een plaats met blauwe lucht, een beetje warmte en mijn geliefden in de buurt. De koersfiets moet ook nabij zijn.
Welk woord of welke zin gebruik je te vaak? ‘Wanneer’ en ‘waarom’.
Wat koester je het meest? Mijn partner, mijn dochters en de goede vrienden.
Wat is volgens jou de diepste ellende? Oorlog en terminale ziekte.
Wat is je favoriete bezigheid? Lopen, fietsen, lezen, een koffiebar bezoeken, een Lumièrefilm bekijken en prutsen. Dat laatste houdt in dat ik de tijd heb om thuis kasten open te trekken en te ontdekken wat daar allemaal in ligt.
Ga je nog af en toe op café in de gemeente? Ik ga zo graag naar de topbioscoop Lumière in Brugge, waar ze de beste films tonen. Daarna kun je er in het fijne café De Republiek iets drinken en/of eten. Allemaal gewoon op één plaats. Een luxe.
Wat is je motto? Het wordt altijd avond.
Aan wie geef je de estafettestok door? Aan Joachim Coens van Damme. —