

▶ de stem voor '24
In het kader van de verkiezingen van 2024 bracht de VVSG samen met haar leden een nieuw memorandum uit. In Lokaal laten we een reeks inspirerende en kritische mensen met een heldere visie op de samenleving aan het woord. We vragen hen onder andere hoe lokale besturen kunnen inspelen op de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen, wat het lokale bestuur voor hen betekent, hoe ze de relatie met de andere overheden zien, en hoe het tout court beter kan. Koen Vanmechelen sluit de reeks af.
Koen Vanmechelen (°1965) is een Belgische conceptueel kunstenaar van internationale allure. Bioculturele diversiteit en de daaruit volgende interactie tussen kunst en wetenschap vormen het hoofdthema van zijn oeuvre. Vanmechelen werkt vaak samen met wetenschappers en experts uit allerlei disciplines. Zijn grensoverschrijdende projecten leverden hem internationale erkenning op in zowel de kunst- als de wetenschappelijke wereld. In 2017 nam hij zijn intrek in zijn nieuwe studio in Genk. Met een dierenpark en de voormalige directeursvilla op de site creëert Vanmechelen er met LABIOMISTA een plek waar mens, dier en natuur – en onze ideeën erover – elkaar kunnen ontmoeten.
‘Ik heb bewondering voor jonge mensen die de stap naar de politiek willen zetten. Nieuwe generaties van gemotiveerde starters die anderen kunnen inspireren, dat is wat we nodig hebben om de verzuring uit de hoofden te krijgen. We gaan nog harde tijden tegemoet, maar uiteindelijk klaart alles op, daarover ben ik ondanks alles optimistisch. Veel mensen zijn boos zonder goed te weten waarom. In Oudsbergen, waar ik woon, brengt een betoging tegen de wolf vierduizend mensen op de been. Populistische partijen capteren zulke onvrede en winnen er stemmen mee.
De maatschappij is veranderd, de verzuring groeit omdat velen niet meer de wil of de mogelijkheid hebben om zichzelf nog te verbeteren of boven zichzelf uit te stijgen. Zo kan ik me goed voorstellen dat het voor veel mensen een drama is om niet mee te kunnen met het proces van digitalisering. Bestuurders dragen daarin een verantwoordelijkheid. In de politiek zou ik ijveren voor een beetje meer fatsoen. Respect opbrengen voor de ander en voor andere meningen is onderdeel van je voorbeeldfunctie als civil servant, vind ik. Kies je ervoor geen civil servant maar in de eerste plaats machthebber te zijn, dan ga je je bewegen in een ander soort politiek stelsel waarin ik liever niet wil leven. Politiek mag ook niet enkel draaien om het machtsspel. Wat ik in campagnes vandaag heel erg mis, is positief commentaar: welke zaken kunnen we meenemen naar een volgende bestuursperiode omdat ze de goede richting uitgingen? Waarom kunnen we ook de goede dingen niet ter sprake brengen? Omdat dat stemmen kost? Per slot van rekening streven we toch naar het goede?’
‘En dan is er dat andere grote fenomeen, het liegen: feitelijkheden omzeilen, er een leugen op bouwen en die leugen dan zo lang volhouden dat ze een waarheid wordt. Dat is een pathologische trend die komt overwaaien uit de VS en het bedrijfsleven, en die ondertussen ingang lijkt te vinden in de hele maatschappij tot aan het hoogste leiderschap. Terwijl het een echt ziektebeeld is. Nog iets waarvoor we ons moeten hoeden, trouwens, is te snel oordelen en veroordelen. Over sommige zaken weten we niet alles. We vergeten ook vaak dat realiteiten verschillen van plaats tot plaats. Neem duurzaamheid.
Dat we onze vleesconsumptie moeten minderen en onze landbouw en veeteelt moeten gaan heroriënteren, dat is duidelijk. Maar dat geldt niet in dezelfde mate voor alle steden en gemeenten in de wereld. (lacht) Bij de Masai, die leven op een dieet van vlees, bloed en melk van hun runderen, of in de Sahel waar er geen sprietje uit de grond komt, moet je mensen niet gaan vertellen dat ze van vleesproductie moeten overstappen op de kweek van erwten en bonen. We moeten nadenken over wat er in de globaliteit moet gebeuren, maar daarbij is onze wijsheid niet de enige wijsheid, inheemse wijsheden wereldwijd hebben ook hun relevantie. Maar dat is een andere discussie.’
“Hier zijn kunst en cultuur aan de slag als hefboom om de motivatie van de samenleving te creëren, daar komt het op neer. De drijfveer is mensen bij elkaar brengen.
![]()
‘Geregeld mag ik mijn mening geven over de rol van kunst en de verhouding tussen kunst en ondernemen, klaarblijkelijk omdat ik als kunstenaar ook ondernemer ben. In de kunsten heeft “ondernemen” vaak een wat vieze bijklank. Kunstenaars worden verondersteld zich aan de rand van de samenleving te bewegen, liefst een beetje honger te lijden, en in het beste geval hun oor af te snijden. Nochtans zijn andere referenties dan die van het type Van Gogh perfect mogelijk: Rubens bijvoorbeeld was zeer succesvol, beheerde een gigantisch atelier en gaf blijk van groot ondernemerschap. Als je me vraagt of bedrijven niet één procent van hun winst moeten kunnen investeren in kunst, in cultuur, dan ben ik helemaal voor.
Maar eigenlijk kan cultuur ook zelf de motor zijn van waaruit centen worden verdeeld, in plaats van dat die motor iets anders is van waaruit het geld naar cultuur gaat. Want wat is cultuur? Dat is niet alleen een schilderij aan de muur, een beeldhouwwerk, een theaterstuk of boek, een installatie of een museumbezoek. Cultuur is wat we iedere dag doen: aan tafel zitten, met elkaar praten zonder elkaar naar het leven te willen staan. Cultuur zit in de samenleving en bepaalt de samenleving, de samenleving is ervan doordrongen. Ik doe dan de omgekeerde beweging: als kunstenaar-ondernemer sta ik een percentage van mijn inkomsten af aan de anderen, aan de wetenschap en aan de economie. Ik leef volgens die regel. Ondernemers, maar ook politici hebben kunst en cultuur net nodig, dat moeten we hun laten zien.’
‘Toen we LABIOMISTA (openluchtmuseum en kunstlaboratorium, red.) bouwden, hier op de site van de voormalige Zoo van Zwartberg, heb ik bij het Genkse stadsbestuur bedongen dat er geen horeca op het terrein zelf zou komen. Het uitgangspunt is dat we mensen naar hier aantrekken om na te denken, te broeden op ideeën over de maatschappij en hoe die vorm kan krijgen, en dat de economische en sociale bedrijvigheid zich daarrond, in de buurt, mag en moet ontwikkelen. En zo gebeurt het.
De ontmoetingsplaats Nomadland, beheerd door vzw’s, verbindt de buurt met LABIOMISTA en omvat volkstuintjes en picknickplekken met allerlei foodtrucks. Een grote kunstgalerij is wat verderop begonnen, er kwam een B&B, we zetten een buurtproject op over voedsel uit de herkomstlanden van 130 nationaliteiten, en er staat een sociaal hotel in de steigers. Hier werken kunst en cultuur als hefboom om de motivatie van de samenleving te creëren, daar komt het op neer. De drijfveer is mensen bij elkaar brengen.
Het is een experiment en het werkt, het brengt ook problemen met zich, maar het maakt die problemen vooral zichtbaar, zodat we er iets aan kunnen doen. LABIOMISTA is overigens het resultaat van publiek-private samenwerking. Toen de stad me dit schijnbaar onontwikkelbare terrein voorstelde, waarvoor geen enkel businessplan haalbaar leek, heb ik niet geaarzeld. Ik had geen businessplan, dus wat kon er mislukken? (lacht) De stad financierde mee, maar meer dan twee derde van de investering kwam via de kunst, van verzamelaars wereldwijd die geloven in mijn werk. Hier werk ik samen met de stad, met de buurt, met al mijn galerijen en musea.’
‘De eigenlijke les van deze en andere samenwerkingsprojecten is dat iedereen bereid moet zijn te delen, anders wordt het moeilijk. Volgens mij is dat in het algemeen de les van hoe we moeten samenleven. Onze samenleving is daarop gebaseerd. De bereidheid om elkaar te helpen, dat is een culturele reflex. Ons culturele gedrag brengt ons ertoe elkaar te ondersteunen.
Die definitie van cultuur brengen we te weinig in beeld. De mens onderscheidt zich van de dierenwereld door zich ook in te zetten voor het bestaansrecht van de zwaksten. In de natuur zul je dat niet zien: daar is het met het zwakste dier meteen afgelopen. De sociale zekerheid, een van de mooiste uitvindingen die we hebben, berust op het principe dat we allemaal bereid zijn iemand te helpen die we eigenlijk niet kennen.
Ongelofelijk, toch? We zijn daartoe bereid omdat we in dat systeem zitten. Vijf jaar geleden verloor ik mijn eerste echtgenote, ze had zeven jaar gestreden tegen kanker. Harde tijden waren dat. Maar zonder sociale zekerheid zaten wij hier nu niet aan tafel te praten in LABIOMISTA (wijst om zich heen). Dan was dit allemaal verkocht, onder curatele, simpelweg omdat dat nodig is om je partner te proberen redden. Want het gaat bij dit soort ziekten niet zomaar over een paar duizend euro. En daarom ben ik de maatschappij ook dankbaar. Die dankbaarheid moeten we koesteren, erover nadenken, de vanzelfsprekendheid ervan in vraag stellen.’
Als we de generositeit van het lokale naast ons neerleggen, zullen we nooit tot een goed stelsel komen om samen te leven. We hebben daarin de juiste verhouding en balans nodig.

‘Als kunstenaar zoek ik steeds het andere terrein op: dat van de wetenschap, sociaal ondernemerschap, economie. Met LABIOMISTA zoek ik de stad, maar ook het Nationaal Park Hoge Kempen iets verderop. Ik beweeg me op de grens tussen natuur en cultuur en ben eigenlijk een scharnier tussen die twee werelden. In de kunst zit je op de snijlijn tussen contradicties, dat maakt kunst ook zo inspirerend. Deze plek is voor mij de ideale biotoop om mijn visie uit te drukken. Door de grote poort wandel je een vruchtbare site binnen, waar ideeën groeien en wachten op bestuiving door jou, de bezoeker. Het geld van je entreekaartje wordt geïnvesteerd in de buurt, dat akkoord heb ik gesloten met de stad.
Voor het domein op straat zie je in grote letters de spreuk The global only exists through the generosity of the local staan – “Het globale, mondiale bestaat enkel door de vrijgevigheid van het lokale”. Die spreuk zou ik mijn belangrijkste inzicht kunnen noemen. Ze is een uitvloeisel van het Cosmopolitan Chicken Project, waarmee ik al twintig jaar kippen uit de hele wereld met elkaar kruis. De basisgedachte van het project is dat diversiteit leidt tot meer fertiliteit en immuniteit.
Maar wat begon als conceptuele kunst is ondertussen ook een wetenschappelijke onderneming geworden, want genetici hebben kunnen vaststellen dat deze premisse effectief werkt en waar is. We werken in het project nu samen met verschillende universiteiten in de wereld. De volgende stap is dat we de kosmopolitische, door diversiteit versterkte kip gaan introduceren in lokale gemeenschappen en coöperatieven die hun kippenteelt op een duurzame manier willen verbeteren. Daar is nu grote interesse voor in verschillende Afrikaanse landen.
De bedoeling is om een element van diversiteit in de lokale kip in te brengen, waardoor je negatieve effecten van inteelt wegwerkt, terwijl je tegelijk blijft profiteren van de immuniteit die de lokale kippen in hun biotoop hebben opgebouwd. Dit nieuwe project, dat ik Planetary Community Chicken noem, is eigenlijk dé doorbraak omdat het globale en het lokale er zo in samenkomen. Alle kippen in mijn kruisingsproject komen van hun eigen lokaliteit en komen samen in de globaliteit van de “kosmopolitische kip”.
“Hier zijn kunst en cultuur aan de slag als hefboom om de motivatie van de samenleving te creëren, daar komt het op neer. De drijfveer is mensen bij elkaar brengen.
Die globale kip brengen we op haar beurt terug naar het lokale niveau. Mijn spreuk brengt een belangrijke maatschappelijke boodschap. De globalisering van de voedselproductie en -handel gebeurt te vaak op de kap van de lokale landbouwers en veetelers, die hun eigen producten op den duur niet meer kunnen betalen. Als we de generositeit van het lokale naast ons neerleggen, zullen we nooit tot een goed stelsel komen om samen te leven. We hebben daarin de juiste verhouding en balans nodig.’
‘Dat alles toont welke impact de creatieve inbreng van kunst uiteindelijk kan hebben. Voor mij is kunst kennis, daarom niet het soort kennis dat je onmiddellijk kunt toepassen, maar kennis die misschien pas twintig of honderd jaar later ontluikt en relevantie krijgt. Vrijheid van denken is daarbij nog zo’n essentieel element. Mijn CosmoGolem-beeld ontwierp ik toen ik zeventien was.
Ondertussen hebben meer dan vijftig landen zo’n beeld staan, met een luik op de plaats van het hart, om het op te vullen met creatieve ideeën in uiteenlopende vormen. We gebruiken het beeld om kinderen die in moeilijke omstandigheden leven, een stem te geven, om zichzelf én anderen te ontdekken. Ze geven inhoud aan het beeld, en leren er ideeën van anderen door kennen. Dat doet verbinding en vriendschap ontstaan. Uit zo’n project groeien mensen die het over schoonheid hebben. Dat is de enige manier om een nieuwe wereld te kunnen creëren.’-
Auteur
-
PieterPlasHoofdredacteur Lokaal
Fotograaf
- Stefan Dewickere
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Magazine Lokaal
Sterk in activering, maar meer dan ooit onder druk
Bestuur en burger -
Magazine Lokaal
Turboraad aan de voet van de Kluisberg
Bestuur en burger -
Magazine Lokaal
Estafette Leendert Van Hulle
Bestuur en burger