Voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst zijn
Inhoud van deze pagina
Taken
Voorzitten van de vergadering BCSD
Voorafgaand aan de vergadering
De voorzitterstaak begint al bij de voorbereiding van het BCSD. Het is jouw taak om de zaken die voorgelegd worden voorafgaand te onderzoeken. Vaak gebeurt dit door een overleg met het diensthoofd van de sociale dienst. Na dat overleg kan overgegaan worden tot het vaststellen van de agenda en dien je de oproeping te versturen naar de BCSD-leden. Worden er door de BCSD-leden nog punten aan de agenda toegevoegd, dan dien je de agenda opnieuw vast te stellen. In principe wordt het BCSD bijeengeroepen op de afgesproken tijdstippen, maar als voorzitter kan je ook buitengewone vergaderingen bijeenroepen. Dat kan wel enkel als er spoedeisende redenen voor zijn.
De vergadering zelf
Als voorzitter is het je taak de vergadering te openen, voor te zitten en te sluiten. Je staat in voor een ordelijke verloop van de vergadering, bewaakt de agenda, let op de klok, zorgt dat comitéleden het woord krijgen, etc. Als voorzitter kan je ook de vergadering schorsen. Dit is een korte onderbreking van het BCSD bijvoorbeeld om de rust in de vergadering te doen weerkeren of een en ander uit te zoeken.
Na de vergadering
Het is niet de taak van de voorzitter de notulen op te maken, maar je dient ze wel te ondertekenen nadat ze goedgekeurd werden door het BCSD.
Dringende steun
Een cruciale taak als BCSD-voorzitter is het beslissen over dringende steunvragen. Soms is een hulpvraag zo acuut dat er niet gewacht kan worden tot de volgende vergadering van het BCSD. De sociale dienst zal dan aan de BCSD-voorzitter een beslissing vragen om dringende steun toe te kennen. Komt de vraag rechtstreeks bij de voorzitter zelf binnen, dan is het belangrijk dat er meteen een maatschappelijk werker betrokken wordt.
Belangrijk is dat als je als BCSD-voorzitter beslist een dringende steun toe te kennen, dat je dat altijd doet binnen de grenzen die het BCSD bepaald heeft in het huishoudelijk reglement. Dringend steun kan zowel materieel (voeding, kledij,..) als financieel zijn. In het decreet over het lokaal bestuur wordt deze taak expliciet bevestigd ten aanzien van daklozen, maar ook niet-daklozen kunnen recht hebben op dringende steun. Het BCSD zal deze beslissingen op haar eerstvolgende bijeenkomst dienen te bevestigen.
Wat als het BCSD weigert een beslissing dringende steun van de voorzitter te bekrachtigen?
Het BCSD stelt een kader vast waarbinnen de voorzitter kan beslissen om dringende steun te verlenen. Belangrijk is dat de voorzitter binnen dat kader blijft. Is dat zo, dan is het vaak maar een formaliteit dat het BCSD de voorzittersbeslissing bekrachtigt. Toch kan het ook zijn dat het BCSD weigert de dringende steun te bekrachtigen. Een niet-bekrachtiging betekent dat er geen rechtsgevolgen meer verbonden kunnen worden aan die beslissing. De uitwerking van de beslissing wordt vanaf dat moment dus opgeheven. Toch betekent dat niet altijd dat de steun teruggevorderd zal kunnen worden. Of dat ook gebeurt, hangt af van de concrete situatie. Heeft het OCMW bijvoorbeeld een borg of huur reeds betaald vooraleer het BCSD besliste om de steun niet te bekrachtigen, dan wordt een terugvordering niet evident. Dit tenzij aangetoond wordt dat de beslissing niet wettelijk was. Is er echter nog geen betaling geweest voor de niet-bekrachtiging door het BCSD, dan zal die betaling ook niet meer plaatsvinden.
Zoals hierboven aangehaald is het belangrijk voor de BCSD-voorzitter om dringende steun enkel te verlenen binnen het kader dat door het BCSD werd vastgesteld. Vindt de BCSD-voorzitter dat kader niet rechtvaardig, dan kan de voorzitter enkel proberen het BCSD te overtuigen om dat kader aan te passen. Handelt de voorzitter niet volgend het afgesproken kader, dan neemt hij/zij een beslissing die hij/zij eigenlijk niet kan nemen. De kans bestaat dan dat het BCSD deze beslissing niet bekrachtigt. Mogelijk kan het OCMW de voorzitter ook aanspreken voor de betaalde steun die gegeven werd buiten het afgesproken kader. De voorzitter heeft er dus alle belang bij om dat te vermijden.
Lid van het college en vast bureau
Als BCSD-voorzitter ben je lid van het college en het vast bureau. Je hebt daar een volwaardige rol en kan ook net als de andere leden de opdracht krijgen om bepaalde beleidsdomeinen op te volgen. Je kan bijvoorbeeld dus perfect ook schepen van personeel of sport zijn. Was je voor het BCSD-voorzitterschap nog geen lid van het college en vast bureau, dan zal je wel de laatste schepen in rang zijn. Al kan de raad steeds beslissen om de rangorde te wijzigen en je als toegevoegde BCSD-voorzitter een andere plaats te geven in de rangorde. Natuurlijk kan je geen individuele dossiers van BCSD-cliënten bespreken op het vast bureau of college. Wel zou je kunnen signaleren dat er bijvoorbeeld opvallend veel mensen zijn die in energie-armoede terecht komen. Op die manier kan het beleid sneller anticiperen.
Ondertekeningsbevoegdheid overdragen
Als BCSD-voorzitter moet je vele stukken tekenen. Je kan beslissen om bepaalde stukken in jouw plaats te laten ondertekenen door een BCSD-lid dat je daartoe aanwijst. Zie het VVSG-model om delegatie van ondertekening mogelijk te maken.
Rechten en plichten
Als voorzitter van het BCSD ben je ook raadslid van gemeente en OCMW. Je hebt dus dezelfde rechten en plichten. In de feiten zijn er wel een aantal verschillen:
- Aangezien het je taak is de agenda van het BCSD vast te stellen, en het voorafgaand onderzoek daarvan te doen, zal je veel sneller dan de raadsleden toegang hebben tot die stukken.
- In tegenstelling tot de gewone BCSD-leden heb je niet het recht om zelf nog punten aan de vastgestelde agenda toe te voegen. Wel kunnen tijdens de vergadering punten bij hoogdringendheid toegevoegd worden. Maar dan moet dat gemotiveerd zijn, en moet twee derden van het BCSD daarmee akkoord gaan.
- Als lid van het college heb je dezelfde rechten als de andere schepenen (en leden van het vast bureau).
- Theoretisch gezien kan je ook gebruik maken van het recht om mondelinge en schriftelijke vragen te stellen aan het college en vast bureau. Maar als lid van beide organen is dat wel merkwaardig. Het gaat immers om collegiale organen. Zit je met vragen voor het college of vast bureau, dan kan je die best daar stellen om dan samen naar antwoorden en oplossingen te zoeken.
Kan een BCSD-voorzitter permante toegang vragen tot het hele intranet van het OCMW?
Nee, het is niet de bedoeling is dat je als BCSD-voorzitter een permanente toegang hebt tot alle dossiers. Dat kan enkel binnen een bepaald decretaal doel. Toegang tot dossiers kan enkel als dat wettelijk of decretaal voorzien is, bijvoorbeeld om de agenda voor te bereiden. Maar zelfs dan is het eigenlijk de sociale dienst die alles voorbereidt en aanlevert. Bij het BCSD-voorzitterschap is het dan ook cruciaal om een goede relatie te hebben met het hoofd van de sociale dienst. Enkel op die manier kan een BCSD goed werken. Als voorzitter kan je net als de andere BCSD-leden wel altijd inzage vragen en krijgen tot die dossiers, maar dat is van een andere orde dan standaardtoegang.
Deontologie
Om te weten welke deontologische bepalingen nageleefd moeten worden als lokaal mandataris, moet je de eigen deontologische codes(?) opvragen. Blijven er concrete vragen die moeilijk opgelost geraken, dan kan men een beroep doen op de reflectiekamer integriteit van de VVSG.
Algemene deontologische code
Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische code hebben voor lokale mandatarissen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. Een deontologische code is er in de eerste plaats om een veilige omgeving te creëren waarbinnen lokale mandatarissen kunnen werken. Een goede deontologische code geeft een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden:
- dienstbaarheid,
- functionaliteit,
- onafhankelijkheid,
- openheid,
- vertrouwelijkheid,
- zorgvuldigheid.
Inspiratie deontologische code
Samen met Just(opent nieuw venster) maakte de VVSG een inspiratie-deontologische code voor mandatarissen waarmee de raden zelf aan de slag kunnen gaan om een eigen code, op maat van de lokale context, op te maken.
Specifieke deontologische code voor het BCSD
Het BCSD kan een eigen deontologische code aannemen. Belangrijk is dat deze code de algemene code voor mandatarissen niet vervangt, want die is na de vaststelling door de OCMW-raad sowieso ook van toepassing op de voorzitter en de leden van het BCSD. Toch is het wenselijk voor het BCSD om zo een aanvullende code vast te stellen omdat men als voorzitter of lid van het BCSD mee beslist over individuele maatschappelijke dienstverlening en integratie. In die specifieke en belangrijke rol krijgt men te maken met erg gevoelige informatie van kwetsbare mensen voor wie het OCMW vaak het allerlaatste vangnet is. Beslissen in een hulpverleningscontext vergt bijkomende deontologische aandachtspunten voor wie in het BCSD zetelt.
Naast de wettelijke plicht tot geheimhouding is discretie ook erg belangrijk voor het slagen van het hulpverleningstraject. Het opbouwen en behouden van een vertrouwensrelatie tussen de maatschappelijk werker en de cliënt is cruciaal. Pas dan kunnen er goede afspraken gemaakt worden rond rechten en plichten. O.a. daarom is een goede relatie tussen sociale dienst en BCSD heel belangrijk. Discretie en respect voor elkaars rollen, en dus de professionaliteit van de maatschappelijk werkers, staan dan ook centraal in dit aanvullend model van deontologische code.
Samen met Governance and Integrity België(opent nieuw venster) maakte de VVSG een aanvullend model van deontologische code voor de voorzitter en leden van het BCSD. Dit model dient als inspiratie voor de bijzondere comités om zelf aan de slag te gaan en een eigen code op te maken. Zie art. 112 DLB
Deontologische commissie
Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische commissie hebben die waakt over de naleving van de code.
Reflectiekamer integriteit
De VVSG richtte een reflectiekamer op om lokale politici en medewerkers met een integriteitsvraag bij te staan.
Het kan hierbij gaan om een moreel dilemma, het wegen van een vermeende schending van de deontologische code, een vraag over belangenvermenging, enz. De reflectiekamer wordt op vraag van een lid van een lokaal bestuur bijeengeroepen, waarna op systematische wijze onderzocht wordt wat het integere antwoord is op de gestelde kwestie. Het adviesorgaan bestaat uit experts vanuit de steden en gemeenten, geschoold in de methodiek van het moreel beraad. Voor meer info kan je altijd contact opnemen via reflectiekamer.integriteit@vvsg.be.
Kan je als BCSD-voorzitter rechtstreeks een dossierbehandelaar aanspreken en die een opdracht geven?
Strikt gezien kan een BCSD-voorzitter zich niet zomaar wenden tot een personeelslid en die een opdracht geven. Formeel moet je als BCSD-voorzitter eerst de algemeen directeur aanspreken. Dat is natuurlijk praktisch onwerkbaar omdat je als BCSD-voorzitter ook wettelijke opdrachten hebt die je vlot moet kunnen uitoefenen. Altijd opnieuw langs de algemeen directeur passeren, zou een vlotte werking volledig blokkeren. Dat kan opgelost worden door duidelijke afspraken te maken.
We raden dan ook aan om in te zetten op duidelijke afspraken die ook bijgestuurd en aangepast kunnen worden tijdens de bestuursperiode. Door een duidelijk kader te voorzien kunnen onder bepaalde voorwaarden rechtstreekse contacten gelegd worden met personeelsleden. Bijvoorbeeld als het gaat om een vraag tot dringende steun die bij de voorzitter binnenkomt, dan zou het weinig efficiënt zijn als de algemeen directeur eerst zou moeten goedkeuren dat de sociale dienst ingeschakeld wordt. Als BCSD-voorzitter moet je dan meteen contact kunnen leggen met een maatschappelijk werker van dienst. Maar ook bij de andere wettelijke taken van de BCSD-voorzitter is het belangrijk dat vlotte communicatie kan binnen heldere afspraken.
Belangrijk is ook goed te onthouden wat niet kan. Als politicus kan je bijvoorbeeld niet aan dienstbetoon doen. Je kan daarvoor ook zelf geen dossierbehandelaars contacteren. Als voorzitter zelf heb je immers geen individuele beslissingsbevoegdheid (tenzij bij dringende steun, maar ook die moet bekrachtigd worden door het BCSD) en je mag de schijn niet doen ontstaan dat dit wel zo zou zijn. Ook mag je personeelsleden niet onder druk zetten. Het is dan ook belangrijk steeds te werken binnen de deontologische code(s). Voor dringende steun is het dan weer cruciaal te werken binnen het kader dat het BCSD daarover vastgesteld heeft.
Verbodsbepalingen
Dezelfde verbodsbepalingen gelden voor alle lokale mandatarissen (en hun vertrouwenspersonen). Ze mogen niet aanwezig zijn bij de bespreking van en stemming over bepaalde punten. Daarnaast mogen ze bepaalde activiteiten niet uitoefenen. Voor de BCSD-leden (diegene die geen raadslid zijn) gelden de verbodsbepalingen enkel tav het OCMW. Voor de BCSD-voorzitter gelden de verbodsbepalingen zowel tav de gemeente als het OCMW.
Verboden deelname aan bespreking en stemming
Mandatarissen mogen nooit deelnemen aan de bespreking van en de stemming over:
- aangelegenheden waarin ze een rechtstreeks belang hebben: ofwel persoonlijk, ofwel als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod gaat niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen. Om discriminatie te vermijden worden voor de toepassing van deze bepaling personen die wettelijk samenwonen met echtgenoten gelijkgesteld;
- de vaststelling of de goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan ze rekenschap verschuldigd zijn of waarvan ze tot het uitvoerend orgaan behoren. Dit verbod geldt niet voor mandatarissen die als vertegenwoordiger van de gemeente of het OCMW zijn aangewezen in andere rechtspersonen.
Verboden activiteiten
Daarnaast mogen mandatarissen nooit:
- rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werken in geschillen ten behoeve van de gemeente of het OCMW; dat verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de mandataris werken;
- rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werken ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of het OCMW of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente of het OCMW bij geschillen over beslissingen in verband met het werken binnen de gemeente of het OCMW. Dit verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de mandataris werken;
- rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst sluiten met de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of een OCMW-vereniging of ‑vennootschap. Dit verbod geldt niet bij een schenking van de mandataris aan de hierboven opgesomde instellingen en in de gevallen waarbij de mandataris een beroep doet op door die instellingen aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
- rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of OCMW-vereniging of –vennootschap;
- optreden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité.
Interessante teksten
Periode mandaat
Na de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 vindt de installatievergadering van de gemeenteraad plaats op één van de eerste vijf werkdagen van december 2024. In nieuwe fusiegemeenten vindt de installatie van rechtswege plaats op eerste werkdag van januari 2025. Meteen na de installatievergadering vindt de OCMW-raad plaats. Op die eerste OCMW-raad wordt de BCSD-voorzitter gekozen. Dit gebeurt los van de BCSD-leden en dus op een afzonderlijke akte.
De voorzitter wordt verkozen verklaard als de akte van voordracht ondertekend is door een meerderheid van de verkozenen op de lijsten die aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnamen en door de meerderheid van verkozenen die op dezelfde lijst als de voorzitter aan de verkiezingen deelnamen. Is er geen geldige akte, dan volgt binnen de veertien dagen een verkiezing door een geheime stemming onder de OCMW-raadsleden.
Opgelet: Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. Doet men dat toch, dan zijn er voor die persoon zware sancties.
Opvallend is dat als de verkozen BCSD-voorzitter al als schepen de eed afgelegd heeft (en dus al lid is van het college/vast bureau) de voorzitter geen eed meer moet afleggen als BCSD-voorzitter. Door de verkiezing als BCSD-voorzitter start het mandaat. Is de verkozen BCSD-voorzitter echter nog geen schepen of burgemeester, dan moet wel een eed afgelegd worden in de handen van de OCMW-raadsvoorzitter. Pas dan start het mandaat en vanaf dan wordt de BCSD-voorzitter ook lid van het college/vast bureau.
Word je op een later moment verkozen tot BCSD-voorzitter (dat kan als opvolger, maar ook door een nieuwe akte), dan gelden dezelfde regels als hierboven.
Korte afwezigheid
Als je als BCSD-voorzitter kort afwezig bent (bijvoorbeeld door een week vakantie of een griepje) dan kan je een lid van het vast bureau aanduiden als vervanger. Doe je dat niet, of is de vervanger zelf tijdelijk afwezig, dan word je vervangen door het lid van het vast bureau met de hoogste rang. Kan ook die niet dan gaat men de rang verder af. Een BCSD-lid kan je dus niet vervangen, behalve bij overmacht.
Modeldocument: Model om een waarnemend BCSD-voorzitter aan te duiden
Afwezigheid bij decretale verhindering
Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft enkele situaties waarbij je als BCSD-voorzitter tijdelijk vervangen kan worden door een opvolger zonder dat je daardoor definitief het mandaat verliest. Na het beëindigen van de periode van verhindering word je automatisch terug voorzitter. Zo een tijdelijke vervanging kan bij:
- een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens medische redenen, studieredenen of verblijf in het buitenland (vervanging op vraag, gestaafd met een recent geneeskundig getuigschrift met de minimale tijd van afwezigheid of een attest van de onderwijsinstelling of de opdrachtgever);
- ouderschapsverlof voor de geboorte of adoptie van een kind (vervanging op vraag);
- een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens palliatief verlof of verlof voor de bijstand of de verzorging van een zwaar ziek familielid tot en met de tweede graad (vervanging op vraag met een schriftelijk verzoek en een verklaring op erewoord zonder de naam van de patiënt te moeten vermelden);
- het uitoefenen van de volgende functies
- lid is van de federale of Vlaamse Regering of van de Europese Commissie (opgelegde verhindering),
- lid is van de deputatie van de provincieraad of van het college aangesteld door het Brussels Parlement (opgelegde verhindering),
- lid of voorzitter van het federaal, Vlaams of Europees parlement (vervanging op vraag).
De BCSD-voorzitter vraagt (behalve als het gaat om het voorzitterschap of lidmaatschap van de federale of Vlaamse Regering of van de Europese Commissie) zelf om te worden vervangen. Is een zieke voorzitter zelf niet meer in staat om zijn vervanging te vragen, dan wordt hij/zij van rechtswege als verhinderd beschouwd vanaf de derde opeenvolgende vergadering van het BCSD waarop hij/zij niet aanwezig kan zijn en dat zolang zijn afwezigheid duurt.
Wie verhinderd is als gemeenteraadslid, is dat automatisch ook als OCMW-raadslid en als BCSD-voorzitter. Omgekeerd is dat niet zo: men kan zich verhinderd laten verklaren als BCSD-voorzitter, maar toch gemeente- en OCMW-raadslid blijven. We raden dan wel aan dat duidelijk te melden in je brief aan de raadsvoorzitter.
Was je nog geen schepen en lid van het vast bureau toen je tot BCSD-voorzitter verkozen werd, dan ben je een (aan het college) toegevoegde BCSD-voorzitter en gelden volgende modellen:
- Modelbrief om zich als toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van studieredenen.
- Modelbrief om zich als toegevoegde BCSD-voorzitter te laten verklaren omwille van medische redenen.
- Modelbrief om zich als toegevoegde BCSD-voorzitter te laten verklaren omwille van een opdracht in het buitenland.
- Modelbrief om zich als toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van een geboorte.
- Modelbrief om zich als toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van een adoptie.
- Modelbrief om zich als toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van de bijstand of verzorging van een zwaar ziek familielid
+ model van verklaring op eer. - Modelbrief om zich als toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van palliatief verlof
+ model van verklaring op eer. - Modelbrief om zich als toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van het mandaat van parlementslid of - voorzitter
Was je WEL al schepen en lid van het vast bureau toen je tot BCSD-voorzitter verkozen werd, dan ben je een niet-toegevoegd aan het college door het BCSD-voorzitterschap en gelden volgende modellen:
- Modelbrief om zich als niet-toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van studieredenen.
- Modelbrief om zich als niet-toegevoegde BCSD-voorzitter te laten verklaren omwille van medische redenen.
- Modelbrief om zich als niet-toegevoegde BCSD-voorzitter te laten verklaren omwille van een opdracht in het buitenland.
- Modelbrief om zich als niet-toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van een geboorte.
- Modelbrief om zich als niet-toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van een adoptie.
- Modelbrief om zich als niet-toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van de bijstand of verzorging van een zwaar ziek familielid
+ model van verklaring op eer. - Modelbrief om zich als niet-toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van palliatief verlof
+ model van verklaring op eer. - Modelbrief om zich als niet-toegevoegde BCSD-voorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van het mandaat van parlementslid of -voorzitter.
Wanneer eindigt je mandaat als BCSD-voorzitter?
Wie de eed afgelegd heeft als BCSD-voorzitter, blijft in principe voorzitter voor de hele bestuursperiode. Er zijn enkele uitzonderingen:
Verhindering
Je kan in enkele welbepaalde gevallen tijdelijk verhinderd zijn en gedurende die periode vervangen worden. Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft enkele situaties waarbij je als mandataris tijdelijk vervangen kan worden door een opvolger zonder dat je daardoor definitief het mandaat verliest. Na het beëindigen van deze periode van verhindering word je automatisch terug mandataris en wordt je vervanger automatisch weer opvolger.
Ontslag
Je kan zelf beslissen om ontslag te nemen. Een fractie of partij kan dat niet in jouw plaats beslissen.
Constructieve motie van wantrouwen
Je kan afgezet en vervangen worden als de OCMW-raad een constructieve motie van wantrouwen tegen jou goedkeurt. Zo een constructieve motie van wantrouwen kan niet ingediend worden:
- tijdens het eerste jaar na de installatie van de gemeenteraad;
- tijdens de twaalf maanden voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen;
- binnen het jaar nadat een constructieve motie aangenomen wordt.
Een constructieve motie moet formeel ook de juiste procedure volgen en moet:
- uiterlijk acht dagen voor de vergadering van de OCMW-raad aan de algemeen directeur bezorgd worden;
- ondertekend zijn door minstens:
- een meerderheid van de raadsleden,
- twee derden van de raadsleden van elk van de fracties waartoe de raadsleden in de gemeenteraad behoren die de motie ondersteunen. Bij een fractie van twee verkozenen volstaat één handtekening;
- twee derden de van de raadsleden van de fractie waartoe de comitévoorzitter behoort. Dit hoeft niet als de motie het gevolg is van een collectieve motie die aangenomen is door de gemeenteraad waarbij de BCSD-voorzitter gevat werd als lid van het college. Dat is enkel mogelijk als de BCSD-voorzitter al lid is van het college voor het mandaat van BCSD-voorzitter begonnen is;
- een nieuwe kandidaat voordragen en de daarvoor een ontvankelijke akte aan de motie toevoegen.
- De algemeen directeur bezorgt de ingediende constructieve moties en de bijgevoegde akte aan de raadsvoorzitter, die nakijkt op de motie en akte aan alle voorwaarden voldoen. Het is dan aan de OCMW-raad om te beslissen de constructieve motie van wantrouwen al dan niet aan te nemen. Gebeurt dat, dan verliest de BCSD-voorzitter het mandaat en wordt hij/zij vervangen door de voorgedragen kandidaat. Art. 104 DLB
Tuchtmaatregel
Je kan door de Vlaamse regering door een tuchtmaatregel geschorst of afgezet worden;
Vervallen verklaring mandaat
Wanneer je niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden (bijvoorbeeld omdat je verhuisd bent naar een andere gemeente) en weigert ontslag te nemen kan de raad je mandaat van raadslid vervallen verklaren. Daardoor vervalt ook je BCSD-voorzitterschap.
Einddatum bereikt
Bij het bereiken van de einddatum (als die ingevuld werd op de akte op basis waarvan je BCSD-voorzitter geworden bent);
Overlijden
Wanneer je zou overlijden tijdens de bestuursperiode.
Als je vóór de aanstelling tot BCSD-voorzitter nog geen lid was van het college en het vast bureau, dan gelden een verhindering, ontslag, afzetting, schorsing, vervallenverklaring als BCSD-voorzitter ook voor de mandaten in het college en het vast bureau.
Ontslag nemen als BCSD-voorzitter
Als BCSD-voorzitter kan je ontslag nemen door dat schriftelijk mee te delen aan de voorzitter van de OCMW-raad. Het maakt daarbij niet uit of dit via een brief of e-mail gebeurt. Belangrijk is dat je vanaf dan het ontslag niet meer kan intrekken. Je blijft wel lid van het BCSD-voorzitter tot je opvolger geïnstalleerd is, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid. Zie art. 103 DLB
- Model van ontslagbrief als BCSD-voorzitter die voor het mandaat REEDS deel uitmaakte van het college/vast bureau
- Model van ontslagbrief als BCSD-voorzitter die voor het mandaat NOG GEEN deel uitmaakte van het college/vast bureau
Tips
Als BCSD-voorzitter kan je echt wel het verschil maken. Een gouden formule daarvoor bestaat niet.
Hieronder wel een aantal tips:
- sta open voor suggesties en de mening van andere BCSD-leden en van de maatschappelijk werkers van de OCMW sociale dienst;
- breng BCSD-leden en de medewerkers van de OCMW-sociale dienst regelmatig samen (rond een thema of met het oog op het formuleren van een beleidsadvies);
- bekwaam je in basics van de basisregelgeving (werking BCSD - OCMW maatschappelijke dienstverlening - maatschappelijke integratie/leefloon);
- leid de BCSD-vergaderingen, maar domineer ze niet;
- zorg voor vertrouwen bij het hoorrecht van cliënten;
- laat ruimte voor advies en inhoudelijke discussie binnen het BCSD los van de traditionele agenda, via varia rondje of aparte (thematische) bijeenkomsten.