Voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst zijn

Taken

Voorzitten van de vergadering BCSD

Voorafgaand aan de vergadering 

De voorzitterstaak begint al bij de voorbereiding van het BCSD. Het is jouw taak om de zaken die voorgelegd worden voorafgaand te onderzoeken. Vaak gebeurt dit door een overleg met het diensthoofd van de sociale dienst. Na dat overleg kan overgegaan worden tot het vaststellen van de agenda en dien je de oproeping te versturen naar de BCSD-leden. Worden er door de BCSD-leden nog punten aan de agenda toegevoegd, dan dien je de agenda opnieuw vast te stellen. In principe wordt het BCSD bijeengeroepen op de afgesproken tijdstippen, maar als voorzitter kan je ook buitengewone vergaderingen bijeenroepen. Dat kan wel enkel als er spoedeisende redenen voor zijn.

De vergadering zelf

Als voorzitter is het je taak de vergadering te openen, voor te zitten en te sluiten. Je staat in voor een ordelijke verloop van de vergadering, bewaakt de agenda, let op de klok, zorgt dat comitéleden het woord krijgen, etc. Als voorzitter kan je ook de vergadering schorsen. Dit is een korte onderbreking van het BCSD bijvoorbeeld om de rust in de vergadering te doen weerkeren of een en ander uit te zoeken.

Na de vergadering

Het is niet de taak van de voorzitter de notulen op te maken, maar je dient ze wel te ondertekenen nadat ze goedgekeurd werden door het BCSD. 

Dringende steun

Een cruciale taak als BCSD-voorzitter is het beslissen over dringende steunvragen. Soms is een hulpvraag zo acuut dat er niet gewacht kan worden tot de volgende vergadering van het BCSD. De sociale dienst zal dan aan de BCSD-voorzitter een beslissing vragen om dringende steun toe te kennen. Komt de vraag rechtstreeks bij de voorzitter zelf binnen, dan is het belangrijk dat er meteen een maatschappelijk werker betrokken wordt.

Belangrijk is dat als je als BCSD-voorzitter beslist een dringende steun toe te kennen, dat je dat altijd doet binnen de grenzen die het BCSD bepaald heeft in het huishoudelijk reglement. Dringend steun kan zowel materieel (voeding, kledij,..) als financieel zijn. In het decreet over het lokaal bestuur wordt deze taak expliciet bevestigd ten aanzien van daklozen, maar ook niet-daklozen kunnen recht hebben op dringende steun. Het BCSD zal deze beslissingen op haar eerstvolgende bijeenkomst dienen te bevestigen.

Wat als het BCSD weigert een beslissing dringende steun van de voorzitter te bekrachtigen?

Het BCSD stelt een kader vast waarbinnen de voorzitter kan beslissen om dringende steun te verlenen. Belangrijk is dat de voorzitter binnen dat kader blijft. Is dat zo, dan is het vaak maar een formaliteit dat het BCSD de voorzittersbeslissing bekrachtigt. Toch kan het ook zijn dat het BCSD weigert de dringende steun te bekrachtigen. Een niet-bekrachtiging  betekent dat er geen rechtsgevolgen meer verbonden kunnen worden aan die beslissing. De uitwerking van de beslissing wordt vanaf dat moment dus opgeheven. Toch betekent dat niet altijd dat de steun teruggevorderd zal kunnen worden. Of dat ook gebeurt, hangt af van de concrete situatie. Heeft het OCMW bijvoorbeeld een borg of huur reeds betaald vooraleer het BCSD besliste om de steun niet te bekrachtigen, dan wordt een terugvordering niet evident. Dit tenzij aangetoond wordt dat de beslissing niet wettelijk was. Is er echter nog geen betaling geweest voor de niet-bekrachtiging door het BCSD, dan zal die betaling ook niet meer plaatsvinden.

Zoals hierboven aangehaald is het belangrijk voor de BCSD-voorzitter om dringende steun enkel te verlenen binnen het kader dat door het BCSD werd vastgesteld. Vindt de BCSD-voorzitter dat kader niet rechtvaardig, dan kan de voorzitter enkel proberen het BCSD te overtuigen om dat kader aan te passen. Handelt de voorzitter niet volgend het afgesproken kader, dan neemt hij/zij een beslissing die hij/zij eigenlijk niet kan nemen. De kans bestaat dan dat het BCSD deze beslissing niet bekrachtigt. Mogelijk kan het OCMW de voorzitter ook aanspreken voor de betaalde steun die gegeven werd buiten het afgesproken kader. De voorzitter heeft er dus alle belang bij om dat te vermijden.

Lid van het college en vast bureau

Als BCSD-voorzitter ben je lid van het college en het vast bureau. Je hebt daar een volwaardige rol en kan ook net als de andere leden de opdracht krijgen om bepaalde beleidsdomeinen op te volgen. Je kan bijvoorbeeld dus perfect ook schepen van personeel of sport zijn. Was je voor het BCSD-voorzitterschap nog geen lid van het college en vast bureau, dan zal je wel de laatste schepen in rang zijn. Al kan de raad steeds beslissen om de rangorde te wijzigen en je als toegevoegde BCSD-voorzitter een andere plaats te geven in de rangorde. Natuurlijk kan je geen individuele dossiers van BCSD-cliënten bespreken op het vast bureau of college. Wel zou je kunnen signaleren dat er bijvoorbeeld opvallend veel mensen zijn die in energie-armoede terecht komen. Op die manier kan het beleid sneller anticiperen.

Ondertekeningsbevoegdheid overdragen

Als BCSD-voorzitter moet je vele stukken tekenen. Je kan beslissen om bepaalde stukken in jouw plaats te laten ondertekenen door een BCSD-lid dat je daartoe aanwijst. Zie het VVSG-model om delegatie van ondertekening mogelijk te maken.

 

Rechten en plichten

Als voorzitter van het BCSD ben je ook raadslid van gemeente en OCMW. Je hebt dus dezelfde rechten en plichten. In de feiten zijn er wel een aantal verschillen:

  • Aangezien het je taak is de agenda van het BCSD vast te stellen, en het voorafgaand onderzoek daarvan te doen, zal je veel sneller dan de raadsleden toegang hebben tot die stukken.
  • In tegenstelling tot de gewone BCSD-leden heb je niet het recht om zelf nog punten aan de vastgestelde agenda toe te voegen. Wel kunnen tijdens de vergadering punten bij hoogdringendheid toegevoegd worden. Maar dan moet dat gemotiveerd zijn, en moet twee derden van het BCSD daarmee akkoord gaan.
  • Als lid van het college heb je dezelfde rechten als de andere schepenen (en leden van het vast bureau).
  • Theoretisch gezien kan je ook gebruik maken van het recht om mondelinge en schriftelijke vragen te stellen aan het college en vast bureau. Maar als lid van beide organen is dat wel merkwaardig. Het gaat immers om collegiale organen. Zit je met vragen voor het college of vast bureau, dan kan je die best daar stellen om dan samen naar antwoorden en oplossingen te zoeken.

Kan een BCSD-voorzitter permante toegang vragen tot het hele intranet van het OCMW?

Nee, het is niet de bedoeling is dat je als BCSD-voorzitter een permanente toegang hebt tot alle dossiers. Dat kan enkel binnen een bepaald decretaal doel. Toegang tot dossiers kan enkel als dat wettelijk of decretaal voorzien is, bijvoorbeeld om de agenda voor te bereiden. Maar zelfs dan is het eigenlijk de sociale dienst die alles voorbereidt en aanlevert. Bij het BCSD-voorzitterschap is het dan ook cruciaal om een goede relatie te hebben met het hoofd van de sociale dienst. Enkel op die manier kan een BCSD goed werken. Als voorzitter kan je net als de andere BCSD-leden wel altijd inzage vragen en krijgen tot die dossiers, maar dat is van een andere orde dan standaardtoegang.  

Deontologie

Om te weten welke deontologische bepalingen nageleefd moeten worden als lokaal mandataris, moet je de eigen deontologische codes(?) opvragen. Blijven er concrete vragen die moeilijk opgelost geraken, dan kan men een beroep doen op de reflectiekamer integriteit van de VVSG.

Algemene deontologische code

Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische code hebben voor lokale mandatarissen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. Een deontologische code is er in de eerste plaats om een veilige omgeving te creëren waarbinnen lokale mandatarissen kunnen werken. Een goede deontologische code geeft een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden:

  • dienstbaarheid,
  • functionaliteit,
  • onafhankelijkheid,
  • openheid,
  • vertrouwelijkheid,
  • zorgvuldigheid.

Inspiratie deontologische code

Samen met Just(opent nieuw venster) maakte de VVSG een inspiratie-deontologische code voor mandatarissen waarmee de raden zelf aan de slag kunnen gaan om een eigen code, op maat van de lokale context, op te maken.

Specifieke deontologische code voor het BCSD

Het BCSD kan een eigen deontologische code aannemen. Belangrijk is dat deze code de algemene code voor mandatarissen niet vervangt, want die is na de vaststelling door de OCMW-raad sowieso ook van toepassing op de voorzitter en de leden van het BCSD. Toch is het wenselijk voor het BCSD om zo een aanvullende code vast te stellen omdat men als voorzitter of lid van het BCSD mee beslist over individuele maatschappelijke dienstverlening en integratie. In die specifieke en belangrijke rol krijgt men te maken met erg gevoelige informatie van kwetsbare mensen voor wie het OCMW vaak het allerlaatste vangnet is. Beslissen in een hulpverleningscontext vergt bijkomende deontologische aandachtspunten voor wie in het BCSD zetelt.

Naast de wettelijke plicht tot geheimhouding is discretie ook erg belangrijk voor het slagen van het hulpverleningstraject. Het opbouwen en behouden van een vertrouwensrelatie tussen de maatschappelijk werker en de cliënt is cruciaal. Pas dan kunnen er goede afspraken gemaakt worden rond rechten en plichten. O.a. daarom is een goede relatie tussen sociale dienst en BCSD heel belangrijk. Discretie en respect voor elkaars rollen, en dus de professionaliteit van de maatschappelijk werkers, staan dan ook centraal in dit aanvullend model van deontologische code.

Samen met Governance and Integrity België(opent nieuw venster) maakte de VVSG een aanvullend model van deontologische code voor de voorzitter en leden van het BCSD. Dit model dient als inspiratie voor de bijzondere comités om zelf aan de slag te gaan en een eigen code op te maken. Zie art. 112 DLB

Deontologische commissie

Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische commissie hebben die waakt over de naleving van de code. 

Reflectiekamer integriteit

De VVSG richtte een reflectiekamer op om lokale politici en medewerkers met een integriteitsvraag bij te staan.
Het kan hierbij gaan om een moreel dilemma, het wegen van een vermeende schending van de deontologische code, een vraag over belangenvermenging, enz. De reflectiekamer wordt op vraag van een lid van een lokaal bestuur bijeengeroepen, waarna op systematische wijze onderzocht wordt wat het integere antwoord is op de gestelde kwestie. Het adviesorgaan bestaat uit experts vanuit de steden en gemeenten, geschoold in de methodiek van het moreel beraad. Voor meer info kan je altijd contact opnemen via reflectiekamer.integriteit@vvsg.be.

Kan je als BCSD-voorzitter rechtstreeks een dossierbehandelaar aanspreken en die een opdracht geven?

Strikt gezien kan een BCSD-voorzitter zich niet zomaar wenden tot een personeelslid en die een opdracht geven. Formeel moet je als BCSD-voorzitter eerst de algemeen directeur aanspreken. Dat is natuurlijk praktisch onwerkbaar omdat je als BCSD-voorzitter ook wettelijke opdrachten hebt die je vlot moet kunnen uitoefenen. Altijd opnieuw langs de algemeen directeur passeren, zou een vlotte werking volledig blokkeren. Dat kan opgelost worden door duidelijke afspraken te maken.

We raden dan ook aan om in te zetten op duidelijke afspraken die ook bijgestuurd en aangepast kunnen worden tijdens de bestuursperiode. Door een duidelijk kader te voorzien kunnen onder bepaalde voorwaarden rechtstreekse contacten gelegd worden met personeelsleden. Bijvoorbeeld als het gaat om een vraag tot dringende steun die bij de voorzitter binnenkomt, dan zou het weinig efficiënt zijn als de algemeen directeur eerst zou moeten goedkeuren dat de sociale dienst ingeschakeld wordt. Als BCSD-voorzitter moet je dan meteen contact kunnen leggen met een maatschappelijk werker van dienst. Maar ook bij de andere wettelijke taken van de BCSD-voorzitter is het belangrijk dat vlotte communicatie kan binnen heldere afspraken.

Belangrijk is ook goed te onthouden wat niet kan. Als politicus kan je bijvoorbeeld niet aan dienstbetoon doen. Je kan daarvoor ook zelf geen dossierbehandelaars contacteren. Als voorzitter zelf heb je immers geen individuele beslissingsbevoegdheid (tenzij bij dringende steun, maar ook die moet bekrachtigd worden door het BCSD) en je mag de schijn niet doen ontstaan dat dit wel zo zou zijn. Ook mag je personeelsleden niet onder druk zetten. Het is dan ook belangrijk steeds te werken binnen de deontologische code(s). Voor dringende steun is het dan weer cruciaal te werken binnen het kader dat het BCSD daarover vastgesteld heeft.

 

Verbodsbepalingen

Dezelfde verbodsbepalingen gelden voor alle lokale mandatarissen (en hun vertrouwenspersonen). Ze mogen niet aanwezig zijn bij de bespreking van en stemming over bepaalde punten. Daarnaast mogen ze bepaalde activiteiten niet uitoefenen. Voor de BCSD-leden (diegene die geen raadslid zijn) gelden de verbodsbepalingen enkel tav het OCMW. Voor de BCSD-voorzitter gelden de verbodsbepalingen zowel tav de gemeente als het OCMW.

Verboden deelname aan bespreking en stemming

Mandatarissen mogen nooit deelnemen aan de bespreking van en de stemming over:

  • aangelegenheden waarin ze een rechtstreeks belang hebben: ofwel persoonlijk, ofwel als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod gaat niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen. Om discriminatie te vermijden worden voor de toepassing van deze bepaling personen die wettelijk samenwonen met echtgenoten gelijkgesteld;
  • de vaststelling of de goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan ze rekenschap verschuldigd zijn of waarvan ze tot het uitvoerend orgaan behoren. Dit verbod geldt niet voor mandatarissen die als vertegenwoordiger van de gemeente of het OCMW zijn aangewezen in andere rechtspersonen.

Verboden activiteiten

Daarnaast mogen mandatarissen nooit:

  • rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werken in geschillen ten behoeve van de gemeente of het OCMW; dat verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de mandataris werken;
  • rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werken ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of het OCMW of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente of het OCMW bij geschillen over beslissingen in verband met het werken binnen de gemeente of het OCMW. Dit verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de mandataris werken;
  • rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst sluiten met de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of een OCMW-vereniging of ‑vennootschap. Dit verbod geldt niet bij een schenking van de mandataris aan de hierboven opgesomde instellingen en in de gevallen waarbij de mandataris een beroep doet op door die instellingen aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
  • rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of OCMW-vereniging of –vennootschap;
  • optreden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité.

Interessante teksten

Periode mandaat

Tips

Als BCSD-voorzitter kan je echt wel het verschil maken. Een gouden formule daarvoor bestaat niet.
Hieronder wel een aantal tips:

  • sta open voor suggesties en de mening van andere BCSD-leden en van de maatschappelijk werkers van de OCMW sociale dienst;
  • breng BCSD-leden en de medewerkers van de OCMW-sociale dienst regelmatig samen (rond een thema of met het oog op het formuleren van een beleidsadvies);
  • bekwaam je in basics van de basisregelgeving (werking BCSD - OCMW maatschappelijke dienstverlening - maatschappelijke integratie/leefloon);
  • leid de BCSD-vergaderingen, maar domineer ze niet;
  • zorg voor vertrouwen bij het hoorrecht van cliënten;
  • laat ruimte voor advies en inhoudelijke discussie binnen het BCSD los van de traditionele agenda, via varia rondje of aparte (thematische) bijeenkomsten.