Raadslid zijn

Als raadslid vertegenwoordig je de lokale bevolking en vorm je de brug tussen burgers en de overheid. Door te luisteren naar wat er leeft in de samenleving, ontwikkel je een onderbouwde visie op lokaal beleid. Je communiceert oprecht, kent de werking van het bestuur en respecteert alle regels en verantwoordelijkheden die bij je mandaat horen.

Rollen

Deelnemen aan het bestuur

Als gemeente- en OCMW-raadslid ben je een volksvertegenwoordiger die, als mede-inwoner, het vertrouwen krijgt om namens de bevolking samen met de andere raadsleden beslissingen te nemen. Je het als individueel raadslid geen beslissingsbevoegdheid. Beslissen doet de raad als orgaan. Gaat meer dan de helft van de raadsleden akkoord met een voorstel, dan is er een beslissing. Als raadslid heb je dus geen persoonlijke bestuursbevoegdheid, maar heb je de plicht mee te werken aan de totstandkoming van beslissingen en het beleid van het bestuur. Je weegt lokale behoeften tegen elkaar af en zorgt mee voor goed doordachte en onderbouwde beleidskeuzes. Soms ben je als raadslid ook mee bestuurder van instellingen en diensten van gemeente en OCMW. 

Democratische controle waarborgen

Nadat de raad de grote lijnen van het beleid uittekent, gaat het college en het vast bureau daar mee aan de slag. Als raadslid is het jouw taak om toe te kijken of het beleid goed uitgevoerd wordt en de regels daarbij gevolgd worden. Om die taakte kunnen uitvoeren heeft de decreetgever je verschillende rechten gegeven die een “gewone” burger niet heeft. Zo heb je bijvoorbeeld het recht om punten op de agenda van de raadsvergadering te zetten, heb je een verregaand inzagerecht in de documenten van de gemeente, heb je het recht om de diensten van de gemeente te bezoeken en kan je mondelinge en schriftelijke vragen stellen aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen.  

Organiseren van burgerparticipatie

Als raadslid heb je mee het beleid uitgetekend en leg je mee verantwoording af voor de keuzes die de gemeente en het OCMW maken. Ook al heb je anders gestemd of ben je het niet eens met het beleid, dan nog informeer je de burger waarom de raad wél zo gestemd heeft. Uiteraard kan je daarbij aangeven waarom je het er zelf niet mee eens bent. Cruciaal daarbij is dat je de burger steeds informeert met feiten en achtergronden. Belangrijk is ook dat je de burger probeert te betrekken. Het is de taak van de gemeenteraad om de participatie van de bevolking te organiseren. Als raadslid denk je mee na over hoe dat zinvol kan gebeuren.

Rechten en plichten

Deontologie

Om te weten welke deontologische bepalingen nageleefd moeten worden als lokaal mandataris, moet je de eigen deontologische code opvragen. Blijven er concrete vragen die moeilijk opgelost geraken, dan kan men een beroep doen op de reflectiekamer integriteit van de VVSG.

Deontologische code

Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische code hebben voor lokale mandatarissen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. Een deontologische code is er in de eerste plaats om een veilige omgeving te creëren waarbinnen lokale mandatarissen kunnen werken. Een goede deontologische code geeft een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden:

  • dienstbaarheid,
  • functionaliteit,
  • onafhankelijkheid,
  • openheid,
  • vertrouwelijkheid,
  • zorgvuldigheid.

Inspiratie deontologische code

Samen met Just(opent nieuw venster) maakte de VVSG een inspiratie-deontologische code voor mandatarissen waarmee de raden zelf aan de slag kunnen gaan om een eigen code, op maat van de lokale context, op te maken.

Deontologische commissie

Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische commissie hebben die waakt over de naleving van de code. 

Reflectiekamer integriteit

De VVSG richtte een reflectiekamer op om lokale politici en medewerkers met een integriteitsvraag bij te staan.
Het kan hierbij gaan om een moreel dilemma, het wegen van een vermeende schending van de deontologische code, een vraag over belangenvermenging, enz. De reflectiekamer wordt op vraag van een lid van een lokaal bestuur bijeengeroepen, waarna op systematische wijze onderzocht wordt wat het integere antwoord is op de gestelde kwestie. Het adviesorgaan bestaat uit experts vanuit de steden en gemeenten, geschoold in de methodiek van het moreel beraad. Voor meer info kan je altijd contact opnemen via reflectiekamer.integriteit@vvsg.be.

De voornaamste bedoeling van een deontologische code is een omgeving scheppen waarbinnen mandatarissen veilig kunnen werken. Wanneer de code echter manifest geschonden wordt, moet dat duidelijk gemaakt worden. Het grote probleem daarbij is dat de decreetgever geen sanctiemogelijkheden voorziet voor deontologische inbreuken op de code. Wanneer men lokaal een duidelijk signaal wil geven aan mandatarissen die een inbreuk begaan tegen de code, dan moet men dat regelen. Enkele belangrijke zaken waarmee men rekening moet houden:

  • Tucht voor raadsleden bestaat niet. Tuchtstraffen zoals een schorsing of een blaam zijn dan ook niet mogelijk. Zelfs voor uitvoerende mandatarissen, waarvoor tucht wel bestaat, is het niet aan het lokale niveau, maar aan de Vlaamse regering om dergelijke sancties uit te spreken. 
  • Het decreet lokaal bestuur voorziet geen sancties tegen raadsleden, waardoor sommigen stellen dat zelfs een terechtwijzing van een raadslid niet mogelijk is. Dit omdat het dan een verdoken vorm zou zijn van een tuchtsanctie. De VVSG is van mening dat de raad wel altijd kan vaststellen dat bepaald gedrag van een raadslid niet in overeenstemming is met de deontologische code. En wanneer een dergelijke inbreuk vastgesteld wordt, kan de raad het raadslid daar ook op wijzen.
  • We adviseren wel om de vaststelling en beoordeling van inbreuken aan de gemeenteraad/OCMW-raad te laten, na advies van de deontologische commissie. De raad is immers juridisch het sterkste orgaan om daarover iets te zeggen.
  • Wanneer het gaat om mogelijk strafrechtelijke inbreuken, dan is een melding bij politie, parket of Audit Vlaanderen steeds nodig.
  • Een klacht bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur of de gouverneur kan ook, maar die kunnen niet optreden tegen een individueel raadslid. Het toezicht kan hoogstens een moreel advies geven, maar niet sanctioneren.

Verbodsbepalingen

Raadsleden (en eventueel ook hun vertrouwensperso(o)n(en)) mogen niet aanwezig zijn bij de bespreking van en stemming over bepaalde punten. Daarnaast mogen ze bepaalde activiteiten niet uitoefenen.

Verboden deelname aan bespreking en stemming

Raadsleden mogen nooit deelnemen aan de bespreking van en de stemming over:

  • aangelegenheden waarin ze een rechtstreeks belang hebben: ofwel persoonlijk, ofwel als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod gaat niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen. Om discriminatie te vermijden worden voor de toepassing van deze bepaling personen die wettelijk samenwonen met echtgenoten gelijkgesteld;
  • de vaststelling of de goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan ze rekenschap verschuldigd zijn of waarvan ze tot het uitvoerend orgaan behoren. Dit verbod geldt niet voor raadsleden die als vertegenwoordiger van de gemeente of het OCMW zijn aangewezen in andere rechtspersonen.

Verboden activiteiten

Daarnaast mogen raadsleden nooit:

  • rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werken in geschillen ten behoeve van de gemeente of het OCMW; dat verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het raadslid werken;
  • rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werken ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of het OCMW of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente of het OCMW bij geschillen over beslissingen in verband met het werken binnen de gemeente of het OCMW. Dit verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het raadslid werken;
  • rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst sluiten met de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of een OCMW-vereniging of ‑vennootschap. Dit verbod geldt niet bij een schenking van het raadslid aan de hierboven opgesomde instellingen en in de gevallen waarbij het raadslid een beroep doet op door die instellingen aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
  • rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of OCMW-vereniging of –vennootschap;
  • optreden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité.

Hoe interpreteer je of er een rechtstreeks belang is?

Het is in de eerste plaats aan het raadslid zelf om uit te maken of hij/zij aanwezig kan zijn tijdens de bespreking van een punt. Dat is altijd een afweging, zowel op juridisch als deontologisch vlak. 

Deontologisch 

Deontologisch is het van belang te kijken wat de eigen deontologische code daarover zegt. Voor deontologische standpunten van de VVSG is er de reflectiekamer integriteit. 

Juridisch 

Juridisch moet een afweging gemaakt worden of er een rechtstreeks belang is. De rechtsleer en rechtspraak geven volgende elementen aan: 

  1. Het raadslid (of de verwant) moet een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. 
    Dat is in principe een materieel of financieel belang en heeft dus een invloed op de inkomsten van het raadslid (of de verwant). Rechtstreeks betekent dat het belang het raadslid (of de verwant) zelf ten goede komt, of juist niet. Persoonlijk betekent dat het niet gaat om een collectief belang, waarbij het agendapunt voor een grotere groep mensen van belang is. Een voorbeeld van een collectief belang is de wijziging aan een ruimtelijk structuurplan waarbij een hele wijk betrokken is. Aanvullend, maar zeker niet onbelangrijk is de uitspraak van de Raad van State (nr. 143.663 van 26 april 2005) waarin een rechtstreeks belang wordt omschreven als: “alle belangen waarvan het gemeenteraadslid niet met redelijke zekerheid kan worden geacht voldoende afstand te kunnen nemen om de belangen van zijn gemeentebestuur voorrang te verlenen boven zijn persoonlijke belangen (…) Het volstaat dat de gegevens van de zaak aannemelijk maken dat bij beraadslaging in de schoot van de gemeenteraad een belangenvermenging in de persoon van een gemeenteraadslid mogelijk was en dat deze aldus in de verleiding kan komen om zijn belangen op die van de gemeente te laten prevaleren”. 
    Een moreel belang speelt dus ook een rol.  
  2. Het belang moet actueel zijn bij de bespreking en de beslissing van het agendapunt. 

Interessante artikels

Periode mandaat

Wanneer begint je mandaat als raadslid?

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 is duidelijk wie verkozen is als gemeenteraadslid en wie opvolger is. De installatievergadering van de gemeenteraad vindt plaats op één van de eerste vijf werkdagen van december 2024. In nieuwe fusiegemeenten vindt de installatie van rechtswege plaats op de eerste werkdag van januari 2025. 

De gemeenteraad onderzoekt op de installatievergadering de geloofsbrieven van de verkozen personen die de eed willen afleggen als gemeenteraadslid. Daarbij wordt nagegaan of de verkozene voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en of de verkozenen zich niet bevinden in een onverenigbaarheid. Worden de geloofsbrieven goedgekeurd, dan kan de verkozene de eed afleggen in handen van de raadsvoorzitter. Vanaf dat moment is de verkozene effectief gemeenteraadslid en (behalve in de zes faciliteitengemeenten rond Brussel en in Voeren) van rechtswege ook OCMW-raadslid. Men kan zelf afzien van het mandaat van raadslid door:

  • als verkozene aanwezig te zijn op de installatievergadering, maar te weigeren om de eed af te leggen,
  • dit schriftelijk te doen vóór de installatievergadering (verzaken),
  • als verkozene niet aanwezig te zijn op de installatievergadering en daarna zonder geldige reden ook afwezig te zijn op de volgende vergadering.

Wie niet rechtstreeks verkozen werd als raadslid, is verkozen tot opvolger. Voor elke lijst is een volgorde van opvolgers opgemaakt, waarna per mandaat dat vrijkomt de eerstvolgende opvolger de kans krijgt de eed af te leggen. Ook hier worden eerst de geloofsbrieven onderzocht en als die goedgekeurd worden, kan de eed afgelegd worden. 

Tijdelijke vervanging (verhindering)

Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft enkele situaties waarbij je als raadslid tijdelijk vervangen kan worden door een opvolger zonder dat je daardoor definitief het mandaat verliest. Na het beëindigen van deze periode van verhindering word je automatisch terug raadslid en wordt je vervanger automatisch weer opvolger. Zo een tijdelijke vervanging kan bij:

  • een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens medische redenen, studieredenen of verblijf in het buitenland (vervanging op vraag met een recent geneeskundig getuigschrift met de minimale tijd van afwezigheid of een attest van de onderwijsinstelling of de opdrachtgever);
  • ouderschapsverlof voor de geboorte of adoptie van een kind (vervanging op vraag);
  • een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens palliatief verlof of verlof voor de bijstand of de verzorging van een zwaar ziek familielid tot en met de tweede graad (vervanging op vraag met een schriftelijk verzoek en een verklaring op erewoord zonder de naam van de patiënt te moeten vermelden);
  • het raadslid dat Europees Commissaris is (vervanging op vraag);
  • het raadslid dat geschorst is voor inbreuken op de kieswetgeving.

Het raadslid vraagt (behalve bij een schorsing voor inbreuken op de kieswetgeving) zelf om te worden vervangen. Is een zieke mandataris zelf niet meer in staat om zijn vervanging te vragen, dan wordt hij van rechtswege als verhinderd beschouwd vanaf de derde opeenvolgende vergadering van de gemeenteraad waarop hij niet aanwezig kan zijn en dat zolang zijn afwezigheid duurt.
Wie verhinderd is als gemeenteraadslid, is dat automatisch ook als OCMW-raadslid.

Modeldocumenten

 

Wie de eed afgelegd heeft als raadslid blijft in principe raadslid voor de hele bestuursperiode.
Er zijn enkele uitzonderingen:

  • Er zijn bepaalde gevallen waarin iemand tijdelijk raadslid wordt omdat het effectieve raadslid verhinderd is (tijdelijk vervangen). Bij het einde van de verhindering (tijdelijke vervanging) neemt het oorspronkelijke raadslid het mandaat weer op en wordt het tijdelijke raadslid weer opvolger.
  • Je kan als raadslid zelf beslissen om ontslag te nemen (schriftelijk aan de raadsvoorzitter). De fractie of de partij kan dat niet in jouw plaats beslissen.
  • Wanneer je niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden (bijvoorbeeld omdat je verhuisd bent naar een andere gemeente) en weigert ontslag te nemen, kan de raad je mandaat vervallen verklaren.
  • Wanneer je overlijdt tijdens de bestuursperiode.

Tips

Als raadslid kan je echt wel het verschil maken. Een gouden formule daarvoor bestaat niet.
Hieronder wel een aantal tips:

  • Luister naar en betrek de burger. Ga naar de wijken, ondernemingen en verenigingen. Maak daarbij duidelijk dat je beschikbaar bent om te luisteren en te informeren, dat je kan doorverwijzen en kan opvolgen, maar dat je niet kan meewerken aan voorspraak.
  • Probeer bij te dragen aan een sfeer van vertrouwen tussen meerderheid en oppositie. Begrip en respect voor de rol van een ander zijn belangrijke sleutels voor een waardevol democratisch en transparant debat.
  • Probeer er voor te zorgen dat grote dossiers niet enkel in een laatste en puur formele eindfase op de raad belanden, maar al veel vroeger, zodat de raad echt betrokken wordt.
  • Bespreek goed met de leden van je fractie wie welke taken uitoefent en wie welke thema’s opvolgt. De wereld (ook lokaal) is zo complex dat alles opvolgen onmogelijk geworden is.
  • Gebruik je rechten (vragen stellen, punten op de agenda plaatsen, etc.) en gebruik het huishoudelijk reglement als bestuurlijke basis voor je raadswerk.
  • Blijf steeds binnen het wetgevende en deontologische kader. Denk er bijvoorbeeld aan dat persoonlijke gegevens van mensen niet gedeeld mogen worden.
  • Laat je niet ontmoedigen als het moeilijk gaat.
  • Zorg voor een goede relatie met de administratie.
  • Volg opleidingen (zie het VVSG-aanbod via de politieke academie) zowel om inhoudelijk bij te leren, als voor het verbeteren van vaardigheden (zoals onderhandelen, spreken voor publiek,…).
  • Vergeet de media niet te overtuigen van je werk en gebruik zelf de sociale media om je raadswerk in de verf te zetten. Probeer steeds kritisch maar constructief te zijn.
  • Zorg voor een goede balans van het raadswerk met de andere zaken in je leven (gezin, vrienden, job, hobby’s). Enkel dan zal je op langere termijn de nodige energie kunnen blijven opbrengen voor je mandaat (en de rest).
  • Besef dat de wereld snel verandert. Het is goed om als raadslid ook af en toe te kijken naar de complexe en heel snel veranderende context waarbinnen we leven en waarbinnen lokale besturen opereren.