“Ik wil de beste zijn. Niet gewoon goed, niet de tweede beste. De beste.” Isa zegt het met de glimlach, maar hij meent het. Hij is gemotiveerd. Voor Carola van de jobdienst van de sociale dienst van Beringen zit een pittige uitdaging in de gedaante van een man die in Turkije onder andere leraar was, en nu in België voor zijn gezin wil zorgen - met een job die bij hem past.
Isa kwam 5 jaar geleden uit Turkije naar België. Na een jaar in de vluchtelingenopvang, vindt hij een woning in de buurgemeente en daar klopt hij aan bij het OCMW. Zijn eerste sociaal werker brengt een leefloon in orde, en zorgt ervoor dat hij taallessen kan volgen. Isa is een intelligente man, die dus ook wel wat frustraties heeft over het ‘systeem’ in België. De sociaal werkers volgen elkaar op, waardoor hij het gevoel heeft niet echt begeleid te zijn in die eerste twee jaar. Hoewel hij ook beroep kan doen op o.a. een buddy om hem wegwijs te maken in de regio en de papierwinkel. Het nummer van Ronny zit nog in zijn telefoon: “De Ramadan begint vandaag, en dan stuurt hij mij een bericht, en ik doe hetzelfde op jullie feestdagen. We houden contact, hé.”
Na twee jaar Nederlandse les krijgt Isa de boodschap dat het tijd is om werk te gaan zoeken. Carola ontmoet hem; hij is een beetje verrast door de bruusk overgang. Hij behaalde intussen taalniveau 3.2, maar hij beseft dat dat niet voldoende is om hier ook leraar te worden. En daar had hij zijn hoop op gevestigd. Tegelijk voelt hij ook dat zijn leercurve stagneert: hij vindt de lesinhouden niet voldoende aangepast aan de job die hij wil gaan doen. “In een ideale wereld kan ik mijn Nederlands verbeteren terwijl ik aan de slag ben als leraar of assistent van een leerkracht. Ik wil zeker beter Nederlands leren, maar liefst in een werkcontext, zodat ik ook de hele dag bezig ben en een inkomen heb.”
Carola moet dus met Isa op zoek naar een passend jobaanbod. “Je droom loslaten is niet fijn. Dat is een domper. Hij wil ook niet zomaar de eerste de beste job doen. Gelukkig weet Isa niet alleen wat hij niét wil, maar ook waar hij wél in geïnteresseerd is. Dat helpt om iets op maat te vinden.” Isa kent ook iets van IT. En daar zijn jobs te vinden. Bij de eerste werkgever loopt het niet helemaal goed, merkt ook Carola. Hij vindt er zijn draai niet, heeft te weinig spreekkansen naar zijn gevoel. Ze vindt iets anders, en dit keer is het raak. Hij heeft collega’s met wie hij kan praten, een baas die hem vertrouwt, taken die hem liggen, hij krijgt verantwoordelijkheid. Een tewerkstelling onder artikel 601 mondt uit in een contract van 3 maanden. En hopelijk later in meer. “Mijn Nederlands moet nog beter. En dan gaat iedereen pas goed zien wat ik allemaal kan.”
Voor Carola is de jobdienst de juiste plek. “Ik heb echt het gevoel dat ik de kans krijg om mensen goed te begeleiden, en hen op een goed spoor te zetten.” Isa glimlacht. “Ik heb veel kritiek op het systeem, maar jij hebt je werk goed gedaan. En ik heb in de jaren dat ik bij het OCMW kom, veel bijgeleerd over jullie land. Ik help nu nieuwkomers uit Turkije. Ik ben zelf een beetje een buddy, met mijn WhatsApp-groepje waar ik informatie geef en op vragen antwoord. Zo zijn anderen misschien iets sneller op weg dan ik was.”