De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) vraagt dat lokale besturen een centrale rol krijgen in het sociaal klimaatbeleid. Nu duidelijk is dat energie structureel duur blijft, wil de VVSG dat lokale besturen een deel van de middelen uit het Europees Sociaal Klimaatfonds kunnen inzetten om samen met kwetsbare gezinnen duurzame oplossingen te realiseren.
Energiearmoede blijft hardnekkig aanwezig
Hoewel de energiecrisis uit de media verdwenen lijkt, blijft energie structureel duurder dan vóór 2020. Volgens Statbel liggen de elektriciteitsprijzen in 2025 nog altijd 24% hoger dan in 2020, en di van aardgas zelfs 40% hoger. Die stijgende kosten laten zich voelen. Eind september 2025 werden bijna 142.000 huishoudens beleverd door de zogenaamde ‘sociale’ energieleverancier Fluvius, dat is een stijging met meer dan 20.000 aansluitingen sinds begin 2022. ‘Voor veel gezinnen is energie nog altijd een dagelijkse zorg,’ zegt VVSG-voorzitter Wim Dries. ‘Wie al moeite heeft om rond te komen, kan niet zomaar investeren in isolatie of een warmtepomp. Lokale besturen kennen deze gezinnen, weten waar de nood het hoogst is en willen gericht kunnen helpen.’
Nieuwe Europese regels voeren de druk verder op
Vanaf 2027 treedt het nieuwe Europese emissiehandelssysteem (ETS2) in werking voor gebouwen en transport. Dat systeem zal de prijs van fossiele brandstoffen verder verhogen, om zo een verschuiving naar schonere energie te stimuleren. De Europese Unie voorziet hiervoor het Sociaal Klimaatfonds, voor België goed voor 1,66 miljard euro tussen 2026 en 2032 om de gevolgen van ETS2 op te vangen bij kwetsbare gezinnen. Dat vereist wel dat België een plan heeft en dat is er nu nog niet. ‘De klok tikt,’ waarschuwt VVSG. ‘Hoe langer we wachten om een Belgisch plan in te dienen, hoe minder tijd lokale besturen krijgen om hun inwoners te beschermen tegen de impact van hogere energieprijzen.’
Lokale besturen zijn de sleutel tot sociaal klimaatbeleid
De VVSG pleit ervoor dat een deel van de middelen uit het Sociaal Klimaatfonds rechtstreeks naar lokale besturen gaat. Zij staan het dichtst bij hun inwoners, kennen de lokale realiteit en kunnen snel, efficiënt en op maat handelen. ‘Lokale besturen zijn geen uitvoerders, maar partners in de klimaattransitie,’ benadrukt Dries. ‘Geef hen vertrouwen, middelen en ruimte om maatwerk te leveren, met zo weinig mogelijk administratieve drempels. Alleen zo maken we van het klimaatbeleid óók een sociaal beleid.’
Vandaag kwamen lokale besturen samen in Gent op de Inspiratiedag Sociaal Klimaatbeleid, met steun van de Vlaamse overheid. Lokale bestuurders en experts wisselen er ideeën uit over hoe sociaal beleid en klimaatbeleid elkaar kunnen versterken.