Raffaelo Vitto(opent nieuw venster), kersvers Europees Commissaris bevoegd voor het cohesiebeleid, gaf zijn eerste publieke optreden tijdens een gezamenlijke vergadering(opent nieuw venster) van de commissies van het Europees Parlement en het Comité van de Regio’s bevoegd voor regionale ontwikkeling. Daar benadrukte de ‘Executive Vice-President’ dat regio’s en steden in het hart blijven van het cohesiebeleid. Toch plaatste hij ook enkele kanttekeningen.
Vitto benadrukte meermaals het belang van lokale en regionale overheden. Volgens hem is elke regio uniek, en niemand is beter geplaatst dan deze overheden om oplossingen op maat te vinden.
Tegelijk pleitte de Commissaris voor een modernisering van het cohesiebeleid. De kernprioriteiten van het cohesiebeleid blijven maar er zal ook geïnvesteerd moeten worden in de prioriteiten van de Commissie, zijnde de groene en digitale transitie, geopolitieke veiligheid, strategische industrieën, concurrentievermogen en uitbreiding. Betekent dit dan extra middelen voor het cohesiefonds of meer prioriteiten verdelen over dezelfde middelen?
Raffaelo Vitto pleitte ook voor meer flexibiliteit om beter te reageren op toekomstige crises en ondertussen een stabiel investeringskader te behouden. Door de cohesiemiddelen ook te willen gebruiken als crisisfonds, kan dit minder middelen voor de lokale projecten betekenen.
Tijdens zijn toelichting wisselde de Commissaris regelmatig tussen termen als regio’s, steden en gemeenten. Dat is typisch voor Europa, waar de structuren van decentrale overheden sterk verschillen tussen lidstaten. Voor België is dit relevant, omdat Europa de Vlaamse overheid als een regio beschouwt.
Voor meer specifieke voorstellen moeten we wachten tot volgend jaar.