Auteur:

Gepubliceerd op: 21-08-2024

Op 16 juli besloten de Europese ministers van Financiën om een strafprocedure tegen België in te stellen omdat ons land de Europese begrotingsnormen niet haalt. Dit betekent dat België zal moeten besparen en hervormen. Maar wat houdt het Europees Semester precies in, en heeft dit ook gevolgen voor lokale besturen?

Het Europees Semester is een jaarlijkse cyclus waarin het economische en budgettaire beleid van de lidstaten wordt afgestemd op Europese afspraken. De cyclus begint in november, wanneer de Europese Commissie de economische en budgettaire situatie van de lidstaten analyseert. In het voorjaar publiceert de Commissie, in samenwerking met andere Europese instellingen, haar aanbevelingen. Deze leiden uiteindelijk tot specifieke aanbevelingen voor elke lidstaat tegen de zomer. Op basis van deze aanbevelingen stellen de lidstaten hun ontwerpbegrotingen op, waarna de cyclus weer van voren af aan begint.
 

Budgettaire inspanning

Door het grote tekort en de hoge schuldgraad van de gezamenlijke overheden is België één van de zeven Europese landen waartegen een strafprocedure werd opgelegd. Om een boete te vermijden moet België een meerjarenplan kunnen voorleggen waar het, volgens cijfers verschenen in de media, de komende jaren minstens 23 miljard euro moet besparen.
 

Hervormingen

Om de bezuinigingen over maximaal zeven jaar te mogen spreiden, eist Europa dat België tegelijkertijd enkele ingrijpende hervormingen doorvoert. Op 16 juli gaf Europa al een voorproefje in haar aanbevelingen aan ons land. Zo wijst ze op de stijgende vergrijzingskosten, de inefficiënties in ons belasting- en uitkeringssysteem, de problematiek van salariswagens, het feit dat veel sociale uitkeringen gebaseerd zijn op het statuut van de begunstigde in plaats van op inkomen, en de werkloosheidsuitkeringen die nog steeds onbeperkt in de tijd zijn.

Europa verwacht uiterlijk op 20 september de geconsolideerde begrotingsplannen van België, hoewel hier enige speling mogelijk is. Tijdens hun bijeenkomst in oktober zullen de Europese regeringsleiders de landspecifieke aanbevelingen goedkeuren, waarmee de cyclus van het Europees Semester voor 2024 wordt afgerond.

Lokale impact

Dit alles heeft geen directe impact op de lokale besturen, aangezien de gevraagde hervormingen geen deel uitmaken van hun bevoegdheden. De besparingen zullen vooral de federale overheid treffen, en er moeten stevige afspraken worden gemaakt tussen het federale niveau en de gemeenschappen en gewesten over de respectieve begrotingstrajecten. Toch kunnen besparingen op centraal niveau indirect de lokale overheden beïnvloeden, aangezien zij deels afhankelijk zijn van financiering van de federale en Vlaamse overheid. De Europese Commissie bekijkt België immers als één geheel op het gebied van begroting.

Eventuele Europese sancties bij het niet naleven van de nieuwe regels kunnen niet worden doorberekend aan de lokale besturen. Boetes kunnen alleen worden opgelegd aan de contracterende partijen, volgens het samenwerkingsakkoord van 2013 tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten, waarin de lokale besturen niet zijn opgenomen.

In de aanbevelingen van de Europese Commissie aan België zijn er wel twee punten die relevant zijn voor de lokale besturen. Ten eerste vraagt Europa, net als in eerdere aanbevelingen, dat België – en in dit geval vooral de gewesten – de lokale besturen betrekt bij de uitvoering van het ‘Recovery and Resilience Plan’ (RRF). Bij het Plan Vlaamse Veerkracht is dat duidelijk niet gebeurd, wat ook door de VVSG is benadrukt in haar memorandum voor de nieuwe regering. Dit wordt nog belangrijker als het toekomstige cohesiebeleid meer wordt afgestemd op het RRF-systeem. Het huidige cohesiebeleid biedt veel meer garanties voor betrokkenheid van lokale besturen bij de opmaak en uitvoering van subsidieprogramma’s, iets wat bij het RRF ontbreekt.

Daarnaast koppelt Europa het RRF aan de gevraagde hervormingen. Een cohesiebeleid gebaseerd op het RRF kan betekenen dat bij de besteding van de cohesiemiddelen rekening moet worden gehouden met deze aanbevelingen. De Commissie dringt ook aan op een versnelde toekenning van de cohesiefondsen, die een flinke impuls kunnen geven aan de groene transitie, klimaatadaptatie en energie-efficiëntie, gebieden waarop de lokale besturen nu al sterk inzetten.

Kris Versaen