Lokaal - editie december | 2024 (grenzeloos lokaal)
Vorige keer had ik het over het feit dat nogal wat Noorse lokale besturen hier op het moment zwarte sneeuw zien. Ik kom daar zeker nog op terug, want er beweegt van alles op dat gebied. Maar nu wil ik het over echte sneeuw hebben. Op het ogenblik dat ik dit schrijf is het nog herfst, en ook al kan er al wel eens een sporadische sneeuwbui vallen, ook in Noorwegen – of althans in Zuid-Noorwegen waar ik woon – is er in deze tijd van het jaar absoluut geen sneeuwgarantie.
De meeste sneeuw valt pas in januari. Vorig jaar was hij erg stipt, want in de nacht van Oud op Nieuw trok de grootste sneeuwstorm sinds 1974 over het land. Achteraf werd zelfs die ‘sinds 1974’ nog weggelaten. In bepaalde streken – ook de mijne – was gewoon nooit eerder zoveel sneeuw in één keer gevallen. Die sneeuw was trouwens ook financieel een zware dobber, want nogal wat gemeenten moesten zoveel geld uitgeven aan sneeuwruimen en verwerken dat hun budget voor onderhoud van de wegeninfrastructuur in februari al op was. De zware winter had hun drie à vier keer zoveel gekost als het normale budget.
Op een gewone winter en gewone sneeuwval is iedereen hier uiteraard voorbereid. Op de gemeentewebsite staat altijd wat goede raad en een overzichtje van wat je allemaal in huis moet hebben tegen dat de elektriciteit eens uitvalt. Als gewone mens moet je dan alleen nog winterbanden op je auto zetten, altijd en overal fluohesjes of kleding met reflecterende strips dragen, eventueel een voorhoofdslamp opzetten en goeie spikes onder je schoenen binden. Maar de lokale diensten hebben hun zwem- en speelinstallaties na de zomer nog maar goed en wel opgeborgen of ze beginnen aan hun winterprogramma. Begin oktober treffen ze de eerste zichtbare voorbereidingen.
‘Heb je het gezien?’, vragen wij dan een beetje lacherig aan elkaar. ‘Ze zijn de stokken al aan het zetten.’ Wij zijn dan namelijk nog niet in wintermodus. Die stokken, dat zijn lange bamboestaken met reepjes reflector eromheen geplakt, die aangeven waar de weg loopt. In een béétje Noorse winter verdwijnt het verschil tussen weg en kant algauw, en dan is het handig je te kunnen oriënteren, zodat je niet van de kant in de gracht sukkelt.
Zodra de sneeuw valt, moeten de wegen vrijgehouden worden. Zout hoort hier niet tot de eerste opties, al wordt het hier en daar wel ingezet. Grote machines met scheppen en sneeuwfrezen halen de sneeuw van de weg en stapelen of blazen hem aan de rand. Op de buiten krijgen de gemeentelijke diensten hulp van boeren die in de winter een centje bijverdienen door straten en kleinere wegen vrij te houden. Als het dan heel erg wordt, zoals vorig jaar, lees je krantenkoppen als: ‘Van zakgeld tot fulltime opdracht’. Die arme boeren deden niets anders dan tussen hun eigen werk door rondrijden om keer op keer de wegen toegankelijk te houden, en ook ’s nachts stonden ze op om ervoor te zorgen dat de boel ’s morgens nog overzichtelijk was.
En wat doe je dan met al die sneeuw? Een mens denkt daar zo niet bij na, maar zelfs in een normale Noorse winter zijn dat indrukwekkende hoeveelheden. Buiten de steden en kernen zijn er weiden en open plekken waar ze alles kunnen storten. In de steden is het wat behelpen. Ik weet een plek voor een parkeergebouw in het stadje Arendal, waar elke winter de sneeuw van de omliggende straten vergaard wordt op wat in de zomer een grote grasvlakte is. Daar houden ze zelfs een prijsvraag: als je kunt raden op welke datum het allerlaatste restje weggesmolten zal zijn, kun je iets winnen.
Parkeerterreinen veranderen op die manier wel eens meer in sneeuwopslagplaatsen, ze zijn groot, je kunt er makkelijk manoeuvreren en zo’n berg ligt er in niemands weg. Uiteraard begint het met een klein bergje, en de duidelijke melding dat er een tijdelijk parkeerverbod geldt.
Zodra er echt veel sneeuw valt, volgt er een oproep om niet op straat te parkeren. Daar hebben de sneeuwruimploegen te veel last van. Vorig jaar zag je na die nieuwjaarsnacht gewoon niet meer waar er ergens een auto stond en er zijn ook auto’s beschadigd geraakt die nog buiten stonden. En dan heb ik het nog niet over alle slordig achtergelaten e-steps die zich aan het eind van de winter langzaam in de smeltende sneeuwhopen begonnen af te tekenen.
In het al vermelde Arendal hadden ze afgelopen winter tienduizend vrachtwagenladingen sneeuw waar ze geen weg mee wisten. Vroeger was het simpel: de vrachtwagens reden tot aan de fjord en kiepten daar hun bak leeg in het water. Nu mag dat niet meer. Die stadssneeuw is vervuild door fijnstof, straatvuil, hier en daar lekken van olie of benzine… Van alles dus, en daar wordt het fjordwater vies van. Vergelijk het met de neerslag die op het containerpark niet zomaar in de beek of de regenwaterafvoer mag vloeien.
En terecht, want ook al kleurt bij elke nieuwe sneeuwbui de wereld weer zo wit als een kerstsprookje, ik heb hier al heel veel zwarte sneeuw gezien. Letterlijk. En zwarte sneeuw is altijd slecht voor alle levende wezens.—
Auteur
-
NoraVan MeeuwenColumnist Lokaal
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Nieuws
Streep door nieuwe erkenningsregels aannemers: Raad van State fluit wijziging terug
FinanciënOpenbare werken en wegenbeheer -
Standpunt
Beleidsplan Ruimte Vlaanderen: meer duidelijkheid nodig over financiële impact
Ruimtelijke ordeningWonenEconomieOpenbare werken en wegenbeheerMobiliteit -
Standpunt
Rechtszeker vergunnen: zaak van overheid én aanvrager
EconomieRuimtelijke ordeningWonenOpenbare werken en wegenbeheer