Hilde Crevits: 'Integriteit is het hoogste goed van een politicus’
Lokaal - editie december | 2024 (interview)
Hilde Crevits is de nieuwe Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid. ‘Ik zetel al sinds 2001 in de gemeenteraad, ik ben zeer verknocht aan het lokale niveau. Mijn nieuwe Vlaamse bevoegdheden voelen aan als thuiskomen.’ De verschillen in visie met haar voorganger op het departement, Bart Somers, zijn groot. Hilde Crevits is voor meer samenwerking tussen gemeenten maar tegen verplichte fusies, ze is voor het behoud van de provincies en toont zich een koele minnaar van de referentieregio’s als een strak keurslijf.
De nieuwe gemeenteraden zijn, op enkele uitzonderingen na, geïnstalleerd, de lokale besturen beginnen aan een nieuwe bestuursperiode van zes jaar. Ze doen dat met een nieuwe Vlaamse minister. Hilde Crevits (CD&V) is bevoegd voor Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij, en ze is viceminister-president. Lokaal had een gesprek met haar waarin vooral de eerste drie thema’s uit haar bevoegdheidspakket aan bod kwamen. ‘Ik voel nu al dat ik dit zeer graag doe, het voelt een beetje als thuiskomen. Ik zetel al sinds 2001 onafgebroken in de gemeenteraad van mijn thuisstad Torhout. Ik was er schepen en nu ben ik voorzitter van de gemeenteraad. Ik ben zeer verknocht aan het lokale niveau. Ik wil een ambassadeur zijn van alle lokale besturen, van Antwerpen tot Mesen.’
Was u verrast door de lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen? Nog geen 64 procent van de stemgerechtigden daagde op. ‘In internationaal perspectief is het opkomstcijfer niet zo slecht, maar ik had gehoopt dat we richting tachtig procent zouden gaan. Ik was dus enigszins verrast in negatieve zin. Er waren veel campagnes om mensen te sensibiliseren om te gaan stemmen. Achteraf bekeken hebben die misschien ook een negatief effect gehad, omdat ze zo expliciet duidelijk hebben gemaakt dat de opkomst niet meer verplicht was. Er was ook een probleem met het geven van volmachten. In het nieuws ging het vooral over het mogelijk actief ronselen van volmachten, wat strafbaar is. Aan de andere kant zijn er ook heel wat mensen die een volmacht wilden geven, omdat ze bijvoorbeeld moesten werken in het ziekenhuis op verkiezingsdag, maar die werden afgewimpeld omdat de opkomstplicht was afgeschaft.’
Er komt een evaluatie van de aanpassingen aan het lokale kiesdecreet door de vorige Vlaamse regering. Wat houdt die in? ‘Het is geweten dat mijn partij en ikzelf geen fervente voorstanders waren van de afschaffing van de opkomstplicht, ook al hebben we ze mee goedgekeurd. Dat standpunt is niet veranderd, hoewel CD&V het zeer goed heeft gedaan, ook met de nieuwe regels. Met de huidige coalitiepartners is afgesproken dat we de aanpassingen aan het decreet grondig zullen evalueren. Dat zal op een wetenschappelijk gefundeerde manier gebeuren. Er zijn al enkele onderzoeken gestart naar hoe mensen de afschaffing van de opkomstplicht ervaren, waarom ze wel of niet zijn gaan stemmen. Ik wil niet vooruitlopen op de resultaten, maar ik vind het vreemd dat de regels voor de lokale en provinciale verkiezingen niet gelden voor de Vlaamse en federale. Ik pleit voor eenheid. Natuurlijk besef ik dat het niet makkelijk is om iets weer in te voeren wat je net hebt afgeschaft. In de evaluatie zullen trouwens ook andere elementen tegen het licht worden gehouden, zoals de gewijzigde volmachtenregeling of het initiatiefrecht van de grootste partij gedurende twee weken.’
“Ik besef zeer goed dat het een grote sprong is om je kandidaat te stellen, met je gezicht op een affiche te staan en uit te komen voor je politieke kleur. Zeker in tijden waarin de politiek niet op de hoogste trede staat als het gaat over het vertrouwen van de mensen.
![]()
De voorbije weken verschenen in de pers gedetailleerde resultaten over de verkiezingen, tot op wijkniveau. Zullen die deel uitmaken van de evaluatie? ‘Ja. Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft voor het eerst detailcijfers vrijgegeven. Dat werd mogelijk doordat we de gemeenten de kans hebben gegeven om de telbureaus zo te groeperen dat we wijken apart kunnen bekijken. Dat kan zeer nuttige informatie opleveren in verband met bijvoorbeeld de verschillen tussen verschillende stadsdelen of tussen wijken met een zeer verschillende bevolkingssamenstelling. Maar ik vind het wel jammer dat je nu bijvoorbeeld niet meteen de opkomst per gebied kunt zien.’
Niet enkel de opkomst viel tegen, partijen hebben het ook steeds moeilijker om kandidaten te vinden voor hun lijsten. Wat wil de Vlaamse regering daaraan doen? ‘We zullen het statuut van de lokale verkozenen verbeteren, dat staat in het regeerakkoord. Dat gaat bijvoorbeeld over het presentiegeld, dat zeer bescheiden is in verhouding tot het vele werk dat een goed gemeenteraadslid in een mandaat investeert. Maar het gaat ook over de ondersteuning. In Torhout zijn er infosessies voor gemeenteraadsleden, ze hebben een laptop, ze ontvangen een kostenvergoeding, er zijn fractielokalen voor de verschillende partijen.
Gemeenteraadsleden moeten goed gesoigneerd worden. Daarnaast staat er in het regeerakkoord een passage over het beperken van de delegatie van bevoegdheden door de gemeenteraad aan het schepencollege. Dat moeten we grondig bekijken. Ook de rol van de voorzitter is zeer belangrijk. Ik sta er als gemeenteraadsvoorzitter op dat elke vraag van een oppositieraadslid beantwoord wordt tegen de volgende zitting. Maar ik besef zeer goed dat het een grote sprong is om je kandidaat te stellen, met je gezicht op een affiche te staan en uit te komen voor je politieke kleur. Zeker in tijden waarin de politiek niet op de hoogste trede staat als het gaat over het vertrouwen van de mensen. Sociale media spelen daar ook een rol in, verschillende mensen hebben mij daarover aangesproken. Zeker zelfstandigen zegden dat ze geschokt waren over de reacties van sommige mensen.
Gaat het opwaarderen van het gemeenteraadslid ook niet over meer invloed hebben op het lokale beleid? ‘Een gemeenteraadslid, in de meerderheid en de oppositie, kan invloed hebben. Wie zich verdiept in een materie, agendapunten aanbrengt voor de gemeenteraad, vragen stelt aan de administratie en er langsgaat, kan wegen. Er zijn veel voorbeelden van raadsleden die hun taak met veel engagement opnemen en de inwoners van hun gemeente of wijk gepassioneerd vertegenwoordigen. Ik raad beginnende raadsleden aan een niche te zoeken en zich te specialiseren in een beleidsdomein dat hen na aan het hart ligt en waar ze goed in zijn.’
Wat zijn de gevolgen voor dat engagement van een schandaal rond bijvoorbeeld een bouwdossier? ‘Eén verhaal over gesjoemel in een lokaal bestuur kan het engagement van duizenden mensen kapotmaken. Ik zal een ronde van Vlaanderen doen en in elke provincie een avondsessie organiseren voor nieuwe mandatarissen en schepenen. Integriteit zal daar een belangrijk thema zijn. Dat is je hoogste goed als politicus. Ik ben zelf in 2001 schepen van Openbare Werken geworden in Torhout, waar ik ook advocaat was. De rijzende ster van de oppositie Dalila Douifi, die nog socialistisch parlementslid is geweest, heeft me toen op de eerste gemeenteraad publiekelijk de les gespeld over het belang van het toezien op mijn integriteit. Ik was kwaad op haar, ik voelde me als een kind dat streng gewaarschuwd werd, maar ik ben dat nooit vergeten. Dat had echt een positief schokeffect op mij. Nu is het mijn rol als gemeenteraadsvoorzitter om de raadsleden bij het begin van de legislatuur te wijzen op hun rechten en de schoonheid van het mandaat, maar ook op de plichten en het belang van integriteit. Draag het mandaat met veel fierheid!’
'Ik ken burgemeesters die fantastische parlementsleden zijn, zeer actief zijn en veel vragen stellen. Anderen zijn meer afwezig. Maar ik ken ook nietburgemeesters die veel afwezig zijn in het parlement. Ik ben dus niet per definitie tegen de combinatie van de twee mandaten.'
Hoe kijkt u naar het combineren van een lokaal uitvoerend mandaat en een zitje in het Vlaamse of federale parlement? ‘Ik ken burgemeesters die fantastische parlementsleden zijn, zeer actief zijn en veel vragen stellen. Anderen zijn meer afwezig. Maar ik ken ook niet-burgemeesters die veel afwezig zijn in het parlement. Ik ben dus niet per definitie tegen de combinatie van de twee mandaten. Omdat lokale mandatarissen de polsslag van hun inwoners voelen, kunnen ze veel betekenen in het parlement. En uiteindelijk is het de kiezer die beloont of afstraft.’
Op het vlak van de fusies van gemeenten blijft alles bij het oude: de nieuwe Vlaamse regering stimuleert maar verplicht niet. ‘En daar ben ik blij om. Ik ben absoluut tegen verplichte fusies en voor meer samenwerking tussen lokale besturen. Dat betekent niet dat er nog meer bovenlokale structuren moeten komen, integendeel. Dat aantal moet naar beneden, het kan veel efficiënter en daar zal ik met veel plezier aan werken.’
Moet ook de democratische controle door de gemeenteraad op al die bovenlokale structuren niet versterkt worden? ‘Die is al verbeterd. In de vorige legislatuur hebben we de regel ingevoerd dat de agenda’s van de intercommunales op de gemeenteraad moeten komen. Het eerste jaar was dat een lachertje. De agenda werd voorgelezen en niemand deed er iets mee. Intussen wordt er wel over gedebatteerd, er worden vragen gesteld die de vertegenwoordiger van de gemeente dan moet meenemen naar de intercommunale en waarop antwoorden worden verwacht.’
De professoren Filip De Rynck en Lieven Janssens vinden dat de Vlaamse regering de gemeentefusies meer moet sturen, bijvoorbeeld om donutfusies van kleine gemeenten tegen een grotere stad tegen te gaan. U deelt hun visie niet? ‘Nee, ik vind het goed dat we lokale besturen stimuleren om te fusioneren met onder meer een fusiebonus, maar ik houd van de democratie van onderuit. Het is aan het lokale bestuur om te beslissen of het fusioneert en met wie. Waarom zou Vlaanderen zeggen dat een gemeente met een stad moet samengaan? Het is zeer belangrijk om de kleine kernen en het samenleven daar te behouden. Om die reden wilde ik er ook graag de bevoegdheid Plattelandsbeleid bij. Die zat vroeger bij de minister van Omgeving, nu is ze samengebracht met Binnenland en Stedenbeleid om te kunnen werken aan het versterken van kleine kernen, bijvoorbeeld op het platteland. Wie zijn wij dan om te zeggen: jij moet fuseren met je buur of met de grote stad, ook al heb je daar geen zin in en staan de inwoners er niet achter? Dat neemt niet weg dat ik denk dat er ook de komende zes jaar weer heel wat gemeenten zullen fusioneren.
Wat met de provincies en de referentieregio’s? ‘Samenwerken binnen een regio is zeer goed, we moeten dat stimuleren. Maar de regiovorming voelt soms wat beklemmend en kunstmatig aan. Scholen of ziekenhuizen die samenwerken, doen dat niet binnen regiogrenzen. Gemeenten werken samen over de regiogrenzen heen. In de vorige Vlaamse regering had ik soms het gevoel dat de regio’s een nieuwe bestuurslaag zouden worden. Het huidige regeerakkoord stelt uitdrukkelijk dat dit niet zal gebeuren en daar wil ik op toezien. Waarom zou je de provincies vervangen door vijftien regio’s? Ik ben tegen de afschaffing van de provincies. Voor West-Vlaanderen is het provinciebestuur, bijvoorbeeld in de strijd tegen de wateroverlast, een onmisbare schakel. Ik verschil daarin grondig van mening met mijn voorganger.’
“Ik ben het er volkomen mee eens dat het Gemeentefonds aan herijking toe is. Ik wil daarvoor de fundamenten leggen, zodat de volgende Vlaamse regering de hervorming kan doorvoeren. Dat is zo afgesproken in het regeerakkoord en ik zal dat loyaal uitvoeren.
![]()
Wat mogen we van de nieuwe Vlaamse regering verwachten voor de hervorming van het Gemeentefonds? Een studie stelt een herijking voor. ‘Ik ben nu volop bezig de wondere wereld van het Gemeentefonds grondig te leren kennen. Ik ben het er volkomen mee eens dat het aan herijking toe is. Ik wil daarvoor de fundamenten leggen, zodat de volgende Vlaamse regering de hervorming kan doorvoeren. De gemeenten beginnen nu aan een nieuwe bestuursperiode en dan is stabiliteit noodzakelijk. We garanderen de groei van het Gemeentefonds met 3,5 procent, wat hoger is dan de verwachte inflatie. De voorafnames door de grote steden blijven overeind, maar tegelijkertijd kent het openruimtefonds een forse groei. We betalen de helft van de responsabiliseringsbijdrage en komen op die manier voor een groot stuk tussen in de pensioenlast van de lokale besturen. Maar ik steek niet weg dat het bij mij wat wringt, als je ziet hoe groot de verschillen per inwoner zijn tussen de bedragen die de verschillende gemeenten ontvangen uit het Gemeentefonds.
Leg Diksmuide naast Gent, om Antwerpen niet te noemen, de kloof is gigantisch. Ik ben de eerste om te erkennen dat de uitdagingen in de grote steden veel groter zijn, maar onderschat de overslageffecten niet. Een aantal uitdagingen van de grote steden zijn eveneens daarbuiten te voelen en daarmee moet rekening worden gehouden. De vraag is dus of die immense verschillen nog gerechtvaardigd zijn.’
U bent ook verantwoordelijk voor Inburgering en Integratie. Wat wil de Vlaamse regering op die vlakken anders doen? ‘We doen zeer veel voor nieuwkomers, maar we leggen ook wel verplichtingen op en die lat komt nog iets hoger te liggen. Mijn grote zorg zijn de mensen die vroeger niet gevat zijn geweest door een inburgeringsdecreet, mensen van de tweede of derde generatie die nog altijd geen Nederlands spreken. De vrijwillig gevolgde taal- en inburgeringslessen moeten toenemen. Ik ben ook wel wat bezorgd over de stijging van het gevraagde taalniveau, B1 is best hoog. Dat zal veel aandacht vragen.
We willen ook een verkort inburgeringstraject opzetten voor mensen van buiten de EU, arbeidsmigranten, die hier kort werken. Dat is belangrijk, ook voor hun bescherming. Situaties van mensen die in slechte, door de werkgever georganiseerde huisvesting leven, kunnen niet. Als een arbeidsmigrant zo’n verplicht traject moet volgen, weet hij tenminste wat zijn rechten en plichten zijn, ook al blijft hij hier maar gedurende een korte periode. Wat ik absoluut nog wil vermelden is de ceremonie voor mensen die met succes een inburgeringstraject hebben doorgelopen.
Daarover is een zinnetje opgenomen in het regeerakkoord. Aanvankelijk vroeg ik me af of we ons daarmee moesten bezighouden. Maar ik ben van gedachte veranderd na een bezoek van de inburgeringsdiensten die me vertelden dat ik zeker eens naar zo’n ceremonie moest komen, hoe mooi en belangrijk die wel was. Ze hebben me overtuigd. We eisen veel van inburgeraars, een ceremonie georganiseerd door het lokale bestuur om het einde van een geslaagd traject te vieren heeft een ongelofelijk positieve impact op die mensen. De ceremonie is een prachtige erkenning van hun inspanningen. Ik zal die ceremonies overal promoten en er de trotse vaandeldrager van zijn.’ —
Auteur
-
BartVan MoerkerkeRedacteur Lokaal
Fotograaf
- Stefan Dewickere
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsMeer weten over
Up to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Standpunt
Hoog tijd voor update statuut lokale mandatarissen
Bestuur en burger -
Magazine Lokaal
Estafette Jeroen Prové
Bestuur en burger -
Magazine Lokaal
Beslissingen bij de miljoenen
Bestuur en burger