Wie Europa zegt, denkt al snel aan Brussel, Straatsburg of Luxemburg. Maar voor veel burgers begint Europa gewoon bij hen in de straat. Op het plein voor het stadhuis, in het ontmoetingscentrum of bij een lokaal klimaatproject. Lokale besturen zijn geen toeschouwers van het Europese project, maar actieve spelers op het veld. Ze vormen de brug tussen het beleid op Europese schaal en de leefwereld van mensen.
Lokale besturen staan het dichtst bij de burger. Ze horen zorgen en verzuchtingen, maar ook ideeën en kansen. Net daardoor zijn ze bij uitstek geschikt om Europese beleidsinitiatieven te duiden en ook te voeden. Wat vandaag in een Europese verordening wordt vastgelegd, moet morgen lokaal worden uitgelegd en uitgevoerd. Denk aan energie-efficiëntie, mobiliteit, klimaatadaptatie of digitalisering. Al die Europese ambities landen uiteindelijk in onze steden en gemeenten. Daar worden ze tastbaar.
Maar de betrokkenheid van lokale besturen mag niet stoppen bij de uitvoering. Ze moeten volwaardig mee aan tafel zitten, wanneer nieuwe EU-beleidslijnen vorm krijgen. Ze kennen als geen ander de uitvoerbaarheid van voorstellen in de praktijk. Hun kennis en ervaring zijn essentieel om regelgeving realistisch, gedragen en effectief te maken.
Ook de Vlaamse overheid heeft hierin een sleutelrol. Wanneer Vlaanderen standpunten inneemt over Europese dossiers, moet het de stem van de lokale besturen mee opnemen. En wanneer Europese regelgeving vertaald wordt naar decreten, moet dat in nauwe samenwerking met de lokale besturen gebeuren. Alleen zo kunnen we vermijden dat Europese ambities stranden in Vlaamse interpretaties die voorbijgaan aan de lokale realiteit.
De komende jaren worden bovendien cruciaal. De nieuwe Europese meerjarenbegroting voor de periode 2028–2035 staat op de agenda. Die begroting zal bepalen welke financiële middelen beschikbaar zijn vanuit Europa en hoe ze verdeeld zullen worden. Dit is belangrijk, omdat lokale besturen Europese financiering als hefboom gebruiken om hun beleidsambities op te schroeven en zo mee de Europese beleidsdoelstellingen uitvoeren.
Europees beleid ís lokaal beleid. De wisselwerking tussen beide niveaus is reëel en wederzijds. Dat vraagt ook een inspanning van de lokale besturen zelf. Ze zullen het Europese beleid moeten agenderen en bespreekbaar maken in hun eigen bestuursorganen, en actief hun vragen en bezorgdheden signaleren aan de Vlaamse en Europese overheden. Alleen zo wordt de cirkel rond.
De EU wordt sterker als ze luistert naar haar fundament: de lokale democratie. Lokale besturen zijn geen uitvoerders, maar partners. Geen eindhalte, maar vertrekpunt. De VVSG zal zich ook de komende jaren blijven inzetten om die stem van de Vlaamse lokale besturen krachtig te laten weerklinken – in Brussel, in Vlaanderen, in Europa.
Europa begint lokaal. Laat het daar ook gehoord worden. —