

▶ De toekomst
Marc Schepers was de voorbije zes jaar schepen van Ruimtelijke Planning, Stedenbouw, Woonontwikkeling, Mobiliteit en Parkeren voor RoodGroen+ in Hasselt. Hij was geen kandidaat meer bij de lokale verkiezingen in oktober. Bij wijze van afscheid schreef hij zijn visie neer in een boek ‘De herovering van de ruimte. Bouwen aan steden op mensenmaat’. Naast (intussen ex-) politicus is Marc Schepers ook een wetenschapper die werkte voor studiebureaus, universiteiten en het Vlaams Instituut voor Mobiliteit, en een ondernemer die het stadsdistributiebedrijf CityDepot oprichtte.
Marc Schepers zwaait de Hasseltse politiek uit met de publicatie van een boek waarin hij zijn visie op stadsontwikkeling heeft neergeschreven. ‘De private markt heeft een belangrijk aandeel in het ontwikkelen van een stad. Zonder investeerders en ondernemers heb je geen stad, geen woningen, geen tewerkstelling. Maar je mag niet alles overlaten aan de vrije markt. De overheid heeft een essentiële taak om het bredere perspectief en de visie op lange termijn in te brengen.
‘Als schepen heb ik geprobeerd een doortastend beleid te voeren, maar het is zeer moeilijk om de overkoepelende visie achter maatregelen en projecten te verduidelijken. Op de sociale media gaat het over die ene beslissing en niet over het geheel, en ook in de pers komt niet meer dan een versnipperd verhaal aan bod. Ruimtelijke ordening en mobiliteit zijn natuurlijk complexe materies met veel regelgeving, ze zijn niet te vatten in oneliners. Bovendien zijn het zeer gepolariseerde thema’s. Neem je een parkeermaatregel, dan roept die onmiddellijk weerstand op. De bredere context gaat volledig verloren. Die polarisatie zie je ook bij geplande project- en woonontwikkelingen, en bij het afleveren van vergunningen. Het bredere kader en de ruimere tijdshorizon heb ik willen weergeven in mijn boek. Beschouw het als mijn nalatenschap van zes jaar schepen zijn.’
‘Toen ik pas schepen werd, stelde ik vast dat het behandelen van stedenbouwkundige vergunningen op het niveau van de stad veel weg had van een loopgravenoorlog. De projectontwikkelaar legde zijn dossier voor, de stad had een pak wet- en regelgeving klaar om het project tegen te houden. Vervolgens probeerde de ontwikkelaar via alle mogelijke wegen zoveel mogelijk druk uit te oefenen om zijn dossier toch maximaal vergund te krijgen. Was het niet bij de stad, dan wel bij de deputatie. Zo moet het dus niet.
“Een project is geen eiland, het wordt gerealiseerd in een omgeving die er ook invloed op heeft. Een ontwikkelaar moet nadenken over wat hij teruggeeft aan de buurt en de stad, en daarover in dialoog gaan.
![]()
Projectontwikkelaar en stad moeten samen een weg afleggen en er ook de buurt en de toekomstige bewoners bij betrekken. Een ontwikkelaar moet zijn project niet enkel ruimtelijk maar ook sociologisch in de omgeving passen. Een project is geen eiland, het wordt gerealiseerd in een omgeving die er ook invloed op heeft. Een ontwikkelaar moet nadenken over wat hij teruggeeft aan de buurt en de stad, en daarover in dialoog gaan.’
‘De stad moet anderzijds niet zozeer de controleur zijn of de bewaker van regels, maar wel de regisseur. Ik merkte dat de stad dossiers vaak beoordeelde vanuit angst om misbruik van de vergunning door projectontwikkelaars te voorkomen. Alles werd zoveel mogelijk gebetonneerd in regelgeving en verordeningen. Die manier van werken doodt elke vorm van creativiteit en alle ruimte om een project in zijn context te beoordelen en het makkelijker te integreren in zijn omgeving. Dat heb ik geprobeerd te doorbreken door het aantal verordeningen te verminderen en ze te moderniseren met bijkomende kaders voor verduurzaming onder meer op het vlak van vergroening en mobiliteit, zonder uiteraard aan het wettelijke kader te raken en zonder in te boeten op de basiskwaliteitsregels.
Daarnaast heb ik een kwaliteitsmeter ingevoerd die een kapstok is voor de vergunningendialoog tussen de stadsdiensten en de ontwikkelaars. Als een project aan de basisvoorwaarden en kwaliteitseisen voldoet, en als het ingepast wordt in de omgeving, dan kan het vergunningstraject een stuk vlotter verlopen en kan de doorlooptijd versnellen. We zetten samen en in dialoog de schouders onder de geplande ontwikkeling. De stad als een professionele, standvastige, transparante onderhandelaar, zo hebben we ons de voorbije jaren geprofileerd.
‘De titel van het boek “De herovering van de ruimte” heeft betrekking op twee dimensies. De eerste is, zoals in Frankrijk wordt gezegd, “l’espace est à nous”. De mensen die de ruimte gebruiken, er wonen, werken, recreëren, moeten bepalend zijn voor hoe die eruit moet zien. Vandaag zetten grondbezitters en projectontwikkelaars alle mogelijke middelen in om een zo groot mogelijke opbrengst te genereren. De overheid heeft een belangrijke rol om weer mensgericht te gaan werken met respect voor het belang van alle stakeholders. De tweede dimensie slaat op het knoeien met de ruimte vandaag. Nog altijd wordt er verhard op plekken waarvan we weten dat de waterhuishouding een probleem is, nog altijd wordt ruimte bebouwd, omdat die op het gewestplan ooit rood is ingekleurd, als woongebied dus. Terwijl er tegelijkertijd leegstand is of bestaande gebouwen en ruimtes onderbenut worden, ook van de stad of het stedelijk onderwijs. Laten we dat herbekijken en herbestemmen in plaats van systematisch extra hectares aan te snijden.’
“De mensen die de ruimte gebruiken, er wonen, werken, recreëren, moeten bepalend zijn voor hoe die eruit moet zien. De overheid heeft een belangrijke rol om weer mensgericht te gaan werken met respect voor het belang van alle stakeholders.
![]()
‘Een belangrijk begrip is kwartier maken. Een kwartier is zowel een ruimtelijk element – een buurt, een wijk – als een tijdselement. We moeten stadsdelen ontwikkelen waarin iedereen met de fiets of te voet in een kwartier tijd alle basisfuncties kan bereiken. Nabijheid is het sleutelwoord. Vandaag zijn veel functies uit elkaar gehaald, waardoor we met zijn allen de auto gebruiken om te gaan werken, te winkelen, de kinderen op te halen, en we voor elk van die activiteiten in de file staan. Als we functies veel meer verweven, worden de alternatieven voor de auto aantrekkelijker. Mobiliteit begint bij het ordenen van de ruimte volgens de juiste nabijheidsprincipes. Kwartier maken is ook een belangrijk element in het fusiedebat.
Fusies van gemeenten kunnen uiteraard nuttig zijn op voorwaarde dat de autonomie van elke deelgemeente, van elke wijk functioneel gegarandeerd wordt, zodat diensten en voorzieningen zeer nabij blijven.’
‘Ik ben ervan overtuigd dat we de private markt zijn rol moeten laten spelen. Zonder investeerders en ondernemers heb je geen stad, geen woningen, geen tewerkstelling. Aan de andere kant mag je niet alles overlaten aan de vrije markt. Een beleidsmaker is bezig met het ontwikkelen van een stad, moet daardoor een veel bredere ruimtelijke context beoordelen en heeft bovendien een tijdshorizon die veel langer is dan die van een projectontwikkelaar. De overheid heeft een taak als regisseur om de waterhuishouding, het hitte-eilandeffect, de invloed van de demografische evolutie op het woonaanbod, het thema van betaalbaar wonen enzovoort de plek te geven die ze verdienen. De overheid moet duurzaamheid in zijn volle betekenis – sociaal, ecologisch en financieel – realiseren. In dialoog met de private sector en alle andere belanghebbenden.’ —
Auteur
-
BartVan MoerkerkeRedacteur Lokaal
Fotograaf
- Stefan Dewickere
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Nieuws
Vrije zwemzones? Nieuwe leidraad zet je op weg
Zorg en gezondheidVrije tijdGemeentelijk waterbeleidRuimtelijke ordeningMilieuPublieke ruimte -
Nieuws
Integreer circulariteit in je meerjarenplanning met het stappenplan
Circulaire economieMobiliteitEnergie en klimaatFinanciën -
Nieuws
Participatie van personen met een handicap blijft moeilijk: nieuw Vlaams rapport
Diversiteit en gelijke kansenVrije tijdZorg en gezondheidMobiliteitWerk, sociale economie en activering