OCMW-verhaal Georges.jpg
Provider image

Georges, een bejaarde man, woont al jaren in de laadruimte van een oude vrachtwagen. Die vrachtwagen staat op een grond die zijn eigendom is, in een uithoekje van een landelijke gemeente. Er zijn ook resten van wat een woning moest worden, maar tijdens de bouw was er een brand. De brand maakte een einde aan de bouwplannen van Georges. Was het fierheid of koppigheid: Georges weigerde alle hulp.

Een brand zoveel jaren geleden, een grond zo verscholen dat niemand Georges kent. Of toch, ze kennen hem bij het bankkantoor waar hij af en toe een stukje pensioen in cash gaat halen om boodschappen te doen en sinds de brand komt er af toe een sociaal werker van het OCMW langs.  Sofie passeert als ze een afspraak in de buurt heeft. Georges vindt de bezoekjes helemaal ok, al blijft hij stellig elke vorm van hulp weigeren.  

Maar Georges wordt ouder, en meer en meer begint het Sofie op te vallen dat hij vergeetachtig is. Als ze polst naar de praktische zaken zoals boodschappen doen, krijgt ze kop noch staart aan zijn uitleg. Georges lijkt dementerend. Sofie bespreekt dit met haar collega’s. Georges weigerde systematisch alle hulp, maar mogen we hem daarin blijven volgen nu hij ouder en hulpbehoevender wordt? Tijdens de teambespreking rijzen meer vragen dan antwoorden. Kunnen we de leefomstandigheden op zijn grond verbeteren? Heeft hij hiervoor eigen middelen? Zouden we een huisarts Georges kunnen laten onderzoeken? Moeten we maken dat er een bewindvoerder wordt aangesteld?  

Sofie belt een huisarts die ze kent uit een ander dossier. Ze spreken later die week af bij Georges. Als Sofie arriveert is de huisarts er al. “Hij heeft een bewindvoerder nodig,” zegt de huisarts. “Maar je haalt hem hier niet weg. Dit is zijn paradijsje.” De huisarts bevestigt daarmee de piste die Sofie en haar collega’s ook willen bewandelen: de leefomstandigheden op zijn grond verbeteren.  

De komst van de bewindvoerder brengt meer duidelijkheid: er staat wat opgespaard pensioen op de rekening van Georges. Sofie spreekt af met de bewindvoerder dat ze zal uitzoeken of het lukt om water en elektriciteit te laten aanleggen op Georges’  grond. Daarna wil ze op zoek gaan naar een stacaravan. Wat volgt zijn ontelbare punthoofd-technische telefoontjes en papierwerk, maar met succes: na enkele maanden is er water en is de elektriciteit aangelegd. Vervolgens vindt Sofie ergens in de Antwerpse Kempen bij een gespecialiseerde verkoper een tweedehands, maar goed onderhouden stacaravan. Een ruime slaapkamer, zodat Georges comfortabel in en uit zijn bed kan, een badkamer met toilet en een leefruimte met salon en keukenhoek. Ze trekt Fons van de technische dienst van de gemeente aan de mouw om uit te zoeken of de caravan langs de smalle landwegen tot op de grond van Georges geraakt en jawel, na stevige snoeiwerken staat het licht op groen.  

Met de hulp van de technische dienst stroomt er al snel water uit de kraan en brandt het licht. Verzorgende Diane doet haar intrede met linnengoed, koffie en een vleugje huiselijkheid. Er is weinig verleidingswerk nodig om Georges richting de caravan te krijgen. Na enkele dagen woont hij - zeer tevreden - in zijn nieuwe paradijsje.