Robuuste en toekomstbestendige ruimte

Mensen moeten aangenaam en kwaliteitsvol kunnen leven in een betaalbare woning met goede basisvoorzieningen in een kwaliteitsvolle omgeving met plek voor ontmoeting. Veilige, duurzame mobiliteit naar werk of hobby—te voet, met de fiets of het openbaar vervoer—is essentieel. Dit alles in een klimaatneutrale samenleving tegen 2050. Dat komt allemaal samen in de publieke ruimte.

Gemeenten spelen een unieke rol als regisseur om de verschillende aspecten hiervan op het lokaal vlak te verknopen en op een integrale manier de transitie naar een toekomstbestendige en robuuste publieke ruimte te realiseren. Hiervoor vragen de lokale besturen voldoende capaciteit, een duidelijk en helder toepasbaar regelgevend kader en effectieve interbestuurlijke samenwerking en dialoog. Zo kunnen ze zelf de lokale transitie naar een kwaliteitsvolle leefomgeving, een duurzaam materialenbeheer-, woon- en mobiliteitsbeleid verder realiseren en positief bijdragen aan de energie-en klimaattransitie.

Een omgeving om écht in te leven

Gemeenten zijn bij uitstek de hoeder van een kwaliteitsvolle dagelijkse leefomgeving. Ze willen buurten waar het aangenaam wonen en werken is en waar iedereen zich veilig en gezond kan verplaatsen. Bij de aanleg van nieuwe buurten geven gemeenten daarom aan initiatiefnemers de randvoorwaarden voor de realisatie van die wijk mee, zoals de creatie van gebouwen in harmonie met de omgeving, kwaliteitsvolle architectuur, voldoende groene ruimten en plaats voor water, aandacht voor het mengen van functies of juist niet. Na de realisatie gaat het publieke domein over naar de gemeente. Een kwaliteitsvolle (her)inrichting ervan bepaalt of inwoners zich thuis voelen in de wijk.

Gemeenten moeten die randvoorwaarden kunnen blijven bepalen. Op het openbaar domein moeten gemeenten tal van (soms tegensprekende) belangen verenigen, daarvoor hebben ze hun regisseursrol nodig en vragen ze heldere en coherente regelgeving.
 

Concrete voorstellen

  • Maak de nieuwe planschaderegeling billijk en betaalbaar voor lokale besturen en voorzie in voldoende Vlaamse middelen, zodat de doelstellingen van de bouwshift gehaald worden. Werk met alle overheden samen om deze transitie te realiseren. Vlaanderen kan dit door een ambitieus Beleidsplan Ruimte Vlaanderen goed te keuren én zelf bijkomende planinitiatieven te nemen om slecht gelegen woon(reservegebieden) en industriegebieden een meer gepaste bestemming te geven, zoals bijvoorbeeld zonevreemde bossen. (Technische fiche: Bouwshift(opent nieuw venster)) (Technische fiche: Tijdelijke omgevingsvergunningen(opent nieuw venster))

De urgentie van de energie- en klimaattransitie

De energie- en klimaattransitie vormt vandaag één van de grootste maatschappelijke uitdagingen, en lokale besturen spelen hier een sleutelrol in, zowel als voorbeeld voor burgers en bedrijven als wat hun eigen patrimonium betreft. Ze maken er werk van om de CO2-uitstoot tegen 2030 met ten minste 55% te verminderen en de energievoorziening tegen 2050 klimaatneutraal te maken en zo bij te dragen tot Europa als klimaatneutraal continent.

De lokale klimaattransitie vergt een evenwichtige combinatie van maatregelen voor mitigatie en adaptatie, waarbij het afbouwen van fossiel grondstoffengebruik en vergroening en ontharding samenkomen in de klimaatneutrale en robuuste ruimte. De lokale besturen vragen hiervoor een ambitieus en inclusief klimaatbeleid op alle niveaus met voldoende ondersteunende instrumenten en een duidelijke afstemming tussen de instrumenten en tussen de overheden.
 

Concrete voorstellen

  • Communiceer duidelijk en eenduidig over de urgentie van de transitie naar een klimaatneutraal en klimaatrobuust grondgebied en werk aan een draagvlak. Wees consequent in het beleid en plan de inspanningen realistisch in. Stimuleer interbestuurlijke samenwerking en afstemming. (Technische fiche: Warmte(opent nieuw venster)) (Technische fiche: Woningrenovatie(opent nieuw venster))
     
  • Werk aan een duidelijke afstemming van de klimaatinstrumenten (monitoring, ervaringsuitwisseling, overheidsopdrachten, …) voor adaptatie en mitigatie, en ondersteun lokale besturen bij de toepassing van ruimtelijke instrumenten om de groenblauwe dooradering te realiseren en bij aanbestedingen van infrastructuur en gebouwen die gebruik maken van natuurlijke oplossingen. Voer een consequent beleid en zet een communicatiecampagne op die ervoor zorgt dat het niet verharden, het vasthouden van water en het behoud van groen bij inwoners even vanzelfsprekend worden als het sorteren van afval (Technische fiche: Klimaatadaptatie(opent nieuw venster))
     
  • Ondersteun gemeenten met instrumenten voor klimaatadaptatie en klimaatmitigatie als een integraal aanbod.
     
  • Trek de middelen voor het lokale energie- en klimaat pact (LEKP) fors op ter vervanging van de financiering via projectoproepen en integreer beleidsmaatregelen voor klimaatmitigatie en -adaptatie binnen dit LEKP-systeem. Beperk de administratieve en rapportageverplichtingen zodat de energie kan gaan naar effectieve acties. Neem het engagement om drempels weg te werken ernstig. (Technische fiche: Lokaal Energie- en Klimaatpact(opent nieuw venster))
     
  • Maak werk van een (her)verdeling van de Europese ETS-middelen in functie van meer middelen en financiering van de lokale klimaatplannen, met specifieke financieringsoplossingen met (borgstelling voor) rollende fondsen, zodat iedereen het patrimonium kan verduurzamen zelfs zonder extra financieringslast. Duurzame (fossielvrije) energie-oplossingen moeten voor de hand liggen, financieel logisch zijn en uitgewerkt worden in uitvoerbare business cases.
     
  • Werk aan een grondige taxshift, waarbij fossiele energie duurder wordt t.o.v. duurzame alternatieven (elektriciteit) en doe dit met afstemming tussen de verschillende bevoegde overheden (aardgas = Vlaams, stookolie = federaal). Leg ook een duidelijke uitfaseringskalender vast voor fossiele technieken, zodat lokale besturen die kunnen gebruiken in hun eigen warmteplannen.
     
  • Zorg voor structurele financiering van de energiehuizen als spil in het beleid rond energetische renovaties.
     
  • Stimuleer en ondersteun hernieuwbare energie op lokaal vlak (bv. Energiedelen) en breng de duurzame alternatieven op een positieve manier in beeld. (Technische fiche: Hernieuwbare energie(opent nieuw venster))
     
  • Heb blijvend aandacht voor sociale rechtvaardigheid bij de klimaat- en energietransitie zodat iedereen mee kan en betrokken wordt en ongewenste sociale effecten worden vermeden. Dat kan o.a. door het inzetten van de noodkoopfondsmechaniek. (Technische fiche: Sociaal rechtvaardige klimaattransitie(opent nieuw venster)) (Technische fiche: Energiearmoede(opent nieuw venster))

Duurzame en circulaire materialen

Gemeenten en hun afvalintercommunales zorgen voor een efficiënt en duurzaam lokaal afval- en materialenbeleid en nemen een sturende rol op in de inzameling en verwerking van het huishoudelijke afval. 60% van de uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen is het gevolg van het gebruik van materialen.

Door minder goederen te produceren daalt de koolstofvoetafdruk sterker dan door enkel het afvalprobleem aan het einde van de keten aan te pakken. Gemeenten en afvalintercommunales vervullen een schakelfunctie tussen burgers, bedrijven en overheid in het realiseren van een circulaire economie: van afvalpreventie over delen, hergebruik en herstel tot selectieve inzameling en de verwerking van huishoudelijk afval.
 

Concrete voorstellen

  • Maak producenten volledig verantwoordelijk voor hun producten eens deze bij het afval belanden en voer ook een producentenverantwoordelijkheid voor wegwerpluiers en textiel in. (Technische fiche: Producentenverantwoordelijkheid).(opent nieuw venster)
     
  • Organiseer de terugname van drankverpakkingen in een statiegeldsysteem niet via de openbare vuilnisbakken. Reken niet op de lokale besturen voor de verdeling van thuisscanners en de ondersteuning van gebruikers. (Technische fiche: Statiegeld)(opent nieuw venster)
     
  • Zorg mee voor een aanpak om de veiligheids- en financiële risico’s van lachgaspatronen in het afval te vermijden. (Technscihe fiche: Lachgas)(opent nieuw venster)
     
  • Bevestig de regierol van gemeenten voor huishoudelijk afval, geef op basis daarvan vertrouwen aan de gemeenten en afvalintercommunales en steun hen daarbij structureel, zowel inhoudelijk als financieel. (Technische fiche: Lokale regie(opent nieuw venster)) (Technische fiche: Regierol afval)(opent nieuw venster)
     
  • Breng de financiële ondersteuning van lokale besturen voor investeringen in huishoudelijk afvalbeleid minstens opnieuw op het niveau van 2020, bv. Door de inkomsten uit milieuheffingen via subsidies terug te laten vloeien naar de sector.
     
  • Voer de zwerfvuilvergoeding voor lokale besturen, zoals bepaald in de Europese Richtlijn Single Use Plastics en vertaald in het Materialendecreet, onverkort uit voor de kosten vanaf 1 januari 2023. Blijf verder lokale besturen ondersteunen bij de aanpak van zowel de zwerfvuil- als sluikstortproblematiek. (Technische fiche: Openbare netheid(opent nieuw venster)).
     
  • Maak werk van een efficiënte dataverzameling en -ontsluiting over het huishoudelijk afvalbeheer. Beperk de rapportageverplichtingen van lokale besturen tot een minimum en stel de verzamelde data zo veel mogelijk ter beschikking van de lokale besturen zelf.
     
  • Verplicht na de afronding van het bottom-up traject voor de toepassing van de regiovorming op de afvalintercommunales geen aanpassingen in de indeling van het werkingsgebied van de afvalintercommunales. (Technische fiche: bestuurlijke stabiliteit afvalsector(opent nieuw venster)) (Technische fiche: Regiovorming(opent nieuw venster))
     
  • Blijf resoluut kiezen voor Vlaamse zelfvoorziening voor de verwerking van het eigen restafval, met een afstemming van de verbrandingscapaciteit op de hoeveelheid restafval. Vang als Vlaamse overheid bij een eventuele afbouw van de (inter)gemeentelijke verbrandingsinstallaties mee de kosten op. Voorzie in de nodige financiële steun voor de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit voor bioafval. (Technische fiche: Afvalverwerking(opent nieuw venster)).
     
  • Haal de circulaire economie uit de experimenteerfase en pas de principes op grote schaal toe via een circulariteitstoets bij nieuwe regelgeving en met respect voor de rol die lokale besturen op dat vlak kunnen spelen. (Technische fiche: Circulaire economie(opent nieuw venster))

Goed wonen voor iedereen

Er is een wooncrisis aan de gang: de wachtlijsten voor een sociale woning zijn veel te lang, de woningkwaliteit op de huurmarkt is lager dan op de eigendomsmarkt, de helft van de woningeigenaars kan de noodzakelijke klimaatrenovatie niet betalen, een aanzienlijk aandeel mensen in elke Vlaamse gemeente leeft in precaire omstandigheden of is zelfs dak- of thuisloos.

Goed wonen verbetert de algemene levenskwaliteit van mensen, dit is positief voor de lokale gemeenschap. Lokale besturen streven als regisseurs van het lokale woonbeleid naar een kwaliteitsvolle, duurzame en passende woning in een aangename omgeving voor iedereen. Als meest burgernabij overheid die de lokale problematiek het best kent, kunnen lokale besturen in partnerschap en met ondersteuning van andere overheden en actoren een cruciale rol spelen in een duurzaam, betaalbaar en inclusief woonbeleid.
 

Concrete voorstellen

Duurzaam mobiliteitsbeleid

Gemeenten streven naar efficiënte, milieuvriendelijke en inclusieve transportoplossingen; meer openbaar vervoer, fietsen en wandelen, geen ban op maar wel minder autogebruik, het ontwikkelen van groene infrastructuur en het creëren van een publieke ruimte die de gezondheid, luchtkwaliteit en levenskwaliteit van inwoners verbetert. Ze vragen hiervoor een meer integrale aanpak, waarbij over de bestuurslagen heen nog meer samengewerkt kan worden.
 

Concrete voorstellen

  • Blijf inzetten op de ‘modal shift’ naar stappen en trappen en trek dit door naar een meer integrale inzet van budgetten, ruimte voor (beveiligd en comfortabel) fietsparkeren in subsidieregelingen (centra, Hoppin), veilige routes, financiële garanties voor gemeenten bij de uitrol van het bovenlokaal functioneel fietsnetwerk, de fietslogistiek en de actuele Lichtvisie Fiets. (Technsiche fiche:  Fietsbeleid(opent nieuw venster))
     
  • Vermijd de loutere een-op-eenvervanging van fossiele door elektrische voertuigen. Grijp deze omslag aan om in overleg met lokale besturen, als mobiliteitspartners en beheerders van het openbaar domein, te werken aan een bijkomende modal shift en een kwaliteitsvolle ruimtelijke inplanting van laadinfrastructuur. (Technische fiche: E-mobiliteit(opent nieuw venster))
     
  • Integreer verregaand de beleidsdomeinen ruimtelijke ordening en mobiliteit, met clustering en verdichting als noodzakelijke basis voor een duurzaam mobiliteitssysteem. Maak komaf met de verkokering en stem goed af met de verschillende betrokken departementen.
     
  • Zorg voor meer integrale financiering van projecten in het openbaar domein. Stop met de huidige veelheid en diversiteit van subsidies en procedures (fietsinfrastructuur, schoolomgevingen, ontharding, groenaanplant, laadinfrastructuur, …), want die leiden tot vertragingen en onderbenutting van de middelen en maken een vlotte integratie binnen één ruimtelijk project moeilijk. (Technsiche fiche: Projectsubsidies(opent nieuw venster))
     
  • Maak werk van transparant, inclusief (financieel en toegankelijk), vlot, bedrijfszeker, duurzaam en multimodaal openbaar vervoer. Schrap het contraproductieve systeem van de gesloten budgetenveloppes. (Technsiche fiche: Basisbereikbaarheid(opent nieuw venster)) (Technsiche fiche: Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs(opent nieuw venster))
     
  • Houd bij beleidskeuzes in mobiliteit en andere domeinen aandacht voor het probleem van de vervoersarmoede. (TF Vervoersarmoede en toegankelijkheid(opent nieuw venster))
     
  • Laat verkeersveiligheid altijd het leidende principe zijn bij de afweging van verschillende scenario’s bij mobiliteitsbeslissingen en -projecten.
     
  • Zorg voor een maximale integratie van de vervoerregiowerking binnen de nieuwe referentieregio’s en zorg voor een werkbare en democratische governancestructuur. (Technische fiche:  Vervoerregiowerking(opent nieuw venster))
     
  • Gebruik consequent de nieuwe inrichtingsprincipes voor regionale en lokale wegen om te komen tot een leesbaar wegbeeld. (Technische fiche: Inrichtingsprincipes voor wegen(opent nieuw venster))
     
  • Blijf inzetten op financiële sturing van verkeer en mobiliteit via de belasting op in-verkeerstelling, de verkeersbelasting en een slimme kilometerheffing die wordt uitgebreid naar alle wegen en gemotoriseerde modi.
     
  • Zorg ervoor dat de NMBS en Infrabel zich (nog) meer inschrijven in het principe van de basisbereikbaarheid. (Technische fiche: NMBS en Infrabel(opent nieuw venster))
     
  • Maak werk van een fiscaal uitdoofscenario voor salariswagens, want die vormen een te grote hypotheek op een duurzaam en vlot mobiliteitssysteem. Zet in op een doelgerichter duurzaam mobiliteitsbudget.
     
  • Centraliseer de uitreiking van taxivergunningen en bestuurderspassen bij de Vlaamse overheid, maar behoud de gemeentelijke bevoegdheid voor de machtigingen voor het gebruik van de taxistandplaatsen op het openbare domein.
     
  • Creëer een grensoverschrijdende handhaving van administratieve verkeersovertredingen (zoals die al bestaat voor verkeersovertredingen met strafrechtelijke sancties), met het oog op (kenteken)gegevensuitwisseling en het afdwingbaar maken van de betaling. Zorg ervoor dat gemeenten via het Europese Eucaris-platform de gegevens over de naam, het adres en de woonplaats van alle Europese kentekenhouders kunnen verkrijgen.
     
  • Werk aan een meer integrale behandeling en afstemming van beleidsthema’s, bv. Op het vlak van deelauto’s (nu verspreid over laadpalen, deelmobiliteit, lokaal energie- en klimaatplan, basisbereikbaarheid, wegbeheer, circulaire economie, …).
     
  • Stem inhoudelijk beter af met de gemeenten over het beheer van de gewestwegen (bv. Over de werking van verkeerslichten op gewestwegen).