Statuut voorzitter van de gemeenteraad
Inhoud van deze pagina
Presentiegeld
Voor een voorzitter van de gemeenteraad gelden grotendeels dezelfde regels als voor ‘gewone’ raadsleden, met een paar nuances. De gemeenteraad stelt het bedrag van de presentiegelden vast(opent nieuw venster), maar dat kan enkel binnen bepaalde grenzen. Concreet moeten de presentiegelden sinds 1 juni 2024 tussen 59,45 euro en 260,05 euro liggen. Deze minima en maxima worden bij elke overschrijding van de spilindex aangepast. Het Agentschap Binnenlands bestuur publiceert telkens de nieuwe bedragen(opent nieuw venster). De raad kan bepalen dat de bedragen geïndexeerd worden (dit gebeurt niet automatisch). Als voorzitter van de gemeenteraad kan je maximaal een dubbel presentiegeld krijgen voor de raadszitting (maar de gemeenteraad moet dat dan wel beslissen).
Wil je een presentiegeld voor andere interne vergaderingen waar je als voorzitter van de gemeenteraad (raadslid) mogelijk verwacht wordt vanuit je functie, dan moeten die vergaderingen en het toegekende bedrag daarvoor opgenomen zijn in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Zo kan de gemeenteraad een presentiegeld toekennen voor vergderingen van de gemeenteraadscommissies, ook voor de leden met raadgevende stem(opent nieuw venster). Dit geldt ook voor vergaderingen van de deontologische commissie.
Als voorzitter van de gemeenteraad ontvang je enkel presentiegeld als je effectief op de vergadering aanwezig was (dus niet wanneer je in die hoedanigheid vervangen werd). Daarnaast kan de raad ook bepalen dat er een presentiegeld wordt uitbetaald voor de vergaderingen waarvoor het aanwezigheidsquorum niet is bereikt, maar waarvoor de raadsleden (inclusief de voorzitter van de gemeenteraad), als het bereikt was, wel presentiegeld zouden genieten. Ook kan via het huishoudelijk reglement in een presentiegeld voorzien worden voor vergaderingen die voortgezet worden op een andere dag, bijvoorbeeld omdat de raadszitting langer uitloopt dan gepland. Werden deze zaken niet geregeld, dan kan er geen presentiegeld voor toegekend worden.
Als je als voorzitter van de gemeenteraad verhinderd (link nog toevoegen)! bent en wordt vervangen in de gemeenteraad, krijg je op dat moment geen presentiegeld, maar je (tijdelijke) opvolger wel. Ook de vertrouwenspersoon die een mandataris met een beperking bijstaat, heeft recht op een presentiegeld.
Naast presentiegelden kan de gemeenteraad ook beslissen om een bijkomende tegemoetkoming of vergoeding te geven. Dat geldt ook voor de vertrouwenspersonen. Die tegemoetkoming kan anders zijn voor voorzitters van de gemeenteraad dan voor gewone raadsleden, gezien de specificiteit van de functie.
Ook voor bepaalde externe vergaderingen kan je als voorzitter van de gemeenteraad (raadslid) een presentiegeld ontvangen van de rechtspersoon waarin je zetelt. Dit kan voor de vergaderingen van:
- de raad van bestuur en het directiecomité van een autonoom gemeentebedrijf (AGB),
- de algemene vergadering, de raad van bestuur en het directiecomité van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm,
- het beheerscomité van een interlokale vereniging,
- de raad van bestuur van een projectvereniging,
- de algemene vergadering, de raad van bestuur en het directiecomité van een opdrachthoudende vereniging,
- de algemene vergadering, de raad van bestuur en het directiecomité van een dienstverlenende vereniging.
In de OCMW-raad gelden gelijkaardige principes: ook als voorzitter van de OCMW-raad krijg je een presentiegeld voor je aanwezigheid op OCMW-raadszittingen, maar enkel als die vergadering niet aansluit op die van de gemeenteraad. Je presentiegeld bedraagt hierbij evenveel als voor het bijwonen van de gemeenteraad.
Opgelet: het dubbele presentiegeld dat je als een voorzitter van de raad kan genieten voor de vergadering van de gemeenteraad kan niet gegeven worden voor de vergadering van de OCMW-raad (ook niet wanneer deze niet aansluit op de vergadering van de gemeenteraad).
Wil je een presentiegeld voor andere vergaderingen waar je als voorzitter van de OCMW-raad (OCMW-raadslid) mogelijk verwacht wordt vanuit je functie, dan moeten die vergaderingen en het toegekende bedrag opgenomen worden in het huishoudelijk reglement van de OCMW-raad. Zo kan de OCMW-raad een presentiegeld toekennen voor vergaderingen met de vertegenwoordigers van de OCMW-verenigingen en -vennootschappen of voor vergaderingen van de deontologische commissie.
Voor vergaderingen die niet onder de opsomming in het uitvoeringsbesluit vallen, is er geen presentiegeld mogelijk. Dat is problematisch voor wie de vergadering van de Lokale Adviescommissies water, gas en elektriciteit opvolgt. Dat engagement kan dus niet vergoed(opent nieuw venster) worden.
Voor afspraken over het niet-volledig bijwonen van de vergadering, het 's anderdaags voortzetten ervan of wat er gebeurt met het presentiegeld als het quorum niet gehaald werd, geldt hetzelfde als wat voor de gemeenteraad geldt: presentiegeld kan enkel als de OCMW-raad daarin voorziet in het huishoudelijk reglement. Ook in de OCMW-raad is er een presentiegeld voor de vertrouwenspersoon en kan de raad beslissen om een bijkomende tegemoetkoming of vergoeding te geven.
Ook voor bepaalde externe vergaderingen kan je als voorzitter van de OCMW-raad (OCMW-raadslid) een presentiegeld ontvangen van de entiteit waarin je namens het OCMW zetelt. Dit kan voor de vergaderingen van de algemene vergadering en de raad van bestuur van:
- een welzijnsvereniging,
- een autonome verzorgingsinstelling,
- een vereniging van privaat recht voor de exploitatie van een ziekenhuis of ziekenhuisgebonden activiteiten,
- een vereniging of vennootschap voor sociale dienstverlening voor andere activiteiten dan de exploitatie van een ziekenhuis,
- een woonzorgvereniging of woonzorgvennootschap.
Ondersteuning
De rol als voorzitter van de gemeenteraad vraagt veel engagement en energie. Naast het presentiegeld en het politiek verlof kan de raad nog maatregelen nemen om je nog extra te ondersteunen bij je taken (nog los van de ondersteuning die je als gewoon raadslid kan krijgen).
Als voorzitter van de gemeenteraad kan je een kostenvergoeding krijgen als het huishoudelijk reglement daarin voorziet. Belangrijk daarbij is dat:
- het enkel kan gaan om een terugbetaling van kosten die je als voorzitter werkelijk hebt gemaakt - forfaitaire kostenvergoedingen zijn dus niet mogelijk;
- je kan bewijzen dat de kosteneffectief gemaakt zijn;
- de kosten verband houden met de uitoefening van je mandaat en noodzakelijk zijn voor de uitoefening ervan, bijvoorbeeld een studiedag of vorming met voor een raadsvoorzitter relevante thema’s.
De raad kan nog bijkomende voorwaarden opleggen. De algemeen directeur moet dan nagaan of voldaan is aan alle voorwaarden voor een kostenvergoeding. Elk jaar wordt een openbaar overzicht gemaakt van de terugbetaalde kosten aan de raadsleden (inclusief de voorzitter van de gemeenteraad).
Naast een terugbetaling van kosten kan de raad ook bepaalde faciliteiten(opent nieuw venster) aanbieden(vergaderlokaal, laptop, hoofdtelefoon, etc.). Ook dergelijke faciliteiten worden het best geregeld in het huishoudelijk reglement.
Verzekering
Als voorzitter van de gemeenteraad draag je veel verantwoordelijkheid. Daarom is het van belang dat je goed verzekerd bent, zodat je beschermd bent wanneer er tijdens de normale uitoefening van je mandaat iets fout loopt. Het is wettelijk verplicht voor het bestuur om de raadsleden (inclusief de voorzitter van de gemeenteraad) tijdens de normale uitoefening van hun mandaat te verzekeren voor:
- burgerlijke aansprakelijkheid (inclusief rechtsbijstandsverzekering),
- ongevallen die hen overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun mandaat.
Daarnaast is het bestuur zelf burgerrechtelijk aansprakelijk voor de betaling van de geldboeten waartoe je als een voorzitter van de gemeenteraad zou kunnen veroordeeld wegens een misdrijf. Uiteraard geldt ook hier dat dit alleen gebeurt als het misdrijf begaan is bij de normale uitoefening van het mandaat. Uitgesloten zijn zaken die bij herhaling voorkomen en persoonlijke inbreuken op de verkeersreglementen. Bij bedrog, zware schuld of vaak voorkomende lichte schuld kan het bestuur deze bedragen ook terugvorderen. Meer info over de aansprakelijkheidsverzekering(opent nieuw venster)
Bijstand van een vertrouwenspersoon
Wanneer je als voorzitter van de gemeenteraad wegens een fysieke handicap je mandaat niet zelfstandig kan uitoefenen, is er de mogelijkheid om je te laten bijstaan door een of meerdere vertrouwenspersonen. Het bewijs van de handicap moet worden geleverd door een getuigschrift van een arts, met de uitdrukkelijke verklaring dat je zodanig getroffen bent door een handicap dat je je mandaat niet zelfstandig kan uitoefenen en er persoonlijke bijstand nodig is. De belangrijkste regels waarmee je rekening moet houden bij het aanduiden van een vertrouwenspersoon zijn de volgende. Deze persoon:
- moet legaal in de EU verblijven, meerderjarig zijn en mag niet ontzet zijn uit het kiesrecht;
- mag zich niet bevinden in een situatie van onverenigbaarheid, behalve als het gaat om een familielid.
Verder gelden voor de vertrouwenspersoon grotendeels dezelfde regels als voor raadsleden:
- bij de ondersteuning heeft hij dezelfde middelen ter beschikking als een raadslid;
- bij de ondersteuning heeft hij dezelfde verplichtingen(link nog toevoegen) (bijvoorbeeld discretieplicht) als een raadslid;
- hij ontvangt presentiegeld;
- hij ontvangt een bijkomende tegemoetkoming of vergoeding, op voorwaarde dat de raad dat geregeld heeft.
Een vertrouwenspersoon legt (in tegenstelling tot een raadslid) geen eed af.
Politiek verlof
Omdat het niet altijd evident is om professionele activiteiten te combineren met lokale politieke activiteiten werd het systeem van politiek verlof ingevoerd. Het politiek verlof verschilt naargelang je werkt voor de privésector, de overheid, het onderwijs of het leger. Bepaalde categorieën van werkgevers (bijvoorbeeld universiteiten) hebben vaak nog eigen regelingen, die we hier niet allemaal kunnen bespreken. Hieronder wel de belangrijkste principes en de dagen politiek verlof voor de voorzitter van de gemeenteraad. Dit is in de overgrote meerderheid van de gevallen dezelfde regeling als voor een gewoon raadslid.
Als werknemer in de privésector heb je de mogelijkheid om een bepaald aantal dagen verlof te nemen voor de uitoefening van je politiek mandaat. Belangrijk is dat politiek verlof een recht is. Werkgever en werknemer kunnen er dus niet van afwijken bij individuele overeenkomst.
Naargelang het aantal inwoners van de gemeente heb je als voorzitter van de gemeenteraad recht op een bepaald aantal dagen verlof. Dit verlof is er zowel voor de gemeente als de OCMW-raad. Dat betekent (samengeteld) concreet:
- 2 dagen per maand in gemeenten met minder dan 10 000 inwoners,
- 4 dagen per maand in gemeenten met 10 000 inwoners of meer,
- 5 dagen per maand in gemeenten met meer dan 50 000 inwoners.
Neem je in de privésector politiek verlof op, dan behoud je je loon tijdens je afwezigheid op het werk. Wel kan de werkgever dit loon terugvorderen van het gemeentebestuur waar je mandataris bent. Het gaat concreet over het brutoloon (inclusief de werknemersbijdragen), vermeerderd met de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid die de werkgever jou tijdens de dagen van politiek verlof betaalde, maar in elk geval beperkt tot de wettelijke loongrens. De werkgever vordert driemaandelijks terug. De gemeente kan op zijn beurt de terugbetalingen jaarlijks van jou terugvorderen. Dit bedrag is gelimiteerd tot maximaal de helft van het brutobedrag aan presentiegelden dat je dat jaar ontving (inclusief de presentiegelden in raadscommissies e.d.), maar gekoppeld aan de dagen dat je ook daadwerkelijk politiek verlof nam. Op deze terugbetaalde bedragen hoef je als mandataris geen belastingen te betalen (als je ze maar juist aangeeft, zie ook de fiscale gevolgen voor raadsleden.
Bij de overheid is er geen afwijkende regeling voor een voorzitter van de gemeenteraad. Als werknemer in de openbare sector heb je de mogelijkheid om een bepaald aantal dagen verlof te nemen voor de uitoefening van je politiek mandaat. De regeling voor het politiek verlof is voor de meeste overheidsniveaus (federaal, gewestelijk, provinciaal, lokaal) gelijklopend.
- Werknemer van een lokaal bestuur
Politiek verlof voor je mandaat als raadslid (inclusief dat van voorzitter van de gemeenteraad) is hier mogelijk als je ten minste 80% werkt. - Werknemer van de federale overheid
Je aantal dagen politiek verlof wordt hier bepaald in verhouding tot het aantal door jou als werknemer werkelijk gepresteerde diensten. - Werknemer van de Vlaamse overheid
Politiek verlof voor je mandaat als raadslid (inclusief dat van voorzitter van de gemeenteraad) is hier mogelijk als je ten minste 80% werkt.
Als werknemer van de overheid heb je recht op dagen “dienstvrijstelling” en dagen “facultatief politiek verlof” voor de uitoefening van je lokale mandaat:
- De dienstvrijstelling bedraagt twee dagen per maand en heeft geen weerslag op je administratieve en geldelijke toestand. Je loon wordt dus gewoon doorbetaald, en dat loon wordt niet teruggevorderd bij het gemeentebestuur.
- Het facultatief politiek verlof wordt niet bezoldigd maar kan wél een impact hebben op je administratieve en geldelijke toestand. Dit kan je het best nagaan bij de personeelsdienst van je werkgever. Het facultatieve politiek verlof kan enkel op eigen vraag en bedraagt
- twee dagen per maand in gemeenten tot en met 80.000 inwoners
- vier dagen per maand in gemeenten met meer dan 80.000 inwoners
In het onderwijs is er geen afwijkende regeling voor voorzitters van de gemeenteraad. Als werknemer in het onderwijs (niet het universitair onderwijs, de instellingen voor hoger onderwijs en de Hogere Zeevaartschool) ontvang je geen wedde tijdens je politiek verlof voor je lokale mandaat. Je kan het volume politiek verlof hier enkel wijzigen op 1 september. Neem je deeltijds politiek verlof, dan moet je wekelijks prestaties blijven verrichten die ten minste een volledige prestatie-eenheid bedragen, en voor wat de centra voor leerlingenbegeleiding betreft, wekelijks prestaties blijven verrichten die ten minste 10% van een volledige opdracht bedragen. Meer informatie over het politiek verlof in het onderwijs en de cumulatiebeperkingen, zie de website over politiek verlof van Onderwijs Vlaanderen(opent nieuw venster).
Bij het leger is er geen afwijkende regeling voor voorzitters van de gemeenteraad. Het politiek verlof voor het militair personeel kent wel enkele specifieke regels. Zo moet je als militair van het reservekader rekening houden met de noodwendigheden van de dienst en kan je slechts een lokaal mandaat uitoefenen buiten de periodes waarin je actief moet zijn in het leger. Je moet dan wel jouw korpscommandant (aangetekend) informeren over je politieke plannen, ten laatste 10 dagen vóór je eedaflegging én je mag niet meer in kandidaatsperiode zijn. Deze regels zijn niet van toepassing op militairen in vrijwillige opschorting van prestaties (VOP). Het aantal dagen politiek verlof wordt bepaald in verhouding tot de door jou als militair effectief gepresteerde diensten.
Wanneer je een van de volgende functies uitoefent, word je verplicht met politiek verlof gestuurd, ongeacht je lokale mandaat:
- een commandofunctie;
- een functie aan boord van een Belgische of buitenlandse vlooteenheid;
- een functie in een internationaal of intergeallieerd organisme;
- een functie als onderrichter.
Je kan wel vragen om tijdelijk naar een andere functie overgeplaatst te worden. Zodra het politiek verlof van ambtswege is beëindigd, word je dan heropgenomen in werkelijke dienst met de graad en de anciënniteit in de graad die je had bij de start van je periode van politiek verlof.
Voor de rest is de regeling gelijkaardig aan die voor het federale overheidspersoneel. Ook hier zijn "dienstvrijstelling" (twee dagen per maand) en "facultatief politiek verlof" mogelijk.
Fiscaliteit
Als voorzitter van de gemeenteraad ontvang presentiegelden voor de inspanningen die je levert voor je lokaal mandaat. Soms gaat het over verschillende presentiegelden die gecombineerd worden (gemeenteraad, BCSD, politieraad, algemene vergadering welzijnsvereniging,...). Fiscaal gezien is er geen verschil met de regeling voor gewone raadsleden. Dit betekent dat:
- presentiegelden als “baten” beschouwd worden.
De toegekende presentiegelden (op fiche 281.30 vermeld onder 9.a) komen onder rubriek 1650-96 resp. 2650-66 van de aangifte. Het onder 9.a vermelde bedrag bevat ook de eventuele terugbetaling van gemaakte kosten (nog eens apart vermeld onder 12). - beroepskosten kunnen worden afgetrokken.
Er zijn twee mogelijkheden: je kan kiezen om de werkelijke beroepskosten aan te geven (vul het totale bedrag in bij rubriek 1657-89 resp. 2657-59 van vak XVIII, met toevoeging van een overzicht van de aangegeven beroepskosten) of je kan kiezen om gebruik te maken van het wettelijk forfait (dan moet niets ingevuld en gestaafd worden). - er voor de uitbetaling van de presentiegelden ook bedrijfsvoorheffing afgehouden wordt.
Het juiste bedrag staat onder rubriek 13 van fiche 281.30 en moet worden ingevuld in rubriek 1758-85 resp. 2758-55 van vak XX van de aangifte.
Moet je als voorzitter van de gemeenteraad een mandatenaangifte doen?
Vele politici moeten een mandatenlijst indienen. Als voorzitter van de gemeenteraad is dat niet het geval, tenzij je door een ander mandaat, bijvoorbeeld parlementslid, wél aangifteplichtig bent. In dat laatste geval moet je dan ook wel het mandaat van voorzitter van de raad vermelden.
Moet je als voorzitter van de gemeenteraad een vermogensaangifte doen?
Vele politici moeten een vermogensaangifte indienen. Als voorzitter van de gemeenteraad is dat niet het geval, tenzij je door een ander mandaat, bijvoorbeeld parlementslid, wél aangifteplichtig zou zijn. Burgemeesters, schepenen, BCSD-voorzitters, OCMW-voorzitters (in de randgemeenten en Voeren), districtsburgemeesters en districtsschepenen moeten wél zo’n aangifte doen.