Raadsvoorzitter zijn
Inhoud van deze pagina
Rollen
Als raadsvoorzitter heb je vele taken gekregen door de decreetgever. Hieronder werken we de belangrijkste bevoegdheden uit.
Voorzitten raadsvergaderingen (zowel gemeente- als OCMW-raad)
Voorafgaand aan de vergadering
De voorzitterstaak begint al bij de voorbereiding van de raad. Het is jouw taak om de agenda vast te stellen. Belangrijk is dat de agendapunten voldoende duidelijk omschreven zijn. Wanneer er een beslissing van de raad vereist is, dan moet een toegelicht voorstel van beslissing bijgevoegd zijn. Het dossier bij elk agendapunt moet ook klaar zijn.
Als voorzitter sta je er niet alleen voor. Het opmaken van de agenda gebeurt gewoonlijk door de algemeen directeur (en/of daartoe aangeduide medewerkers) in overleg met het college. Als voorzitter mag je ook zelf punten op de agenda zetten. In ieder geval moeten de punten opgenomen worden die het college aandraagt. In sommige besturen wordt de voorzitter uitgenodigd op het college om dit te bespreken, in andere besturen is dat niet het geval. Beide werkwijzen kunnen zolang er maar goede afspraken zijn.
Nadat je de agenda vaststelde, dien je de oproeping te versturen naar de raadsleden. Dit gebeurt in de praktijk door de algemeen directeur of een medewerker. Soms word je verplicht om de raad bijeen te roepen. De oproeping vermeldt de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing voor elk punt waarover beslist moet worden. Ze moet ten laatste 8 dagen voor de raadsvergadering aan de raadsleden bezorgd worden. De raadsleden (niet de leden van het college) hebben tot 5 dagen voor de raadsvergadering de tijd om zelf ook punten aan de agenda toe te voegen. Daartoe dienen ze een gemotiveerd voorstel van beslissing in te dienen bij de algemeen directeur, die de voorstellen aan jou bezorgt. Voldoet zo een voorstel aan de vereisten, dan moet het punt aan de agenda worden toegevoegd. Je dient als voorzitter dan de nieuwe agendapunten vast te stellen en aan de algemeen directeur te bezorgen. Hij/zij zal die dan bezorgen aan de raadsleden.
Vanaf de oproeping wordt voor elk agendapunt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking gesteld van de raadsleden. Als een raadslid daarom verzoekt, wordt een dossier elektronisch ter beschikking gesteld. Het huishoudelijk reglement regelt o.a. hoe de oproeping verzonden moet worden en hoe de dossiers ter beschikking gesteld worden.
Voorbeeld
Als de gemeenteraad vergadert op maandag 30 januari, moet de agenda ten laatste op zondag 22 januari worden bezorgd. Indien dit via de post zou gebeuren, moet de agenda dus in principe op vrijdag 20 januari bij de raadsleden toegekomen zijn. Maandag de 23e is te laat. Aanvullende agendapunten moeten de raadsleden uiterlijk woensdag 25 januari aan de algemeen directeur bezorgen.
De vergadering zelf
De vergadering van de gemeenteraad vindt plaats in het gemeentehuis of op de fysieke plaats door de gemeenteraad bepaald. Als de raad in het huishoudelijk reglement opgenomen heeft in welke uitzonderlijke omstandigheden digitaal of hybride vergadert kan worden, dan kan dat in die gevallen ook gebeuren. Als voorzitter is het je taak de vergadering te openen, voor te zitten en te sluiten. Je staat in voor een ordelijk verloop van de vergadering, bewaakt de agenda, let op de klok, zorgt dat raadsleden het woord krijgen, etc.
Je zorgt er ook voor dat vergaderingen ordentelijk verlopen. Je kan, na een voorafgaande waarschuwing, mensen uit het publiek doen verwijderen omdat ze openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geven of op enigerlei wijze wanorde veroorzaken en de orde verstoren. Ook heb je het recht om een proces-verbaal op te maken wanneer toehoorders de raad verstoren. Let op dit geldt enkel voor toehoorders, niet t.a.v. de raadsleden. Raadsleden zijn democratisch verkozen en kunnen niet uit de raad gezet worden. Als een raadslid de raad blijft verstoren of onmogelijk maakt, kan je de raad schorsen of stopzetten. Een schorsing is een korte onderbreking van de raadsvergadering, bijvoorbeeld om de rust in de vergadering te doen weerkeren. Een schorsing kan ook gebruikt worden voor politiek overleg of om een en ander uit te zoeken.
Wanneer er tijdens de openbare vergadering zaken aan bod zouden komen, die de persoonlijke levenssfeer raken, dan is het jouw taak om de verdere behandeling in besloten vergadering te bevelen. Daarnaast kan ook de gemeenteraad soms beslissen om besloten te vergaderen.
Het is de taak van de voorzitter om de vergadering officieel te sluiten. Dit is van belang. Punten die niet werden behandeld blijven op de agenda staan. M.a.w. de raad moet zich uitspreken over elk voorstel van beslissing dat op de agenda staat. Al is het dat beslist wordt om geen beslissing te nemen. Maar evengoed kan de beslissing zijn dat het punt wordt uitgesteld, naar een commissie wordt verwezen of simpelweg worden goed- of afgekeurd (= aangenomen of verworpen).
Na de vergadering
Het is niet de taak van de raadsvoorzitter om de notulen en het zittingsverslag op te maken, maar je dient ze wel te ondertekenen nadat ze goedgekeurd werden door de raad.
De notulen vermelden alle onderwerpen die de raad besprak met de beslissing en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Dat hoeft niet als er unanimiteit was. Als de raad een of meer punten in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen daarvan alleen de beslissing(en) en wordt er geen zittingsverslag opgesteld. Ondertussen wordt er gewerkt met “gelinkt notuleren”. Dit is webtoepassing waarmee lokale besturen hun agenda, notulen en besluiten eenvoudig kunnen opmaken, (openbaar) publiceren en de publicatie melden aan ABB. Op die manier worden agenda’s, besluiten en notulen van lokale besturen voor iedereen toegankelijk én open om automatisch te verwerken. Belangrijk is ook de toepassing voldoet aan de minimale noden voor wettelijke verplichtingen en dat publicaties uit Gelinkt Notuleren afgestemd zijn op de verplichte gelinkte standaarden(opent nieuw venster).
Een zittingsverslag wordt enkel opgemaakt voor het openbare deel van de raadsvergadering en vermeldt alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De raad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname.
Ondertekenen van stukken van de raad
Hierboven beschreven we al dat het je taak is om de goedgekeurde notulen en zittingsverslagen te ondertekenen. Deze bevoegdheid kan je niet delegeren.
Er zijn ook andere stukken die je moet ondertekenen. Wil je dat liever aan een raadslid overlaten? Dat kan, op voorwaarde dat je die persoon schriftelijk aanduidt via een informatiedrager naar keuze. Gebruik hiervoor het model van de VVSG.
Je kan die opdracht op elk moment intrekken. Het aangeduide raadslid moet bij de handtekening vermelden dat jij hem of haar daarvoor hebt gemachtigd.
- Reglementen van de gemeenteraad (of OCMW-raad);
- Verordeningen van de gemeenteraad;
- Beslissingen van de gemeenteraad (of OCMW-raad);
- Akten van de gemeenteraad (of OCMW-raad);
- Stukken die specifiek betrekking hebben op de gemeenteraad (of OCMW-raad);
- Brieven/briefwisseling die specifiek betrekking heeft op de gemeenteraad (of OCMW-raad).
Gaat het om de ondertekening van een authentieke akte over onroerende verrichtingen van de gemeente of het OCMW? Dan mag je als raadsvoorzitter ook een medewerker van het notariskantoor aanduiden. Dat doe je met een authentieke volmacht(opent nieuw venster). Die geldt alleen voor de akte die in de volmacht staat vermeld.
De medewerker van het notariskantoor vermeldt bij de handtekening dat jij hem of haar gemachtigd hebt. Dit heet een notariële volmacht. Het is een bijkomende mogelijkheid, naast de optie om de ondertekening van een notariële akte toe te vertrouwen aan een ander raadslid.
De eed afnemen van nieuwe mandatarissen
Wanneer nieuwe raadsleden geïnstalleerd worden, dienen ze de eed af te leggen in jouw handen. Dat gebeurt tijdens de openbare zitting van de gemeenteraad. De eed is: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen." Nieuwe schepenen leggen nu nog de eed in handen van de burgemeester. Na de volgende gemeenteraadsverkiezingen (2024) verandert dat en zal het de raadsvoorzitter zijn die van iedereen de eed afneemt.
BCSD-leden leggen enkel bij het begin van de bestuursperiode de eed af in de openbare zitting van de OCMW-raad. Van die eedafleggingen wordt geen apart proces-verbaal gemaakt. Tijdens de legislatuur vindt de eed van een nieuw BCSD-lid niet meer plaats tijdens de raadsvergadering maar is het een onderonsje. Als raadsvoorzitter neem je dan in aanwezigheid van de algemeen directeur, de eed af van het nieuwe lid van het BCSD.
De BCSD-voorzitter legt enkel de eed af in de OCMW-raad als hij/zij nog geen schepen was op het moment van de aanduiding.
Ook de ontslagen van mandatarissen (of de verzoeken tot verhindering) worden bij jou ingediend. Belangrijk is dat je de raad daarvan steeds in kennis stelt. Spreek steeds met de algemeen directeur af hoe dit allemaal zal verlopen.
Rechten en plichten
Als raadsvoorzitter ben je ook raadslid van gemeente en OCMW. Je hebt dus minstens dezelfde rechten en plichten als de andere raadsleden. In de feiten zijn er wel een aantal verschillen:
- Aangezien het je taak is de agenda van de raad vast te stellen, zal je veel sneller dan de gewone raadsleden toegang hebben tot die stukken.
- Brieven, verzoeken en andere stukken die voor de raad bedoeld zijn, worden aan jou gericht. Je zal ze dus veel sneller zien dan dat de gewone raadsleden die zien.
Kan een raadsvoorzitter rechtstreeks een personeelslid aanspreken en die een opdracht geven?
Strikt gezien kan een raadsvoorzitter zich niet zomaar wenden tot een personeelslid en die een opdracht geven. Dit tenzij een medewerkers specifiek aangesteld werd om de voorzitter en/of de raad te ondersteunen. Een voorbeeld daarvan zien we in Gent waar ze een aparte medewerker met specifiek functieprofiel hebben voor de raadsvoorzitter en de ondervoorzitter.
In andere gevallen moet je strikt formeel eerst de algemeen directeur aanspreken. Dat is natuurlijk praktisch onwerkbaar omdat je als raadsvoorzitter ook wettelijke opdrachten hebt die je vlot moet kunnen uitoefenen. Altijd opnieuw langs de algemeen directeur passeren, zou een vlotte werking volledig blokkeren. Dat kan opgelost worden door duidelijke afspraken te maken.
We raden dan ook aan om in te zetten op duidelijke afspraken die ook bijgestuurd en aangepast kunnen worden tijdens de bestuursperiode. Door een duidelijk kader te voorzien kunnen onder bepaalde voorwaarden rechtstreekse contacten gelegd worden met personeelsleden. Bijvoorbeeld als het gaat over de vorming van de dossiers bij de punten die op de agenda zullen komen, kan het wenselijk zijn rechtstreeks contact te hebben met de medewerker die daarvoor instaat.
Belangrijk is ook goed te onthouden wat niet kan. Als politicus kan je bijvoorbeeld niet aan dienstbetoon doen. Je kan daarvoor ook zelf geen dossierbehandelaars contacteren. Als voorzitter zelf heb je immers geen individuele beslissingsbevoegdheid hierin en je mag de schijn niet doen ontstaan dat dit wel zo zou zijn. Ook mag je personeelsleden niet onder druk zetten. Het is dan ook belangrijk steeds te werken binnen de deontologische code(s).
Kan een raadsvoorzitter permante toegang vragen tot het hele intranet van gemeente of OCMW?
Nee, het is niet de bedoeling is dat je als raadsvoorzitter een permanente toegang hebt tot alle dossiers. Dat kan enkel binnen een bepaald decretaal doel. Toegang tot dossiers kan enkel als dat wettelijk of decretaal voorzien is, bijvoorbeeld om de agenda voor te bereiden. Maar zelfs dan zal het vooral de administratie zijn die alles voorbereidt en aanlevert.
Als voorzitter kan je net als de andere raadsleden wel altijd inzage vragen en krijgen tot de dossiers, maar dat is van een andere orde dan standaardtoegang.
Deontologie
Om te weten welke deontologische bepalingen nageleefd moeten worden als lokaal mandataris, moet je de eigen deontologische code opvragen. Blijven er concrete vragen die moeilijk opgelost geraken, dan kan men een beroep doen op de reflectiekamer integriteit van de VVSG.
Deontologische code
Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische code hebben voor lokale mandatarissen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. Een deontologische code is er in de eerste plaats om een veilige omgeving te creëren waarbinnen lokale mandatarissen kunnen werken. Een goede deontologische code geeft een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden:
- dienstbaarheid,
- functionaliteit,
- onafhankelijkheid,
- openheid,
- vertrouwelijkheid,
- zorgvuldigheid.
Inspiratie deontologische code
Samen met Just(opent nieuw venster) maakte de VVSG een inspiratie-deontologische code voor mandatarissen waarmee de raden zelf aan de slag kunnen gaan om een eigen code, op maat van de lokale context, op te maken.
Deontologische commissie
Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische commissie hebben die waakt over de naleving van de code.
Reflectiekamer integriteit
De VVSG richtte een reflectiekamer op om lokale politici en medewerkers met een integriteitsvraag bij te staan.
Het kan hierbij gaan om een moreel dilemma, het wegen van een vermeende schending van de deontologische code, een vraag over belangenvermenging, enz. De reflectiekamer wordt op vraag van een lid van een lokaal bestuur bijeengeroepen, waarna op systematische wijze onderzocht wordt wat het integere antwoord is op de gestelde kwestie. Het adviesorgaan bestaat uit experts vanuit de steden en gemeenten, geschoold in de methodiek van het moreel beraad. Neem contact op voor meer informatie.
Wat zijn de mogelijke gevolgen voor een raadsvoorzitter die de deontologische code schendt?
De voornaamste bedoeling van een deontologische code is een omgeving scheppen waarbinnen mandatarissen veilig kunnen werken. Wanneer de code echter manifest geschonden wordt, moet dat duidelijk gemaakt worden.
Het grote probleem daarbij is dat de decreetgever geen sanctiemogelijkheden voorziet voor deontologische inbreuken op de code. Wanneer men lokaal een duidelijk signaal wil geven aan mandatarissen die een inbreuk begaan tegen de code, dan moet men dat duidelijk regelen. Enkele belangrijke zaken waarmee men rekening moet houden:
- Tuchtmaatregelen tegen een raadsvoorzitter zijn mogelijk, maar ze kunnen enkel door de Vlaamse regering worden opgelegd. De raad kan geen tuchtsancties opleggen tegen de raadsvoorzitter.
- Het DLB voorziet geen sancties tegen mandatarissen, waardoor sommigen stellen dat zelfs een terechtwijzing van gedrag niet mogelijk is. Dit omdat het dan een verdoken vorm zou zijn van een tuchtsanctie. We willen dat nuanceren. Het klopt dat een blaam, schorsing, ontslag, e.d. juridisch inderdaad niet mogelijk zijn. Maar wij zijn van mening dat de raad wel altijd kan vaststellen dat bepaald gedrag van een mandataris niet in overeenstemming is met de deontologische code. En wanneer een dergelijke inbreuk vastgesteld wordt, kan de raad de mandataris daar ook op wijzen.
- We adviseren wel om de vaststelling en beoordeling van inbreuken aan de gemeenteraad/OCMW-raad te laten, na advies van de deontologische commissie. De raad is immers juridisch het sterkste orgaan om daarover iets te zeggen.
- Wanneer het gaat om mogelijk strafrechtelijke inbreuken, dan is een melding bij politie, parket of Audit Vlaanderen steeds nodig.
- Een klacht bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur of de gouverneur kan ook, maar die kunnen niet optreden tegen een raadsvoorzitter. Het toezicht kan hoogstens een moreel advies geven, maar niet sanctioneren. Dat kan enkel de Vlaamse regering.
- Wanneer alle vertrouwen weg is in de raadsvoorzitter, kan de raad de voorzitter wel afzetten via een individuele constructieve motie van wantrouwen.
Voor deontologische standpunten vanuit de VVSG hebben we een reflectiekamer die binnen de VVSG opgericht is om deontologische vragen te bekijken. Bij deze reflectiekamer kunnen lokale besturen terecht voor morele dilemma’s. Dit adviesorgaan bestaat uit experts vanuit de steden en gemeenten, geschoold in de methodiek van het moreel beraad. Neem contact op voor meer informatie.
Verbodsbepalingen
Dezelfde verbodsbepalingen gelden voor alle lokale mandatarissen (en hun vertrouwenspersonen). Ze mogen niet aanwezig zijn bij de bespreking van en stemming over bepaalde punten. Daarnaast mogen ze bepaalde activiteiten niet uitoefenen.
Verboden deelname aan bespreking en stemming
Mandatarissen mogen nooit deelnemen aan de bespreking van en de stemming over:
- aangelegenheden waarin ze een rechtstreeks belang hebben: ofwel persoonlijk, ofwel als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod gaat niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen. Om discriminatie te vermijden worden voor de toepassing van deze bepaling personen die wettelijk samenwonen met echtgenoten gelijkgesteld;
- de vaststelling of de goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan ze rekenschap verschuldigd zijn of waarvan ze tot het uitvoerend orgaan behoren. Dit verbod geldt niet voor mandatarissen die als vertegenwoordiger van de gemeente of het OCMW zijn aangewezen in andere rechtspersonen.
Verboden activiteiten
Daarnaast mogen mandatarissen nooit:
- rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werken in geschillen ten behoeve van de gemeente of het OCMW; dat verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de mandataris werken;
- rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werken ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of het OCMW of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente of het OCMW bij geschillen over beslissingen in verband met het werken binnen de gemeente of het OCMW. Dit verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de mandataris werken;
- rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst sluiten met de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of een OCMW-vereniging of ‑vennootschap. Dit verbod geldt niet bij een schenking van de mandataris aan de hierboven opgesomde instellingen en in de gevallen waarbij de mandataris een beroep doet op door die instellingen aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
- rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente, het OCMW, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap of OCMW-vereniging of –vennootschap;
- optreden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité.
Interessante teksten
Periode mandaat
Wanneer begint je mandaat?
Na de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 is duidelijk wie verkozen is als gemeenteraadslid en wie opvolger is. De installatievergadering van de gemeenteraad vindt plaats op één van de eerste vijf werkdagen van december 2024. In nieuwe fusiegemeenten vindt de installatie van rechtswege plaats op eerste werkdag van januari 2025. Op die installatievergadering wordt de raadsvoorzitter aangeduid. Dat gebeurt door een akte van voordracht die ten laatste drie dagen voor de installatievergadering ingediend is en ondertekend werd door:
- meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen;
- meer dan de helft van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen voorzitter tot raadslid werden verkozen. Zijn er maar twee verkozenen van die lijst dan volstaat één handtekening.
Opgelet: Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. Doet men dat toch dan zijn er voor die persoon zware sancties.
Na de eedaflegging van de raadsleden wordt de akte bezorgd aan de persoon die de installatievergadering voorzit. Voldoet de akte aan alle voorwaarden, dan ben je als voorzitter verkozen verklaard. Vanaf dat moment ben jij raadsvoorzitter en zal je ook de rest van de installatievergadering al voorzitten. Je hoeft als voorzitter dus geen bijkomende eed af te leggen. De eed als raadslid volstaat.
Stel dat er geen ontvankelijke akte van voordracht is, dan moet de gemeenteraad binnen de veertien dagen toch een voorzitter kiezen. In dat geval ben je natuurlijk pas voorzitter na die verkiezing.
Tijdelijke vervanging (verhindering)
Korte afwezigheid
Als je als raadsvoorzitter kort afwezig bent (weekje op reis, griep,…), dan kan je schriftelijk een gemeenteraadslid (of een lid van het college) aanduiden om waarnemende voorzitter te zijn. Kan ook die persoon niet aanwezig zijn, of heb je geen raadslid aangeduid, dan zal het raadslid met de meeste anciënniteit (de hoogste in de rangorde) de functie waarnemen. Als voorzitter kan je de schriftelijke aanwijzing van een waarnemend voorzitter ook steeds wijzigen door een nieuwe schriftelijke aanwijzing te doen. Modeldocument: Model om een waarnemend voorzitter van de gemeenteraad en voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn aan te duiden (hele bestuursperiode) of gedurende een bepaalde tijd van de bestuursperiode: model.
Afwezigheid bij decretale verhindering
Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft enkele situaties waarbij je als raadslid, maar ook als voorzitter tijdelijk vervangen kan worden. Wie zich in deze gevallen als raadslid laat vervangen, zal meteen ook verhinderd zijn als voorzitter. Omgekeerd is dat niet per definitie zo: Je kan dus in sommige gevallen verhinderd zijn als raadsvoorzitter, maar niet als raadslid.
Door de verhindering als raadsvoorzitter komt er tijdelijk een andere raadsvoorzitter zonder dat je daardoor zelf definitief het mandaat verliest. Na het beëindigen van deze periode van verhindering word je automatisch terug voorzitter. Je blijft ondertussen “titelvoerend raadsvoorzitter”. Zo een tijdelijke vervanging kan bij:
- een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens medische redenen, studieredenen of verblijf in het buitenland (vervanging op vraag met een recent geneeskundig getuigschrift met de minimale tijd van afwezigheid of een attest van de onderwijsinstelling of de opdrachtgever);
- ouderschapsverlof voor de geboorte of adoptie van een kind (vervanging op vraag);
- een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens palliatief verlof of verlof voor de bijstand of de verzorging van een zwaar ziek familielid tot en met de tweede graad (vervanging op vraag met een schriftelijk verzoek en een verklaring op erewoord zonder de naam van de patiënt te moeten vermelden);
- een voorzitter die Europees Commissaris is (vervanging op vraag);
- een voorzitter die als raadslid geschorst is voor inbreuken op de kieswetgeving.
De voorzitter vraagt (behalve bij een schorsing voor inbreuken op de kieswetgeving) zelf om te worden vervangen. De voorzitter doet dat schriftelijk aan de waarnemende voorzitter van de gemeenteraad.
Is de voorzitter door ziekte zelf niet meer in staat om de vervanging te vragen, dan wordt hij/zij van rechtswege als verhinderd beschouwd vanaf de derde opeenvolgende vergadering van de gemeenteraad waarop hij/zij niet aanwezig kan zijn en dat zolang de afwezigheid duurt.
Modeldocumenten
- Modelbrief om zich als raadsvoorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van studieredenen.
- Modelbrief om zich als raadsvoorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van medische redenen.
- Modelbrief om zich als raadsvoorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van een opdracht in het buitenland.
- Modelbrief om zich als raadsvoorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van een geboorte.
- Modelbrief om zich als raadsvoorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van een adoptie.
- Modelbrief om zich als raadsvoorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van de bijstand of verzorging van een zwaar ziek familielid
+ model van verklaring op eer. - Modelbrief om zich als raadsvoorzitter verhinderd te laten verklaren omwille van palliatief verlof + model van verklaring op eer.
In principe blijf je voorzitter tot het einde van de bestuursperiode. Er zijn enkele uitzonderingen:
- Je kan in enkele welbepaalde gevallen tijdelijk verhinderd zijn en gedurende die periode vervangen worden.
- Je kan zelf beslissen om ontslag te nemen. Een fractie of partij kan dat niet in jouw plaats beslissen.
- Je kan afgezet en vervangen worden als de raad een constructieve motie van wantrouwen tegen jou goedkeurt.
- Je kan door de Vlaamse regering door een tuchtmaatregel geschorst of afgezet worden.
- Wanneer je niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden (bijvoorbeeld omdat je verhuisd bent naar een andere gemeente) en weigert ontslag te nemen kan de raad je mandaat van raadslid vervallen verklaren. Daardoor vervalt ook raadsvoorzitterschap.
- Wanneer je zou overlijden tijdens de bestuursperiode.
Meer weten over
Hoe neem je ontslag als raadsvoorzitter?
Het kan zijn dat een mandaat als voorzitter toch niet is wat je op voorhand dacht, of dat er andere omstandigheden zijn die maken dat je ontslag wil nemen. Dat kan altijd, en dan je ontslag nemen als voorzitter. Je kiest daarbij zelf of je wel nog raadslid blijft of ook als raadslid ontslag wil nemen. Je kan dus perfect raadslid blijven. Omgekeerd kan dat niet: door ontslag te nemen als raadslid ben je ook geen raadsvoorzitter meer.
Het ontslag van de raadsvoorzitter is niet echt geregeld in het decreet lokaal bestuur. Wij raden aan om (naar analogie met ontslagen bij andere mandaten) je ontslag schriftelijk in te dienen. Omdat het eigenaardig is om het ontslag bij jezelf in te dienen, is het logischer om dat ontslag te richten aan de waarnemende voorzitter . Zo is er iemand anders op de hoogte. De waarnemende voorzitter neemt het voorzitterschap dan ook meteen waar vanaf het moment dat je het ontslag indient.
Het maakt daarbij niet uit of dit schriftelijk ontslag via een brief of e-mail gebeurt. Belangrijk is dat je vanaf dan het ontslag niet meer kan intrekken. Het is dus definitief vanaf het moment dat de waarnemend voorzitter dit ontvangt.
Wat is een constructieve motie van wantrouwen tegen de raadsvoorzitter?
De gemeenteraad kan een constructieve motie van wantrouwen aannemen tegen de raadsvoorzitter, waardoor die afgezet en meteen vervangen wordt. Zo een constructieve motie van wantrouwen kan niet ingediend worden:
- tijdens het eerste jaar na de installatie van de gemeenteraad;
- tijdens de twaalf maanden voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen;
- binnen het jaar nadat een constructieve motie tegen een raadsvoorzitter aangenomen werd.
Een constructieve motie moet formeel ook de juiste procedure volgen en moet:
- uiterlijk acht dagen voor de vergadering van de gemeenteraad aan de algemeen directeur bezorgd worden;
- ondertekend zijn door minstens:
- een meerderheid van de raadsleden,
- twee derden van de raadsleden van elk van de fracties die de motie ondersteunen. Bij een fractie van twee verkozenen volstaat één handtekening;
- een nieuwe kandidaat voordragen en de daarvoor een ontvankelijke akte aan de motie toevoegen.
De algemeen directeur bezorgt de ingediende constructieve moties en de bijgevoegde akte aan de raadsvoorzitter zelf, die deze motie tegen zichzelf moet agenderen op de volgende gemeenteraad. Het is dan aan de raad om te beslissen de constructieve motie van wantrouwen al dan niet voldoet aan de voorwaarden en om de motie al dan niet aan te nemen. Gebeurt dat, dan verliest de raadsvoorzitter het mandaat en wordt hij/zij vervangen door de voorgedragen kandidaat. Art. 7/1 DLB
Wat is een vervallenverklaring van mandaat en wat zijn de mogelijke gevolgen daarvan?
Vervallenverklaring van mandaat is een procedure uit het decreet lokaal bestuur die opgestart wordt wanneer een raadslid niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en weigert om zelf ontslag te nemen. In de praktijk gaat het meestal om raadsleden die officieel hun domicilie nog in de gemeente hebben maar die feitelijk in een andere gemeente wonen.
Ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente is niet voldoende. Men moet er echt wonen, en dat beoordelen is een feitenkwestie.
Zo gaf de Raad van State aan dat bij de bepaling van de hoofdverblijfplaats rekening moet worden gehouden met verschillende elementen: de plaats waar de betrokkene het grootste gedeelte van zijn tijd doorbrengt, waar hij na zijn beroepsbezigheden heen gaat, waar de kinderen naar school gaan, waar hij werkt, zijn sociaal, cultureel en politiek leven heeft uitgebouwd.
Wat zijn verkiesbaarheidsvoorwaarden?
Verkiesbaarheidsvoorwaarden zijn voorwaarden waaraan je moet voldoen om verkiesbaar te zijn. Je moet aan deze voorwaarden blijven voldoen tijdens de hele duur van je mandaat. Er zijn vier voorwaarden om verkiesbaar te zijn als raadslid:
- de Belgische nationaliteit bezitten of onderdaan zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie;
- de volle leeftijd van 18 jaar bereikt hebben;
- ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente;
- niet ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht (dus als kiezer) of van het recht te worden verkozen (dus als kandidaat).
De volgende personen zijn geschorst of uitgesloten van het kiesrecht (wie niet mag kiezen is ook niet verkiesbaar):
- personen die levenslang ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling;
- de volgende personen die in de uitoefening van het kiesrecht zijn geschorst, en dit zolang de onbekwaamheid duurt
- de gerechtelijk onbekwaamverklaarden, de personen met het statuut van verlengde minderjarigheid en de personen die geïnterneerd zijn;
- de personen die voor een bepaalde duur ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling;
- de personen die ter beschikking van de regering zijn gesteld (op basis van het Strafwetboek of de Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers).
De volgende personen zijn niet verkiesbaar (mogen geen kandidaat zijn):
- de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die, ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechtelijke beslissing in hun lidstaat van herkomst ontheven zijn van het recht om gekozen te worden krachtens het recht van die lidstaat;
- personen die veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de misdrijven, vermeld in artikel 240, 241, 243, en 245 tot en met 248 van het Strafwetboek, gepleegd tijdens de uitoefening van een gemeenteambt (het gaat dan onder meer over verduistering, omkoping enzovoort). Die onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling.
Wat doe je als je als raadslid feiten verneemt die kunnen leiden tot het verval van mandaat bij een ander raadslid?
Wij raden aan om het betreffende raadslid aan te spreken. Vaak is het immers moeilijk te beoordelen of die vermoedens over het andere raadslid feiten zijn of niet, en of deze feiten wel degelijk het verval van mandaat met zich kunnen meebrengen, of niet.
Blijkt na het gesprek dat die feiten er wel degelijk zijn (of er is een ernstig vermoeden), dan kan men de raadsvoorzitter op de hoogte brengen. De voorzitter zal dan meteen ook de Raad voor Verkiezingsbetwistingen en het betrokken raadslid op de hoogte brengen van het bezwaar dat je hebt ingediend. Ook zal de raadsvoorzitter dit agenderen op de volgende gemeenteraad. Het geviseerde gemeenteraadslid zal dan de kans krijgen om:
- ontslag te nemen
- raadslid te blijven en door de gemeenteraad gehoord te worden (met het risico op een boete mocht het raadslid effectief niet meer blijken te voldoen aan deze verkiesbaarheidsvoorwaarde).
Na het horen van het betrokken raadslid (en het raadslid dat het bezwaar indiende) kan de gemeenteraad een uitspraak doen. De raad kan ook beslissen dit eerst verder te onderzoeken en eventueel kan hiervoor de dienst bevolking of de wijkagent ingeschakeld worden. Doet de gemeenteraad geen uitspraak binnen de twee maanden, dan zal de Raad voor Verkiezingsbetwistingen(opent nieuw venster) dat doen.
Uit de ervaring van de VVSG blijkt dat raadsleden bijna altijd ofwel een heel aanvaardbare uitleg hebben (bv. enkele maanden elders verblijven wegens verbouwingent) ofwel pas dan beseffen dat ze geen raadslid meer kunnen zijn en dan zelf ontslag nemen. Uitspraken door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen of Raad van State waarbij een raadslid het mandaat verliest zijn dan ook eerder zeldzaam. Wie toch het mandaat blijft uitoefenen riskeert een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en een geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.
Tips
In onderstaande video geven we 10 tips voor een sterke raadsvoorzitter.
Vergaderstijl
In januari 2022 schreven verschillende raadsvoorzitters samen met Filip De Rynck en Marian Verbeek een memorandum met voorstellen voor de versterking van de functie van de raadsvoorzitter en de versterking van de gemeenteraad. Aanvullend op de interessante voorstellen in dit memorandum geven we hier nog enkele suggesties. Hou rekening met de eigenheid van je gemeente. Jarenlange gewoonten veranderen vraagt geduld en doorzetting. Stel realistische doelen en neem kleine stapjes. Een vergadercultuur ombuigen gaat niet vanzelf. Lukt iets niet, probeer opnieuw of probeer iets anders. Blijf volhouden en geef zelf het goede voorbeeld. Elke voorzitter van een vergadering heeft een eigen stijl. Ken je stijl en werk die stijl eventueel hier en daar wat bij. Spreek af met een andere voorzitter en ga eens bij elkaar luisteren en wissel nadien uit.
Enkele tips
- Ga als voorzitter op een plaats in de raadszaal zitten die je overzicht geeft. Vanzelfsprekend zit je naast de algemeen directeur. De algemeen directeur is immers je steun en toeverlaat in de vergadering.
- Open de vergadering en hou rekening met recente gebeurtenissen. Zijn er bepaalde zaken gebeurd in de gemeente of in het leven van een van de raadsleden? Verwijs ernaar of vermeld ze. Een felicitatie of een hart onder de riem kan voor mensen veel betekenen. Zulke kleine zaken kunnen bijdragen aan een positieve aangename sfeer in de vergadering.
- Het is echt niet nodig dat je alle agendapunten (gedetailleerd) kent. Het is echter wel zinvol om punten kort te situeren en de context weer te geven. Het publiek en eventuele nieuwere raadsleden zullen dit waarderen omdat zo beter kunnen volgen waar het over gaat.
- Laat je niet opjagen, niet door de leden van het college en niet door oppositieraadsleden. Behandel eenieder met respect.
- Laat mensen uitspreken maar onderbreek hen wanneer ze steeds maar blijven uitweiden. Vraag hen om bij de zaak te blijven. Zo kan je hen bv. vragen om hun betoog af te ronden tenzij ze nog iets nieuws willen inbrengen dat nog niet werd gezegd.
- Herhaal vragen of tussenkomsten zodat iedereen ze gehoord heeft.
- Zeker wanneer er amendementen zijn kan het zinvol zijn om te herhalen waarover de raadsleden moeten stemmen.
- Geef duidelijke instructies en hou je er aan. Bv. Als je een raadslid nog twee minuten spreektijd geeft laat hem of haar dan geen tien minuten aan het woord.
- Geef heldere waarschuwingen. Bv. Ik neem u het woord af indien u niet stopt. Het woord afnemen is natuurlijk gemakkelijker wanneer je een micro kan uitzetten. Ga niet in discussie wanneer je van een raadslid het woord afneemt. Maar doe het niet lichtzinnig.
- Tijdens een gemeenteraad kan het er soms hevig aan toegaan. Sommigen zaken liggen zeer gevoelig en lokken hevige emoties uit. Blijf zelf kalm en toon begrip. Dat wil niet zeggen dat je alles moet accepteren. Speel de bal en niet de man/vrouw.
- Zorg ervoor dat je het huishoudelijk reglement van je gemeenteraad kent en bij de hand hebt. Samen met het decreet lokaal bestuur vind je daar de spelregels. Is er geen duidelijkheid of er bv. al dan niet geheim moeten worden gestemd maak dan gebruik van je recht om de vergadering te schorsen en te overleggen met de algemeen directeur. Je kan niet alles meteen weten, het is niet erg wanneer je iets moet opzoeken.
- Als voorzitter ben je ook raadslid en heb je net zoals de andere raadsleden een mening. Je mag uiteraard ook inhoudelijk tussenkomen. Je kan dat bv doen door te zeggen dat je je petje als voorzitter even afzet en je petje als raadslid opzet en dan je standpunt geeft.
Naast de vergadering
Je kan je natuurlijk strikt beperken tot het uitvoeren van je wettelijke taken nochtans kan je als voorzitter ook naast de vergadering initiatieven nemen:
- Zorg voor een goede communicatie met de algemeen directeur en met de burgemeester die voorzitter van het college is.
- Een regelmatig overleg met de fractievoorzitters is een prima forum om de organisatie van de raad en de werking te bespreken. Bij uitbreiding kunnen daar ook afspraken worden gemaakt over het voorleggen van inhoudelijke punten aan de raad of over de versterking van de raad en de raadsleden. Stem dit best ook af met het college.
Enkele voorbeelden:
- Aanpassingen en evaluatie huishoudelijk reglement
- Aanpassingen en evaluatie deontologische code
- Werking van gemeenteraadscommissies
- Verloop van de vergadering: bv. Beginnen we met een actualiteitsdebat? Wanneer komen de vragen van de raadsleden aan bod?
- Hoe discussiëren we over de meerjarenplanning en de aanpassingen ervan?
- Zitten er mogelijk grote en/of belangrijke beleidsbeslissingen in de pijplijn, bv. een fusie, en hoe gaan we die raad onderzoeken, bespreken en beslissen?
- Wanneer en hoe koppelen we terug over de verzelfstandigde activiteiten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden?
- Hoe en wanneer organiseert het bestuur inspraak met de bevolking?
- Zijn er bepaalde vormingen interessant voor de raadsleden?
- Is er interesse voor een werkbezoek?
Wil je een zichtbare voorzitter zijn? Ben je graag aanwezig op officiële plechtigheden enz.? Maak er afspraken over. Zo hebben sommige voorzitters een eigen sjerp.
Ga na wat je zelf nodig hebt om je taken uit te voeren: Informatie? Een opleiding? Ondersteuning?
Bewaar evenwicht tussen je privéleven, je werk en het politiek mandaat. Heb je weinig tijd dan moet je zorgvuldige keuzes maken. Dan kan het zinvol zijn om bv. notariële akten niet meer zelf te tekenen maar dit te delegeren aan een ander raadslid of een notariële volmacht te geven.
Collegagroep raadsvoorzitters
Ben je voorzitter van de gemeenteraad? Sluit je dan aan bij de collegagroep raadsvoorzitters van VVSG. In deze groep deel je ervaringen, stel je vragen en leer je van collega’s uit andere lokale besturen.
Je krijgt toegang tot een apart MS Teams-kanaal, waar je makkelijk contact houdt met de andere raadsvoorzitters.