VVSG vraagt bijsturing federale steun voor lokale pensioenfactuur

De VVSG verwelkomt het feit dat de federale overheid voor het eerst structureel tussenkomt in de pensioenfactuur van de lokale besturen. De ondersteuning op basis van de gedeeltelijke aftrek van de tweedepijlerkosten van de responsabiliseringsbijdrage is algemeen. Het grootste deel van de middelen gaat echter alleen naar besturen met meer dan 100.000 inwoners. Voor de VVSG ligt die aparte behandeling moeilijk, vooral omdat dat aantal inwoners niet noodzakelijk iets zegt over de mate waarin de responsabiliseringsbijdrage budgettair doorweegt. Het risico is dan ook reëel dat deze maatregel wegens een schending van het gelijkheidsbeginsel bij een eventuele procedure wordt vernietigd door het Grondwettelijk Hof.

Behoud bonus-malus, maar lagere kostenaftrek

De geplande federale steun bestaat uit twee sporen. Ten eerste trekt de federale regering ca. 50 miljoen euro uit om de korting op de responsabiliseringsbijdrage voor besturen met een voldoende hoge tweede pensioenpijler te financieren. De mate waarin de kosten van dat aanvullend pensioen kunnen worden afgetrokken zakt echter van 50% naar 30% vanaf 2025. Zonder extra federale middelen zou dat echter maar 10% meer geweest zijn. De VVSG vraagt om de middelen op te trekken waardoor de 50%-kostenaftrek behouden kan blijven. Bij de uitbouw van hun tweede pijler voor contractanten hebben de lokale besturen immers op die ondersteuning gerekend.

Extra geld voor besturen met meer dan 100.000 inwoners

Een tweede spoor bestaat uit nieuwe federale middelen voor het Gesolidariseerd Pensioenfonds om de responsabiliseringsfactuur te verzachten. Hiervoor trekt de Schatkist in 2027 een bedrag van ca. 75 miljoen euro uit, 108 miljoen euro in 2028 en 125 miljoen euro in 2029. Deze subsidie zou echter alleen ten goede komen aan lokale besturen gevestigd in een gemeente met meer dan 100.000 inwoners. In Vlaanderen gaat dat om Antwerpen, Gent, Brugge en Leuven. Het geld zou niet alleen naar de gemeenten en OCMW's van die besturen gaan, maar ook naar andere lokale entiteiten (politie- en hulpverleningszones, autonome gemeentebedrijven, welzijnsverenigingen en intercommunales) die al dan niet toevallig in die gemeenten hun maatschappelijke zetel hebben.

VVSG vraagt bijsturing

De Raad van State waarschuwde in zijn advies voor een mogelijke schending van het gelijkheidsbeginsel en stelde ook vragen bij de relevantie van het criterium van de plaats van de maatschappelijke zetel van lokale besturen voor een subsidie die de pensioenlasten moet ondersteunen. Het bestuursorgaan van de VVSG verwerpt het feit dat alleen besturen gevestigd in een gemeente met ten minste 100.000 inwoners toegang zouden krijgen tot deze subsidiëring. Deze drempel zegt immers niet noodzakelijk iets over het te betalen bedrag aan responsabiliseringsbijdrage, noch over het bedrag per inwoner of de mate waarin deze responsabiliseringsbijdrage budgettair doorweegt. De VVSG vreest dat dit kan leiden tot jarenlange rechtsonzekerheid, cf. de signalen van besturen die van plan zijn wegens een mogelijke schending van het gelijkheidsbeginsel tegen deze wet naar het Grondwettelijk Hof te stappen.

De VVSG heeft aan de Kamerleden van de Commissie Sociale Zaken, Werk en Pensioenen daarom enkele alternatieven voorgesteld, zoals de beperking van de toegang tot de subsidiëring tot de x besturen in België die de hoogste responsabiliseringsbijdrage in euro (per inwoner) betalen of tot die besturen die meer dan x euro (per inwoner) aan responsabiliseringsbijdrage betalen.

Volledig VVSG-standpunt