De Europese richtlijnen over overheidsopdrachten van 2014 moesten zorgen voor eerlijke concurrentie, optimale besteding van publieke middelen en moesten corruptie voorkomen. Hoewel er vooruitgang is geboekt, vooral op vlak van transparantie, toont de evaluatie aan dat het huidig kader vandaag te complex, te weinig flexibel en onvoldoende strategisch is.
Te veel regels, te weinig ruimte
Aanbesteders ervaren de procedures als ingewikkeld en weinig wendbaar om publieke investeringsdoelen te realiseren. Bovendien zorgen bijkomende bepalingen over overheidsopdrachten in sectorspecifieke EU-wetgeving voor een gebrek aan samenhang.
Strategische ambities botsen met de praktijk
Overheidsopdrachten dienen steeds vaker om strategische doelen te realiseren, zoals duurzaam, innovatief en sociaal aankopen. Deze prioriteiten blijven centraal staan in onder andere de Clean Industrial Deal(opent nieuw venster) en de Competitiveness Compass(opent nieuw venster). Tegelijk komen er nieuwe uitdagingen bij, zoals economische veiligheid en strategische autonomie.
De uitvoering van die doelen loopt niet overal gelijk bij de lidstaten. Ongelijke markttoegang blijft een probleem. Niet-Europese bedrijven kunnen deelnemen aan Europese opdrachten, terwijl Europese ondernemingen buiten de EU vaak geen gelijke kansen krijgen. Dat onevenwicht blijft een belangrijk knelpunt.
Transparantie stijgt, maar data blijft zwak punt
Er is vooruitgang in transparantie, maar de kwaliteit en volledigheid van data blijft onvoldoende op zowel Europees als nationaal niveau. Daardoor is het moeilijk om investeringen beleidsmatig te sturen en om misbruik en kartelvorming op te sporen.
Professionalisering nodig
De toenemende complexiteit vraagt hooggekwalificeerd personeel. Eerdere investeringen in professionalisering hebben effect gehad, maar zijn niet genoeg om strategische impact te maximaliseren en beleidsdoelen waar te maken.
Conclusie: tijd voor slimmere richtlijnen
De huidige regels zijn niet wendbaar, coherent of strategisch genoeg om in te spelen op de uitdagingen van vandaag en morgen. De lessen uit deze evaluatie benadrukken de nood aan nieuwe richtlijnen die eenvoud, flexibiliteit en samenhang centraal zetten.