De federale overheid bezorgde de afgelopen weken nieuwe meerjarenramingen van de aanvullende personenbelasting (APB) aan de gemeenten. Voor het merendeel van hen vallen die raming een stuk lager uit dan de cijfers die ze in mei ontvingen.
Dubbele impact voor lokale financiën
In totaal mogen de Vlaamse gemeenten in 2029 ongeveer 120 miljoen euro minder APB-ontvangsten verwachten. Dat is 3,75% minder dan eerder geraamd. Dat is slecht nieuws voor de gemeenten, zeker bovenop de Vlaamse besparingen die de gemeenten al moeten verwerken. Ook op federaal niveau komen er mogelijk extra besparingen aan.
Waarom die daling?
Er zijn twee belangrijke verklaringen:
Lagere opbrengsten in aanslagjaar 2024 De inkomsten van aanslagjaar 2024 vielen tegen. Die lagere opbrengst wordt de komende jaren doorgetrokken in de nieuwe ramingen.
Impact van de federale taxcut De taxcut, die vanaf 2030 ingaat, zorgt voor een verdere daling. In lijn met de inschattingen van de VVSG zal de taxcut voor een aanzienlijke daling van de APB-ontvangsten zorgen vanaf 2030, voornamelijk door het optrekken van de belastingvrije som.
Ook 2025 ziet er voor sommige gemeenten minder goed uit
Voor iets minder dan de helft van de gemeenten is ook de raming voor 2025 lager dan in mei. Dat hangt af van de vraag of de inkohieringen voor aanslagjaar 2025 de mindere inkomsten uit 2024 kunnen compenseren.
We raden dan ook aan om de APB-meerjarenramingen te baseren op aanslagjaren, en niet op boekjaren. Een boekjaar bevat immers ontvangsten uit twee verschillende aanslagjaren, wat het beeld vertroebelt. Het nadeel van deze aanpak is wel dat de meest recente gegevens slechts lopen tot en met inkomstenjaar 2022 (aanslagjaar 2023).
Eén lichtpuntje: gemeenten krijgen de raming nu vroeger
Op vraag van de VVSG bezorgt de federale overheid de APB-ramingen voortaan al in september. Vroeger gebeurde dat pas eind oktober of begin november. Gemeenten kunnen de cijfers dus al sneller gebruiken bij de budgetbesprekingen.