Op 21 mei bereikte de VVSG een akkoord met de vakorganisaties over de koopkrachtmaatregel in de sector van de dienstencheques. De dienstencheque-medewerkers krijgen een bruto loonsverhoging van 1 euro per uur vanaf 1 januari 2025. Deze koopkrachtmaatregel geldt als voorafname op het sectoraal akkoord 2026-2031.
Eén euro extra per gewerkt uur
De loonsverhoging van 1 euro bruto per uur geldt voor alle uren die een dienstenchequemedewerker presteert:
uren bij de klant
niet bij de klant gepresteerde uren, zoals vergaderingen, opleiding en vorming
betaalde afwezigheden zoals vakantie, feestdagen en ziekteverlof
De koopkrachtmaatregel treedt retroactief in werking, op 1 januari 2025.
Financiering en verdeling van de kosten
Lokale besturen ontvangen 1 euro per bij de klant gepresteerd uur. Die compensatie komt er omdat de prijs van een dienstencheque op 1 januari 2025 steeg van 9 naar 10 euro per uur.
De overige kosten zijn voor rekening van het lokaal bestuur. Het gaat om:
de werkgeversbijdragen
de meerkosten voor niet bij de klant gepresteerde uren
de meerkosten voor betaalde afwezigheden, waarvoor de werkgever geen financiering krijgt
Voorafname op sectoraal akkoord
De volledige loonkostverhoging geldt als een voorafname op het sectoraal akkoord 2026-2031. Dat is een sociaal akkoord voor het personeel van de lokale besturen. De gesprekken daarover zijn intussen gestart. We willen die onderhandelingen zo snel mogelijk afronden.
Wat volgt?
Binnenkort sluit de VVSG een formeel akkoord met de vakbonden. Op 11 juni staat dit op de agenda van het Comité C1, om te leiden tot een protocol. We bekijken ook met het kabinet van de minister van Werk hoe de financiering geregeld kan worden.
Van zodra dat geregeld is, kan de uitbetaling starten. Je mag nu al beginnen met de interne voorbereidingen.
Delen
Auteurs
Abderrazak
El-Omari
Stafmedewerker personeelsbeleid
Marijke
De Lange
Stafmedewerker Sociaal Overleg en Lokaal Personeelsbeleid