Wil men een kwaliteitsvolle ruimtelijke planning, ordening en inrichting nastreven, dan moet men beschikken over elementaire kennis en inzicht in verschillende werkvelden, hun instrumenten en hun verbanden met de ruimtelijke ordening. Nu ontbreekt in de praktijk vaak een solide verantwoording voor ruimtelijke beslissingen. Vele ruimtelijke uitvoeringsplannen en omgevingsvergunningen die de Raad van State vernietigt, zijn net in dit bedje ziek.
De nieuwe publicatie ‘Met inzicht ruimtelijk plannen en vergunnen’ (eds. Bernard Hubeau en Guy Vloebergh) kan hieraan tegemoetkomen door een wetenschappelijke benadering aan te reiken vanuit verschillende werkvelden. Zo kunnen beleidsmakers, ambtenaren, onderzoekers en ontwerpers tot betere gemotiveerdebeslissingen en duurzamere ontwerpen komen. Beslissingen en ontwerpen die beter onderbouwd worden met relevante motieven.
Uit twaalf werkvelden die in het boek aan bod komen worden er op deze studievoormiddag die doorgaat op 1 april 2025 (geen grap!) in het nieuwe provinciehuis van Oost-Vlaanderen in Gent drie voorname uitgelicht, nl. landbouw door Bart Laridon, milieu door Hendrik Schoukens en wonen door Lieve Vanderstraeten. Vervolgens richt Filip De Rynck zijn bestuurlijke blik op dit thema ‘meer geïntegreerd plannen’. Zijn sterk pleidooi voor een meer geïntegreerd omgevingsbeleid kent evoluties, kansen en hindernissen voor deze integratie binnen de bestuurlijke organisatie die we in Vlaanderen kennen. Om te weten hoe het spel om ruimte wordt gespeeld, moeten we ook naar de mensen kijken die beslissingen moeten nemen over ruimte en naar de organisatorische contexten waarin zij werken.