
Nieuwe nulmeting geen reden om zwerfvuilproblematiek en kosten in twijfel te trekken

De OVAM publiceerde een persbericht(opent nieuw venster) over een nieuwe nulmeting van het zwerfvuil in Vlaanderen. Daaruit blijkt dat in 2023 6621 ton zwerfvuil werd ingezameld, minder dan de laatste meting in 2021 volgens de oude methodologie. Volgens de VVSG is het lagere zwerfvuilcijfer geen reden om de problematiek te minimaliseren. Integendeel, de VVSG dringt bij de Vlaamse overheid aan op een snelle invoering van de Europese Richtlijn Single Use Plastics die producenten van drankverpakkingen al sinds januari 2023 verplicht de lokale besturen te vergoeden voor de kosten voor zwerfvuilbeheer.
Kosten blijven hoog
Een onderzoek van de OVAM raamt de totale jaarlijkse kost om zwerfvuil op te ruimen op 160 miljoen euro, waarvan de lokale besturen 144 miljoen euro op zich nemen. De nieuwe nulmeting is volgens de VVSG geen reden om de kosten voor lokale besturen in twijfel te trekken. De kosten voor zwerfvuilbeheer staan immers niet rechtstreeks in verhouding tot het ingezamelde gewicht. Dat geldt zeker voor veegwagens, die in een meer verstedelijkte context wel degelijk uitrijden om zwerfvuil op te ruimen. Blikjes en flesjes nemen ook meer volume in dan bijvoorbeeld zand of bladeren. Volgens de Europese Richtlijn Single Use Plastics moeten de producenten van onder andere drankverpakkingen sinds januari 2023 de lokale besturen vergoeden voor de kosten voor zwerfvuilbeheer. Tot op heden is er daarvoor nog geen regeling uitgewerkt in Vlaanderen, dat daarvoor hoge boetes riskeert van de Europese overheid. De Vlaamse regering engageerde zich in het regeerakkoord 2024-2029 om die regeling snel goed te keuren.
Grote verschillen tussen gemeenten
De nulmeting is gebaseerd op de OVAM-bevraging over de ingezamelde hoeveelheid zwerfvuil en afval uit straatvuilnisbakken (IZAS), waarover de lokale besturen voor het eerst verplicht rapporteerden. Uit de nieuwe nulmeting van de OVAM blijkt onder andere dat in het verleden de hoeveelheid zwerfvuil in het machinaal en manueel veegvuil werd overschat. Vroeger ging men er van uit dat 20% van het veegvuil in veegwagens uit zwerfvuil bestond, terwijl dat uit een nieuwe analyse over 1,22% gaat. VVSG gaat er van uit dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten. In verstedelijkte gebieden kan je ervan uitgaan dat er meer zwerfvuil in het machinaal veegvuil zit dan in meer landelijke regio’s.
Vlaming ergert zich aan zwerfvuil
Zwerfvuil staat in de top drie van de grootste ergernissen van de Vlamingen volgens de jaarlijkse gemeente- en stadsmonitor van de Vlaamse overheid. De ambitie van het Lokaal Materialenplan blijft om tegen 2030 de hoeveelheid zwerfvuil in Vlaanderen met 20% te doen dalen. De nieuwe nulmeting verandert niets aan dat ambitieniveau. Voor de VVSG blijft het nodig om te blijven inzetten op de preventie van zwerfvuil, een efficiënte opruiming, bewustmaking van de bevolking en handhaving.
Auteur
-
PietCoopmanCoördinator Interafval
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenRelevante kennisartikels
Nieuws
-
Magazine Lokaal
-
Nieuws
-
Nieuws
Jaarlijkse indexering van afvaltarieven: wat verandert?
AfvalFinanciën