Politieraadslid zijn
Als politieraadslid neem je deel aan de politieraad, die de lokale politie controleert. De meeste Vlaamse politiezones omvatten meerdere gemeenten, vertegenwoordigd in de raad. Je beslist mee over budgetten, investeringen en beleid, en brengt de zorgen van inwoners rond veiligheid naar voren.
Inhoud van deze pagina
Rollen
Deelnemen aan het bestuur van de politiezone
Als politieraadslid neem je samen met de andere raadsleden beslissingen in de politieraad. Belangrijk is dat je als individueel raadslid geen beslissingsbevoegdheid hebt. Beslissen doet de politieraad als orgaan. Gaat meer dan de helft van de raadsleden akkoord met een voorstel, dan volgt er een beslissing. Als raadslid heb je dus geen persoonlijke bestuursbevoegdheid, maar heb je de taak om mee te werken aan de totstandkoming van beslissingen die nodig zijn voor de werking van de politiezone. De WGP bepaalt waarvoor de politieraad bevoegd is. Je kan als politieraadslid ook voorstellen van beslissingen toevoegen aan de agenda.
Democratische controle
Nadat de politieraad de grote lijnen van het beleid heeft uitgezet, zullen het politiecollege en het personeel van de politiezone dit verder uitvoeren. Als politieraadslid is het jouw taak om toe te zien of het beleid goed wordt uitgevoerd en de regels daarbij worden gevolgd. Om die taak goed te kunnen uitvoeren, heeft de wetgever je verschillende rechten toegekend die een “gewone” burger niet heeft. Zo heb je bijvoorbeeld het recht om punten op de agenda van de politieraad te plaatsen, het inzagerecht voor de documenten van de politiezone, het recht om de diensten van de politiezone te bezoeken en kan je mondelinge en schriftelijke vragen stellen.
Rechten en plichten
Het reglement van orde van de politieraad werkt de rechten (en plichten) concreet uit door in specifieke procedures te voorzien, bijvoorbeeld de organisatie van het inzagerecht. Het reglement van orde kan de rechten van de politieraadsleden concretiseren en aanvullen, maar kan er niet tegen ingaan. De raadsleden moeten de bepalingen ervan naleven.
Inzagerecht
Verwar het inzagerecht niet met openbaarheid van bestuur. Dit laatste heeft betrekking op inwoners of betrokken personen die hun dossier willen komen inkijken bij een openbaar bestuur. Het inzagerecht is een recht voor de raadsleden. Het inzagerecht van het politieraadslid is vergelijkbaar met het recht van een gemeenteraadslid. Er bestaan twee soorten inzagerecht.
- Het inzagerecht naar aanleiding van een zitting van de politieraad of ook het specifiek inzagerecht. Alle stukken van de agendapunten liggen voor jou als politieraadslid ter inzage vanaf het verzenden van de agenda op een plaats zoals bepaald door het reglement van orde (artikel 25/1 § 2 WGP).
- Maar als politieraadslid beschik je ook over een ruimer inzagerecht of het algemeen inzagerecht. Als politieraadslid heb je inzage in alle akten en stukken over het bestuur van de politiezone, volgens de voorwaarden van het reglement van orde. Geen enkel document mag aan jouw onderzoek worden onttrokken. Je moet met volledige kennis van zaken kunnen oordelen over alle punten die worden voorgelegd.
Zijn er uitzonderingen?
Ja. Het is niet van toepassing op stukken van ‘algemeen belang’, zoals processen-verbaal, rapportage aan de gerechtelijke overheden of aanhoudingen. Naast deze inhoudelijke beperking is het inzagerecht ook niet absoluut: dat wil zeggen dat er ook vormelijke beperkingen bestaan. Zo geldt het inzagerecht enkel op gefinaliseerde stukken, niet op ontwerpdocumenten of voorontwerpen of andere stukken die nog in opmaak zijn. Als politieraadslid blijf je zelf verantwoordelijk voor het gebruik van de (vertrouwelijke) inlichtingen uit de dossiers. Wanneer het inzagerecht niet wordt gerespecteerd, en je stukken ten onrechte niet krijgt, kan je klacht indienen bij de toezichthoudende overheid.
Inzage in de notulen van het politiecollege?
Er bestaat geen algemene regeling voor het bezorgen van de notulen van het politiecollege aan de politieraadsleden. Raadsleden hebben de mogelijkheid om de notulen van het politiecollege in te zien, maar de grenzen daarvan worden bij voorkeur vastgelegd in het reglement van orde van de politieraad. Ook op dit inzagerecht bestaan uitzonderingen, bijvoorbeeld voor wat betreft gegevens die de persoonlijke levenssfeer raken. Dat is anders bij de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen: daar worden de notulen aan de gemeenteraadsleden bezorgd op de wijze bepaald door het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Agendapunten aanbrengen voor de politieraad
Als politieraadslid kan je punten voor de agenda van de politieraad aanbrengen. Je moet de agendapunten uiterlijk vijf werkdagen vóór de vergadering overhandigen aan de voorzitter, vergezeld van een verklarende nota of van elk document dat de politieraad kan voorlichten. Als je deze voorwaarden naleeft, dan maakt het punt deel uit van de agenda. Dat agendapunt kan dan door het politiecollege niet geweerd worden.
Schriftelijke en mondelinge vragen
Je hebt het recht om aan het politiecollege mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Het reglement van orde bepaalt de voorwaarden hoe je dit recht kunt uitoefenen.
De korpschef of zijn aangewezen medewerkers verstrekken technische informatie over de dossierstukken aan de politieraadsleden die hierom vragen. Het reglement van orde bepaalt de regels voor het geven van die informatie. Als je een mondelinge of schriftelijke vraag richt tot de korpschef (bv. naar aanleiding van een krantenbericht), is hij verplicht om antwoord op die vraag te geven. Dat vloeit voort uit de bevoegdheid van de korpschef om de vergaderingen van de politieraad en het politiecollege bij te wonen en de zaken die aan de politieraad en het politiecollege worden voorgelegd voor te bereiden. De korpschef moet niet antwoorden op vragen over lopende opsporings- en gerechtelijke onderzoeken, omdat dat een schending kan uitmaken van het beroepsgeheim en het geheim van het vooronderzoek.
Bijstand van een vertrouwenspersoon voor een raadslid
Een politieraadslid dat wegens een handicap het mandaat niet zelfstandig kan vervullen, kan zich door een vertrouwenspersoon laten bijstaan volgens de regionale spelregel. De vertrouwenspersoon kan vrij door het politieraadslid worden gekozen. De vertrouwenspersoon moet minstens achttien jaar zijn en legaal binnen de Europese Unie verblijven. Hij of zij mag zich niet in een situatie van uitsluiting of onverenigbaarheid als gemeenteraadslid bevinden. De vertrouwenspersoon mag in geen geval lid zijn van het personeel van de politiezone.
Bij het verlenen van de bijstand krijgt de vertrouwenspersoon dezelfde rechten en plichten als het politieraadslid, maar krijgt geen presentiegeld. We stellen vast dat de vertrouwenspersoon van een gemeenteraadslid wel presentiegeld krijgt op basis van het DLB. De VVSG vraagt aan Minister van Binnenlandse Zaken om een einde te maken aan deze ongelijkheid.
Beroepsgeheim, geheimhoudingsplicht en discretieplicht
Politieraadsleden hebben géén onschendbaarheid en kunnen vervolgd worden voor wat ze in de politieraad zeggen. We verwijzen hiervoor naar de plichten die je als gemeenteraadslid hebt omdat de WGP geen uitdrukkelijke bepalingen bevat. Als tegenhanger voor het ruime inzagerecht mogen raadsleden vertrouwelijke gegevens niet openbaar maken.
Beroepsgeheim, geheimhoudingsplicht en discretieplicht zijn termen die vaak door elkaar gebruikt worden. De wet- en decreetgever voorzien geen duidelijke definitie. Rechtsleer en rechtspraak proberen zoveel mogelijk te verduidelijken, maar zorgen ook voor tegenspraak. Het is in de praktijk dan ook niet vanzelfsprekend om deze begrippen van elkaar te onderscheiden.
De VVSG ziet het als volgt: beroepsgeheim en geheimhoudingsplicht zijn synoniemen. Het beroepsgeheim wordt opgelegd door art. 458 van het Strafwetboek, waardoor inbreuken strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Het decreet lokaal bestuur bevestigt in art. 29 §4 dat deze geheimhoudingsplicht van toepassing is. Naast een mogelijke strafsanctie kan een inbreuk op het beroepsgeheim ook schade berokkenen en aanleiding geven tot een schadevergoeding. Wat een ‘geheim’ is, wordt niet gedefinieerd. We mogen aannemen dat dit in een lokale context gaat om informatie die:
- het raadslid enkel kent door de uitoefening van zijn mandaat of functie;
- niet over publieke feiten gaat en dus niet gekend is door derden;
- in het kader van een vertrouwensrelatie toevertrouwd werd.
Discretieplicht is een verzamelbegrip waarvoor soms een wettelijke basis bestaat en soms niet. Het gaat om informatie die:
- het raadslid enkel kent door de uitoefening van zijn mandaat of functie;
- niet over publieke feiten gaat en dus niet gekend is door derden.
Raadsleden hebben de plicht om bij het communiceren voorzichtigheid te hanteren. Als een raadslid informatie onthult die niet openbaar mag worden gemaakt, kan dat leiden tot fouten en mogelijk schade veroorzaken. Deze fout kan resulteren in aansprakelijkheid voor schadevergoeding.
Deontologische plichten
De WGP verplicht geen deontologische code voor de politieraadsleden, waardoor de meeste politieraden er geen hebben. Dat staat in contrast met de gemeente en het OCMW, waar elk bestuur wel een deontologische code voor politici heeft. De deontologische code geeft een belangrijk kader waarbinnen elk raadslid veilig kan werken. Ze regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheden van de deontologische commissie. Om te weten welke deontologische bepalingen je als mandataris moet naleven, moet je de eigen deontologische code van jouw gemeente opvragen. Blijven er concrete vragen die moeilijk opgelost geraken, dan kan je beroep doen op de reflectiekamer integriteit van de VVSG.
Maar kan je als politieraad(slid) terugvallen op de deontologische code voor de gemeenteraad, waaraan men als gemeenteraadslid is gebonden? Uiteindelijk is ieder politieraadslid ook gemeenteraadslid, maar toch verschilt de werking van de politiezone en de politieraad soms sterk van de gemeente en de gemeenteraad. De deontologische code voor de gemeenteraadsleden kan zeker wel ter inspiratie dienen wanneer de politieraad zelf een deontologische code wenst.
Verbodsbepalingen
In de WGP(opent nieuw venster) staan een aantal verbodsbepalingen die van toepassing zijn op het politieraadslid. We verwijzen bijkomend ook naar het artikel 245 Strafwetboek en naar het artikel 27 decreet over het lokaal bestuur.
Verbod om aan zitting deel te nemen
Het is als politieraadslid verboden aanwezig te zijn bij een beraadslaging of besluit over zaken waarbij je een rechtstreeks belang hebt, hetzij persoonlijk, hetzij als gelastigde, voor of na zijn verkiezing, of waarbij jouw bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt zich niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen en ontslagen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd, gelijkgesteld met echtgenoten.
Het gaat niet over om het even welk belang. Het dient te gaan om een belang dat rechtstreeks en onmiddellijk volgt uit de te nemen beslissing en dat het raadslid of van zijn aanverwanten treft. Volgens het principe van het algemeen belang mag je stemmen over de loonschalen die algemeen van toepassing zijn, tenzij de persoon die verwant is de enige in zijn categorie is. In dat geval wordt het belang geïndividualiseerd. Aanvullend, maar zeker niet onbelangrijk is de uitspraak van de Raad van State (nr. 143.663 van 26 april 2005) waar een rechtstreeks belang wordt omschreven als:
alle belangen waarvan het gemeenteraadslid niet met redelijke zekerheid kan worden geacht voldoende afstand te kunnen nemen om de belangen van zijn gemeentebestuur voorrang te verlenen boven zijn persoonlijke belangen (…) Het volstaat dat de gegevens van de zaak aannemelijk maken dat bij beraadslaging in de schoot van de gemeenteraad een belangenvermenging in de persoon van een gemeenteraadslid mogelijk was en dat deze aldus in de verleiding kan komen om zijn belangen op die van de gemeente te laten prevaleren.
Een moreel belang speelt dus ook een rol. Het besluit dat getroffen wordt in overtreding met de hierboven bedoelde principes is niet van rechtswege nietig, maar vernietigbaar. Zodra de vernietigingstermijn verstreken is, is het besluit definitief geldig.
Verbod om deel te nemen aan de overheidsopdrachten van de politiezone
Om belangenvermenging te vermijden, mag het raadslid bepaalde overeenkomsten niet sluiten met de politiezone. Dat verbod beperkt zich tot de politiezone en heeft enkel betrekking op de aanbestedingen van de politiezone. De terminologie is ruim en betreft over het algemeen alle openbare aanbestedingen van de politiezone.
Verbod om op te treden als advocaat, notaris en zaakwaarnemer
Als politieraadslid kan je niet optreden als advocaat, notaris of zaakwaarnemer in de processen tegen de politiezone. Dat verbod strekt zich zelfs zo ver uit dat het een raadslid verbiedt om een partij te verdedigen die door de politiezone voor de burgerlijke rechter is gedaagd. Het raadslid mag ook niet optreden als raadsman van een personeelslid in tuchtzaken. Het raadslid mag in diezelfde hoedanigheid ook niet pleiten voor de zone, raad geven of optreden in enige betwiste zaak.
Periode mandaat
Start van mandaat als politieraadslid
Het mandaat als politieraadslid vangt ten vroegste aan op de 31ste dag nadat de deputatie het volledige verkiezingsdossier ontvangen heeft van alle gemeenten die deel uitmaken van de politiezone. Als er bezwaar is aangetekend tegen de verkiezing, worden de politieraadsleden vijftien dagen na de definitieve uitslag samengeroepen.
Opgelet: op de installatievergadering van de gemeenteraad (vrij te kiezen op een werkdag tussen maandag 2 december tot en met vrijdag 6 december 2024) gebeurt in principe ook de verkiezing van de politieraadsleden. De verkiezing kan ook ten laatste binnen de tien dagen na de installatievergadering van de gemeenteraad gebeuren. De installatie van de politieraad vindt daarentegen ten vroegste plaats de éénendertigste dag nadat het dossier van de verkiezing van de politieraadsleden ontvangen werd door de bestendige deputatie. Dat zal nu januari worden, doordat de installatie van de gemeenteraad en de verkiezingen van de politieraadsleden in december gebeurt (behalve ingeval van een fusie van gemeenten, want dan vindt de installatievergadering van de gemeenteraad en de verkiezing van de politieraadsleden plaats op 2 januari!)
Het mandaat als politieraadslid start met de eedaflegging in handen van de voorzitter van het politiecollege: Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk.
Duur van mandaat als politieraadslid
Wat de duur van het mandaat betreft, hanteert de WGP het continuïteitsprincipe:
- De (uittredende) leden blijven hun mandaat uitoefenen tot de nieuwe politieraad is geïnstalleerd;
- Het lid dat ontslag neemt, blijft zijn/haar mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is beëdigd;
- De opvolger of het ter plaatsvervanging verkozen lid voleindigt het mandaat van het lid dat hij/zij opvolgt.
Tijdelijke vervanging
Er is een duidelijk onderscheid tussen de opvolging en de vervanging van een politieraadslid:
- Bij opvolging houdt het mandaat als politieraadslid op en komt de opvolger definitief in zijn of haar plaats zetelen. De WGP (artikel 19) omschrijft de procedure.
- Bij vervanging is er sprake van het tijdelijk opnemen van het mandaat als politieraadslid, maar behoudt het vervangen politieraadslid wel zijn of haar mandaat. Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft de procedure voor de vervanging (“Het verhinderde of afwezige lid van de politieraad wordt vervangen met toepassing van de bepalingen die, in de deelstaat op het grondgebied waarvan de desbetreffende zone zich bevindt, in het algemeen de vervanging regelen van het verhinderde of afwezige gemeenteraadslid”).
Als je je laat vervangen in de gemeenteraad, dan kan je niet meer zetelen in de politieraad. Je vervanger in de gemeenteraad kan enkel zetelen in de politieraad wanneer je gevraagd hebt om ook in de politieraad te worden vervangen. De politieraad neemt kennis van de redenen voor de vervanging. Enkel je vervanger in de gemeenteraad kan je dan vervangen in de politieraad. Dat is doorgaans een ander raadslid dan de opvolger op de voordrachtakte. De opvolger op de voordrachtakte kan enkel in de plaats komen van het politieraadslid na formeel ontslag uit de politieraad. We raden aan dat de vervanger ook de eed aflegt als politieraadslid, omdat deze eed verschilt van die van een gemeenteraadslid.
Einde van mandaat als politieraadslid
Verlies hoedanigheid als gemeenteraadslid
Het verlies van de hoedanigheid als gemeenteraadslid leidt van rechtswege tot het beëindigen van het mandaat van lid van de politieraad. Wie geen gemeenteraadslid (meer) is, kan dus ook geen politieraadslid (meer) zijn.
Ontslag als politieraadslid
Je kan als politieraadslid steeds vrijwillig ontslag nemen uit de politieraad. Het ontslag dien je schriftelijk in bij de voorzitter van de politieraad. In elk geval blijft het ontslagnemend lid het mandaat uitoefenen tot de opvolger is beëdigd. Bekijk een model van ontslagbrief.
Opvolging van een raadslid
Als effectief politieraadslid kan je een opvolger hebben, maar dat is niet verplicht. De VVSG beveelt het wel aan. Het kandidaat-effectief lid en de opvolger moeten op de dag van de verkiezing deel uitmaken van de gemeenteraad. Een effectief lid kan niet meer dan twee opvolgers hebben. De kandidaat-opvolgers worden, net zoals de kandidaat-effectieve leden, schriftelijk voorgedragen. De kandidaten die als (eventuele) opvolgers van een verkozen effectief lid worden voorgedragen, zijn van rechtswege de opvolgers van het voornoemde lid.
Over de aanstelling van de (eventuele) opvolger wordt niet gestemd in de gemeenteraad. Ze volgt automatisch op het ontslag van het politieraadslid, van zodra het nieuwe politieraadslid beëdigd is. De gemeenteraad waaruit het te vervangen raadslid afkomstig is, moet kennis nemen van het ontslag van het politieraadslid en de eedaflegging door zijn (eventuele) opvolger.
Indien er geen opvolgers meer zijn of er geen waren voorzien op de initiële voordrachtakte, wordt een nieuw kandidaat effectief lid en/ of één of twee kandidaat-opvolgersgezamenlijk voorgedragen door alle nog in functie zijnde gemeenteraadsleden die de oorspronkelijke voordrachtakte van het ontslagnemend politieraadslid hebben ondertekend. Is dat het geval, dan wordt de kandidaat verkozen verklaard en hoeft er dus geen stemming te gebeuren in de gemeenteraad.
Indien er vanuit de fractie van het ontslagnemend politieraadslid geen voordracht wordt ingediend voor een effectief lid en (eventuele) opvolger(s), gaat de gemeenteraad over tot een geheime stemming waarbij elk gemeenteraadslid over één stem beschikt. De kandidaat die in dat geval over de meeste stemmen beschikt is verkozen. Doorgaans zal de grootste fractie dan het zitje verkrijgen.
Wat als je als onafhankelijk raadslid verder wenst te zetelen?
Er zijn geen gevolgen voor wie als onafhankelijk raadslid gaat zetelen in de politieraad. Het betrokken raadslid is er persoonlijk verkozen en kan daar enkel vervangen worden wanneer het zelf vrijwillig ontslag neemt (of eventueel als de einddatum op de akte bereikt wordt). De fractie, noch de politieraad, kunnen dat ontslag afdwingen.