
Raad van State kritisch over federale steun voor lokale pensioenlasten

De federale overheid zal voor het eerst structureel tussenkomen in de financiering van de lokale pensioenlasten. De manier waarop ze dit aanpakt, met een focus op besturen met meer dan 100.000 inwoners, leidt tot kritische opmerkingen van de Raad van State.
Pensioenlasten drukken op gemeentelijke budgetten
Lokale besturen zagen hun pensioenbijdragen voor statutaire personeelsleden de voorbije jaren fors stijgen. Zonder extra steun dreigen ze te moeten besparen op dienstverlening of investeringen uit te stellen. In ons VVSG-memorandum riepen we de centrale overheden daarom op tot cofinanciering. De Vlaamse regering ging daarop al in, met een subsidie van ongeveer 50% van de responsabiliseringsbijdrage.
Ook het federale regeerakkoord bevat voor het eerst het engagement voor een cofinanciering van de lokale pensioenlasten, en dat is positief. Helemaal onlogisch is die steun niet, want in de stelsels van de werknemers en de zelfstandigen komt de Schatkist al heel lang financieel tussen. Bovendien betaalt de staatskas het gros van de pensioenen van de gewestelijke ambtenaren.
Bonus-malus krijgt beperkte voorzetting
Eén van de federale maatregelen is de verdere financiering van het bonus-malusmechanisme. Dat systeem beloont besturen die minstens 3% investeren in een aanvullend pensioen voor contractuele medewerkers, met een korting op de responsabiliseringsbijdrage. Voor besturen die dat niet doen, geldt een toeslag.
Omdat die toeslagen de kortingen onvoldoende dekken, vulde de federale overheid het verschil de voorbije jaren zelf aan. Die bijdrage bedroeg 54 miljoen euro in 2022 en liep op tot 81 miljoen euro in 2023. Vanaf dit jaar voorziet de federale regering structureel in 50 miljoen euro, oplopend tot 60 miljoen in 2029. Dat volstaat om 30% van de tweede pensioenpijlerkosten te blijven vergoeden. Zonder die steun was dat vermoedelijk teruggevallen naar 10%.
Bijkomende middelen enkel voor gemeenten met meer dan 100.000 inwoners
De federale regering trekt daarnaast bijkomende middelen uit om de responsabiliseringsbijdrage van bepaalde besturen te milderen: 75 miljoen euro in 2027, 108 miljoen in 2028 en 125 miljoen in 2029. Alleen besturen in gemeenten met minstens 100.000 inwoners komen in aanmerking. Het argument hiervoor is dat de federale regering te weinig geld heeft om iedereen wat te geven en daarom de steun concentreert op die besturen met de hoogste responsabiliseringsbijdrage per inwoner.
Bij die ongelijke behandeling van de lokale besturen die zijn aangesloten bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds heeft de Raad van State in haar advies op het wetsontwerp heel veel vragen. Zonder overtuigende verantwoording dreigt een schending van het Grondwettelijke gelijkheidsbeginsel.
Bovendien geldt deze keuze niet alleen voor gemeenten en OCMW’s, maar ook voor andere entiteiten (politie- en hulpverleningszones, intercommunales, OCMW-verenigingen) die hun zetel in een gemeente van 100.000 inwoners of meer (in Vlaanderen gaat het om Antwerpen, Brugge, Gent en Leuven) gevestigd hebben. Of die entiteiten dan (in verhouding) een hoge of lage responsabiliseringsbijdrage hebben, speelt zelfs geen rol.
Dat opent de deur naar strategische verhuisbewegingen: wie zijn zetel naar Antwerpen, Brugge, Gent of Leuven verhuist, zou alsnog toegang krijgen tot de federale steun.
Niet alleen grootte telt bij responsabiliseringsbijdrage
Lokale besturen met meer inwoners betalen uiteraard meestal een hogere responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenen van hun statutaire personeelsleden. Ook het bedrag per inwoner stijgt vaak naarmate het bestuur groter is. Maar die cijfers vertellen niet het hele verhaal.
Wat er écht toe doet, is hoeveel die bijdrage weegt op je exploitatiebudget: je gewone uitgaven of inkomsten. VVSG-berekeningen tonen aan dat die verhouding veel minder samenhangt met het aantal inwoners.
Met andere woorden: sommige kleinere gemeenten (minder dan 100.000 inwoners) torsen relatief zwaardere pensioenlasten dan de grote steden. Bij hen maakt de responsabiliseringsbijdrage een groter deel uit van hun budget.
Voor de VVSG is het logisch dat de federale steun niet enkel kijkt naar het aantal inwoners, maar vooral naar hoe zwaar die responsabiliseringsbijdrage doorweegt op het budget.
De parlementaire behandeling van het wetsontwerp(opent nieuw venster) vindt de komende weken plaats. Of de tekst ook ongewijzigd de eindmeet haalt, weten we vandaag nog niet.

Auteur
-
JanLeroySenior expert data en analyse
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenRelevante kennisartikels
Nieuws
-
Nieuws
VVSG tekent stagecharter: samen voor warme en kwaliteitsvolle stages
Zorg en gezondheidPersoneelsbeleidKinderen en gezinnenWerk, sociale economie en activering -
Nieuws
-
Nieuws
Europese Commissie verduidelijkt toelating van derde landen tot overheidsopdrachten
FinanciënSamenwerking