Op 5 juni 2025 deed het Grondwettelijk Hof uitspraak(opent nieuw venster) op enkele vernietigingsberoepen tegen het Ontslagdecreet, ingesteld door enkele vakbonden, een beroepsvereniging en enkele particulieren. Volgens het Hof schendt het decreet de Grondwet.
Wat zijn de gevolgen?
Het Rechtspositiebesluit van 20 januari 2023 wordt bij voorkeur zo snel mogelijk aangepast. In afwachting van die aanpassing gelden de ontslagregels zoals ze in de lokale rechtspositieregeling vermeld staan, voor zover ze compatibel zijn met het Decreet Lokaal Bestuur en het Rechtspositiebesluit.
Ook wordt de Raad van State terug bevoegd voor betwistingen over het ontslag van statutaire medewerkers. Bij een onterecht ontslag komt de ontslagen statutaire medewerker terug in dienst.
En de vroegere tuchtbepalingen in het Decreet Lokaal Bestuur zoals het tuchtontslag of de afzetting, worden in hun vroegere lezing hersteld.
Het Hof vernietigt het Ontslagdecreet maar handhaaft de gevolgen: statutaire medewerkers die tot en met 5 juni 2025 ontslagen waren, blijven dus ontslagen.
In welke gevallen kan je een statutair medewerker ontslaan?
Het Hof oordeelde dat het Vlaams parlement de ontslagregeling uit de Arbeidsovereenkomstenwet van overeenkomstige toepassing mocht verklaren op het ontslag van statutaire medewerkers bij lokale besturen. Ook mocht Vlaanderen de arbeidsgerechten bevoegd maken bij een betwisting van die ontslagen. Maar dat ontslagen statutaire medewerkers niet meer in dienst werden genomen na een onterecht ontslag, verminderde op aanzienlijke wijze de bescherming van de betrokkenen, en dat druist in tegen de standstill-verplichting in artikel 23 van de Grondwet(opent nieuw venster). Omdat die re-integratieverplichting onlosmakelijk verbonden is met het Ontslagdecreet, vernietigde het Grondwettelijk Hof het volledige decreet. Om geen rechtsonzekerheid te creëren, vernietigde ze dat decreet enkel voor de toekomst.
Wat was de situatie voordien?
Het decreet van 16 juni 2023(opent nieuw venster) wijzigde het Provinciedecreet (9 december 2005) en het decreet over het lokaal bestuur (22 december 2017), over de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid. Daardoor golden de ontslagbepalingen uit de Arbeidsovereenkomstenwet ook voor de statutaire medewerkers. Zo konden lokale besturen hun statutaire medewerkers (op enkele verschilpunten na) op dezelfde wijze ontslaan als hun contractuele medewerkers.