Minister van Werk en Sociale Economie Hilde Crevits bevestigt dat de subsidiëring voor de lokale regierol sociale economie en werk blijft bestaan, ook na 2025. Ook de financiering van aanvullende lokale diensten blijft behouden.
Vanaf 2026 krijgen lokale besturen een vast bedrag via de algemene financiering. De huidige werkwijze met projectoproepen valt weg. Dat is een goede beslissing omdat lokale besturen voor grote uitdagingen staan, waaronder de stijging van het aantal leeflooncliënten door de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd.
Budgettaire keuzes voor lokale besturen
Het beschikbare budget wordt aan elk lokaal bestuur gestort, zonder aparte bedragen voor regie of aanvullende diensten. Dat betekent dat lokale besturen belangrijke budgettaire keuzes moeten maken bij de opmaak van hun begroting. Gezien de beperkte middelen, is het essentieel om zorgvuldig te bepalen waar het geld het beste kan worden ingezet.
Regisseur als motor voor lokale werkgelegenheid
De regisseur sociale economie speelt een cruciale rol in het creëren van werkgelegenheid voor deze werkzoekenden. Door regionale samenwerking te stimuleren met lokale private werkgevers en sociale economiepartners, kan de regisseur kansen op de arbeidsmarkt creëren en bijdragen aan de uitstroom van mensen bij de OCMW’s. Daarnaast zorgt het uitwerken van een aanbod van aanvullende lokale diensten voor zowel versterkte lokale dienstverlening als bijkomende werkgelegenheid.
Wat betekent dit voor 2026?
Gezien de krappe timing voor de begroting van 2026, adviseert de VVSG om de bestaande samenwerkingen en afspraken over de regierol sociale economie voort te zetten. In 2026 kan er vervolgens samen met de lokale besturen een toekomstvisie voor de regie en aanvullende lokale diensten ontwikkeld worden.