

Ondanks de wereldwijde besparingen op ontwikkelingssamenwerking blijft onderzoeker en bijzonder hoogleraar Sara Kinsbergen (Radboud Universiteit) hoopvol. ‘Ik zie dat er nog altijd ongelooflijk veel solidariteit bestaat. Dat is een groot goed dat we moeten koesteren.’
‘Net op een moment dat de mondiale uitdagingen prangender en complexer worden – denk maar aan de gevolgen van de klimaatverandering – beleven we wereldwijd de grootste bezuinigingen ooit op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Finland, Zweden, Nederland, de VS: het zijn allemaal landen die momenteel in plaats van de nodige twee stappen vooruit, vier stappen achteruit zetten. Huidige schattingen gaan voor 2025 uit van wereldwijde bezuinigingen van 30 tot 70 miljard euro. In het licht van de groeiende uitdagingen vind ik dat enorm zorgwekkend. Dat besef daalt stilaan ook in bij burgers en overheden. Samen met vele anderen vind ik het onverantwoord om je, zoals we in Nederland zeggen, achter de dijken te verschuilen op een moment dat we als wereldburgers meer dan ooit met elkaar verbonden zijn.’
‘Voor de realisatie van de duurzameontwikkelingsdoelen heeft iedereen zijn taak: burgers, kennisinstellingen, bedrijven, overheden. Maar overheden hebben toch een heel bijzondere functie, omdat zij keuzes kunnen maken die andere spelers – het middenveld, burgers – niet zo snel of zo goed kunnen maken. Denk maar aan investeringen in goed bestuur in ontwikkelingslanden, een correct belastingsysteem helpen creëren en organiseren bijvoorbeeld. De vierde pijler in duurzame ontwikkeling – de vrijwillige burgerinitiatieven en initiatieven van private stichtingen en fondsen – zal zich daar niet snel op richten.
Of denk aan het werk van het Amerikaanse overheidsdepartement USAID in de strijd tegen het hiv-virus. De ongelooflijke vooruitgang die daar de voorbije twintig jaar is geboekt, dreigt nu in één klap teniet te worden gedaan. En het zal heel moeilijk worden om dat te herstellen.’
“Je kunt geen beleid voeren dat stopt aan de gemeente- of landsgrenzen, in de illusie leven dat wat daarbuiten gebeurt geen invloed heeft op jouw burgers.
Sara Kinsbergen
‘We worden dagelijks geïnformeerd en ondervinden aan den lijve hoe verweven onze wereld wel is, denk aan de energiecrisis of de coronapandemie. Tegelijk denk ik dat we momenteel in een fase verkeren waarin veel mensen zelf moeilijkheden ervaren in hun leven. In Nederland bijvoorbeeld is er een enorm tekort op de woningmarkt, waardoor veel jongeren opnieuw bij hun ouders gaan wonen. “Hoe verwacht je nu dat ik internationaal solidair ga zijn als ik niet eens mijn eigen kind aan een woning kan helpen?” is een opmerking die vaak terugkomt in onze onderzoeken. Het zijn zulke problemen dicht bij huis – soms reëel, soms gepercipieerd – die maken dat we misschien wel weten wat er in de wereld gebeurt maar dat we ons er niet altijd voor open kunnen stellen.’
‘Uit onderzoek blijkt dat solidariteit – zowel veraf als dichtbij – wel degelijk nog altijd bestaat. Mensen die het financieel moeilijk hebben, blijken zelfs verrassend vaak solidair te zijn: ze doen vrijwilligerswerk, helpen de buren, delen hun maaltijden. Het is een politieke keuze om die vormen van solidariteit al dan niet aan te wakkeren. In Nederland is er de laatste vijftien jaar immens bespaard op budgetten voor burgerbetrokkenheid, internationale solidariteit, ontwikkelingssamenwerking. Die budgetten staan nu dus ook onder druk in België en Vlaanderen, waar deze bestuursperiode respectievelijk 25 en 10% bespaard zal worden, wat dan weer doorsijpelt naar de provincies en gemeenten. Maar terwijl sommige steden of provincies fors afschalen, zijn er ook besturen die ervoor kiezen om er net nu voluit voor te gáán. De provincie West-Vlaanderen bijvoorbeeld reserveert 1% van het budget voor mondiaal beleid. Toen ik dat hoorde, was ik stomverbaasd. Dat is toch fantastisch! Ik geloof heel erg in het principe van solidariteit. Samenwerken aan een betere wereld, vanuit het besef dat we allemaal met elkaar verbonden zijn.’
‘België beschikt vandaag nog altijd over een heel fijnmazig netwerk betreffende burgerbetrokkenheid en internationale solidariteit. Dat is uniek en dat moet je echt koesteren. Van de federale overheid over de regio’s tot de provincies en gemeenten, van het bestuur over het middenveld en koepels zoals 11.11.11 tot de particuliere initiatieven: op alle niveaus zijn er groepen die aan mondiale samenwerking en burgerbetrokkenheid werken. Er is een heel decentrale structuur. In Nederland bestond er vroeger iets soortgelijks maar dat is sinds 2010, 2011 volledig afgebroken. We hebben burgerbetrokkenheid en internationale solidariteit hier door bezuinigingsbeleid zien verdwijnen uit de haarvaten van de samenleving. Maar ook in Vlaanderen staat het model onder druk. De GROS’en, de gemeentelijke raden voor ontwikkelingssamenwerking, verouderen en vinden moeilijk nieuwe leden.
En ook voor organisaties zoals 11.11.11. is het blijkbaar minder evident om vrijwilligers te vinden. Combineer dat met slinkende overheidsbudgetten en verdwijnende medewerkers, en je ziet dat het bouwwerk begint te wankelen. Wat ik iedereen die solidariteit een warm hart toedraagt dus zou willen aanraden is om net op dit moment heel alert te zijn. Welke structuren willen we zeker beschermen? Hoe kunnen we ons misschien beter organiseren om relevant en bij de tijd te blijven? Alle niveaus zouden moeten samenzitten om die analyse te maken. In Nederland komen we pas nu opnieuw voorzichtig in een fase dat er belang wordt gehecht aan mondiaal burgerschap, maar er resten nog maar weinig kennis en structuren. Het kost jaren om dat weer op te bouwen.
Sara Kinsbergen geboren in Deurne, woont en werkt sinds 2003 in Nederland, waar ze nu bijzonder hoogleraar is aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sinds 2006 doet ze onderzoek naar burgerinitiatieven in de wereld van de ontwikkelingssamenwerking. Die zogeheten particuliere vierde pijler (de andere drie zijn overheden, multilaterale organisaties en het georganiseerde middenveld) omvat initiatieven van gemotiveerde particulieren en van private stichtingen of fondsen. Burgerbetrokkenheid vormt de rode draad in haar onderzoek, dat een diversiteit aan spelers en thema’s (vormen van samenwerking, impact, machtsverschuivingen, dekolonisering) behandelt.
‘Het is meer dan ooit belangrijk dat ook lokale besturen hun rol spelen in internationaal, mondiaal beleid. Burgers hebben recht op nationale en lokale beleidsmakers die doordrongen zijn van het idee van lotsverbondenheid. Je kunt geen beleid voeren dat stopt aan de gemeenteof landsgrenzen, in de illusie leven dat wat daarbuiten gebeurt geen invloed heeft op jouw burgers. Lokale besturen moeten zich afvragen hoe ze zich verhouden tot die veranderende wereld. Een eerste facet is impact: een steentje bijdragen aan een betere wereld. Vanuit het besef dat het maar goed kan gaan met je gemeente als het goed gaat met de wereld. En omgekeerd: dat als het goed gaat in je gemeente, dat ook kan bijdragen aan een betere wereld. Daarnaast is of wordt internationale solidariteit nu vaak ontmenselijkt: ontwikkelingssamenwerking wordt gezien als een heel complex systeem, dat de laatste jaren bovendien alleen nog maar economisch of transactioneel benaderd wordt. Gemeenten, het niveau dat het dichtst bij de burger staat, zijn ideaal geplaatst om die burgers en lokale gemeenschappen aan de andere kant van de wereld opnieuw een gezicht te geven. Door contacten te onderhouden, te investeren in projecten en daar dan het menselijke verhaal van te brengen.’
‘Ik vind het belangrijk om diegenen die wel nog solidair zijn, op welke manier dan ook, de nodige aandacht te geven, in de spotlights te plaatsen. Zodat we dat blijven zien, dat vasthouden. Want als je al die kleine solidaire gestes en initiatieven – lokaal en internationaal – bij elkaar optelt, kom je wel degelijk aan een grote som. Communicatie is uiterst belangrijk. Het is de taak van de media maar zeker ook van lokale besturen om de wereld veraf dichtbij te brengen, en om te laten zien dat die solidariteit bestaat. Om de impact te laten zien van die initiatieven, de positieve effecten ervan op mensenlevens.’
“Gemeenten zijn ideaal geplaatst om burgers en lokale gemeenschappen aan de andere kant van de wereld opnieuw een gezicht te geven. Door contacten te onderhouden, te investeren in projecten en daar dan het menselijke verhaal van te brengen.
Sara Kinsbergen
‘Je wordt niet geboren als wereldburger, als iemand die denkt, handelt en voelt vanuit dat perspectief. Je moet daarin gevoed worden, je hebt daar aanjagers voor nodig: je ouders, het onderwijs… Als financiers van structuren spelen overheden een belangrijke rol in dat werken aan draagvlak voor burgerschap en mondiaal bewustzijn. Ik zou alle lokale besturen dus willen aanraden om net nu de moed te hebben om tegen de stroom in te gaan en om te tonen dat zij als lokale gemeenschap wél in verbinding willen staan met andere lokale gemeenschappen. Dat ze een stap vooruit zetten uit solidariteit.’
‘Om de SDG’s te realiseren komen we op jaarbasis vier biljoen dollar te kort. Maar die SDG-agenda was en is uitermate belangrijk, omdat hij ons in staat heeft gesteld om aan heel veel mensen, jong en oud, duidelijk te maken hoe de wereld eigenlijk in elkaar zit en dat problemen niet van ontwikkelingslanden zijn maar van iedereen, en dat er dus ook inspanningen nodig zijn van iedereen. Ook al gaan we de doelen niet realiseren, wat mij betreft is dat al de winst: de SDG-agenda heeft ons in staat gesteld om hier met meer mensen over te spreken. Als bewustwordingsproces zijn de SDG’s heel belangrijk geweest.’ —
Auteur
-
GuyBourgeoisRedacteur Lokaal
Fotograaf
- Duncan De Fey
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Magazine Lokaal
-
Nieuws
Zware Vlaamse begrotingsbijsturing raakt ook lokale besturen
Bestuur en burgerFinanciënSamenwerkingZorg en gezondheidEnergie en klimaatGemeentelijk waterbeleid -
Standpunt