
OverKop, ankerpunt voor jongeren in Zuid-West-Vlaanderen

Er schort wat aan het mentale welzijn bij jongeren. Sinds corona geven steeds meer jongeren aan dat ze het lastig hebben. Vlaanderen werkt aan een oplossing door de realisatie van OverKop-werkingen. Omdat in nogal wat gemeenten de belangstelling voor deze werkvorm groeit, staken we ons licht op bij het OverKop-huis van Kortrijk. We spraken er met Sarah Jacques van het CAW Zuid-West-Vlaanderen, Petra Demeyere van W13 en Rani Vandevyvere van OverKop Zuid-West-Vlaanderen.
Eerst en vooral: iedereen is welkom in OverKop, met elke vraag. Komt er een jongere met een vraag naar hulpverlening in verband met mentaal welzijn, dan hebben ze in Kortrijk wel een eerstelijnspsycholoog in huis. Maar de medewerkers bieden altijd een luisterend oor. Ze hebben vooral een goed zicht op de sociale kaart en bekijken samen met de jongeren waar zij behoefte aan hebben – een gesprek, een luisterend oor, praktische ondersteuning? – en wie in het OverKop-netwerk daar dan de geschikte partner voor is. Het OverKop-huis heeft een sterke link met het CAW-team ‘gezin en jeugd’ en de JAC-werking en het werkt in een ruim netwerk van partners. Als de geschikte partner gevonden is, helpt OverKop als dat nodig is nog een handje voor een goede start, zegt Rani Vandevyvere: ‘Als een jongere er tegenop ziet een eerste keer alleen naar een organisatie te gaan, dan gaan wij mee.’ Zodra het contact met de juiste instantie loopt, blijft de OverKop-ploeg op de achtergrond aanwezig om naar de jongere te luisteren, om compagnon de route te zijn en later te polsen hoe het is geweest. Was dat in orde? Kunnen ze nog iets doen?
Het gebeurt ook dat ouders het OverKop-huis contacteren, omdat hun kind bijvoorbeeld nergens aansluiting vindt of moeilijkheden heeft op school, of omdat ze zelf gescheiden of aan het scheiden zijn. Die ouders zijn dan niet per se op zoek naar hulpverlening, wel naar een plaats waar hun kind naartoe kan, waar het leeftijdsgenoten kan ontmoeten. Soms komen ouders op bezoek met hun kinderen of worden kinderen toegeleid naar OverKop als een plaats waar zij zichzelf kunnen zijn. Dat zijn dan vaak kinderen die wat vertrouwensbreuken gehad hebben, in een moeilijke thuissituatie zitten, of gepest werden op school en het gevoel hebben dat zij niet bij iemand terecht kunnen.
Met de deur in huis
Op vaste openingsuren in de week kunnen jongeren langskomen. Via de chat kunnen de jongeren hun hart luchten, maar zodra de medewerkers een hulpvraag of zeer gevoelige informatie opmerken, proberen ze op een warme manier de brug te slaan naar een hulpverlenende organisatie.
Sarah Jacques: ‘We willen met Overkop zorgen dat jongeren niet door de mazen van het net vallen, maar tegelijk ook inzetten op hun sterktes door het creëren van een veilige plek en steunende omgeving.

Petra Demeyere: ‘Naast de OverKop-huizen in Kortrijk en Menen en het recent opgestarte OverKophuis in Waregem willen we met de OverKop-spots ook jongeren in de kleinere gemeenten een aanbod bezorgen.

Rani Vandevyvere: ‘Vorig jaar bleek dat heel veel jongeren nog nooit van OverKop hadden gehoord. Dus organiseren we straatacties, acties op school, acties online, allemaal opdat jongeren toch op zijn minst onze naam zien passeren.

De meeste contacten met jongeren ontstaan tijdens de instuif waar ze zomaar kunnen binnenstappen. Voor die instuif hebben jongeren zelf een goed werkend systeem met buttons ontwikkeld. Met die buttons geven ze aan waarvoor ze naar de instuif komen: om hun gedachten te verzetten en fun te hebben, om over hun mentaal welzijn te praten of zomaar, zonder het zelf goed te kunnen omschrijven. Als jongeren naar de Cocon (stille ruimte) gaan, dan is dat voor velen onder hen een signaal dat het écht niet gaat en dat ze iemand nodig hebben om mee te babbelen.
Daarover zijn onderling afspraken gemaakt. Een gesprek kan dan met om het even wie gebeuren, met een collega of met een andere jongere, of met een van de KopRollers. Sarah Jacques legt uit: ‘De KopRollers zijn onze ambassadeurs, onze peer-to-peer support. Het zijn jongeren die zelf iets willen en kunnen doen voor andere jongeren. En zelf willen zij daar ook in gecoacht en ondersteund worden.’ KopRollers doen meer dan andere jongeren ondersteunen. Ze helpen het OverKop-huis ook bekendmaken, ontwikkelen spelmateriaal, bepalen mee de kalender.
Belang van sociaal contact
Een van de primaire taken van OverKop-medewerkers is in gesprek gaan met jongeren, om signalen op te vangen van hoe het met hen gaat. Niet elke vraag in verband met mentaal welzijn heeft een psycholoog nodig, het is niet omdat je ruzie hebt met je ouders dat daar onmiddellijk hulpverlening aan te pas moet komen. Soms hebben jongeren gewoon behoefte aan een goede babbel, met iemand die hen laat voelen dat ze er niet alleen voorstaan.
Sarah Jacques: ‘Met wat ze dan in eigen netwerk soms niet kwijt kunnen, kunnen ze bij ons terecht. En in die zin zijn wij wel hulpverleners, al hoor ik liever het woord steunfiguren. Natuurlijk kan en mag je niet alles normaliseren. Als we bijvoorbeeld merken dat iemand suïcidaal risicogedrag begint te vertonen, dan zullen we niet pretenderen dat wij dat gaan oplossen. Dan moeten we gespecialiseerde hulpverlening vinden.’
‘Wat wij ook vaak zien is dat jongeren switchen tussen verschillende soorten hulpverlening, dat ze al heel veel hulpverlening hebben, in een tussenfase zitten of ergens op de wachtlijst staan,’ vult Rani Vandevyvere aan. ‘Dan kunnen wij even die veilige uitvalsbasis zijn, waar zij op verhaal kunnen komen. Wat we veel horen, is dat jongeren eenzaam zijn. Die jongeren komen dan naar OverKop om andere jongeren te leren kennen, om los te komen van hun eiland.’
Sarah Jacques beaamt: ‘We willen met OverKop zorgen dat jongeren niet door de mazen van het net vallen, maar tegelijk ook inzetten op hun sterktes door het creëren van een veilige plek en steunende omgeving. Finn, een van onze Koprollers, verwoordde het mooi toen hij ons vertelde dat de safe space van OverKop tegelijk zijn brave space werd.’
Aanbod spreiden
Nog een aandachtspunt is een aanbod in de hele regio. Je kunt niet alles wat je in een stad als Kortrijk aanbiedt, ook lokaal aanbieden, maar waar moet een jongere terecht die in een kleine gemeente woont, zonder vlotte busverbinding? Heeft die dan pech en moet hij maar zien dat hij in Kortrijk geraakt? Petra Demeyere: ‘Dat was van bij de start een bezorgdheid uit heel de regio: ook die jongere mogen we niet verliezen. Zo ontstond het idee van de OverKop-spots. Naast de OverKop-huizen in Kortrijk en Menen en het recent opgestarte OverKop-huis in Waregem willen we met de OverKop-spots ook jongeren in de kleinere gemeenten een aanbod bezorgen.’
Werken met zulke spots beschouwt het Agentschap Opgroeien als een goede praktijk, maar extra subsidies zijn er niet beschikbaar voor. ‘Het is jammer genoeg niet zo dat je ook nog een erkenning of groter budget kunt aanvragen om ook kleinere gemeenten daar extra op te laten inzetten,’ bevestigt Sarah Jacques. ‘We krijgen met het OverKop-netwerk Zuid-West-Vlaanderen op het ogenblik enkel middelen voor de opbouw van drie OverKop-huizen. De spots zijn dus afhankelijk van de regionale solidariteit in Zuid-West-Vlaanderen.’
Het OverKop-team zoekt voortdurend naar mogelijkheden om jongeren te bereiken. ‘Uit een webinar vorig jaar bleek dat heel veel jongeren nog nooit van OverKop hadden gehoord,’ vertelt Rani Vandevyvere. ‘Dus organiseren we straatacties, acties op school, acties online, allemaal opdat jongeren toch op zijn minst onze naam zien passeren.’
Brug tussen lokaal en regionaal
Tot slot nog iets over de structuur en de werking van het hele OverKop-netwerk Zuid-West-Vlaanderen. Vóór het ontstaan van het netwerk bestond er al samenwerking binnen W13 met heel wat partners uit de jeugdhulp en met jongeren die zelf ook een handje willen toesteken. W13 is een samenwerkingsverband van veertien OCMW’s (Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem, Wielsbeke en Zwevegem) en CAW Zuid-West-Vlaanderen. Het is ook penhouder van het samenwerkingsverband 1 Gezin 1 Plan. W13 engageerde zich als trekker van het opstartproces voor het OverKop-netwerk Zuid-West-Vlaanderen.
Een eerste belangrijke vraag was: hoeveel huizen komen er en waar komen die terecht? Petra Demeyere herinnert zich dat de jongeren zelf direct opmerkten dat het bijzonder jammer zou zijn, mocht er enkel in Kortrijk een huis openen. Het werden er uiteindelijk drie: Kortrijk, Menen en Waregem. ‘Door de aanwezigheid van secundaire scholen hebben deze steden een sterk aanzuigeffect op jongeren,’ zegt ze. ‘Menen kent als grensstad heel specifieke problemen, ook de armoede en kansarmoede zijn er zeer hoog.
De lokale besturen engageren zich om een locatie en personeel ter beschikking te stellen. Het bestuur van Menen zet bijvoorbeeld zelf het jeugdwelzijnswerk in. Van meet af aan beschikten we daar over een jeugdwerking met personeel. Ook de Waregemse middelbare scholen trekken jongeren uit de landelijke regio aan. Boven op de uitbreidingssubsidie van het Agentschap stelt Waregem een personeelslid (0,2 VTE) vrij. Zo beschikt Waregem ook over 1 VTE en een fysieke locatie.’
Richtlijnen voor lokale steunpunten
Je mag niet verwachten dat er in elke gemeente een huis is of een plek waar alle hulpverlening ook aanwezig is. Daarom heeft het OverKop-team enkele richtlijnen opgesteld waaraan een OverKop-spot moet voldoen.
- Organiseer minstens viermaal per jaar een aanbod mentaal welzijn.
- Sluit viermaal per jaar aan bij een intervisie en geef mee vorm aan de OverKop-missie en -visie
- Stel een vaste contactpersoon aan voor het steunpunt. Ervaring leert dat dit meestal iemand van de jeugddienst is.
- Geef jongeren inspraak. Jongeren moeten zelf aangeven wat zij nodig hebben; daarop moet je inspelen.
- Werk samen met partners uit verschillende organisaties.
- Garandeer in de spots een zeer laagdrempelige formule om mentaal welzijn te bespreken.
Als je een project opzet waarin je wilt experimenteren, dan is de steun van een lokaal bestuur zeer belangrijk. Maar ook die lokale netwerken zijn heel belangrijk. In Waregem werkt OverKop samen met Arktos, in Kortrijk met AjKo. Lokale besturen hebben al goede contacten met jongeren- en jeugdbewegingen, scholen en brugfiguren.
De OverKop-huizen zijn alle drie heel verschillend, afhankelijk van wat een lokaal bestuur kan doen. Soms staat er een gebouw ter beschikking, zoals in Kortrijk, soms een lokaal dat gedeeld wordt met andere organisaties. Bijkomend zijn er dan de negen OverKop-spots, vooral in iets meer landelijke regio’s. Het gaat niet zozeer over fysieke plaatsen als wel over lokale netwerken gebaseerd op de OverKop-visie, waar partners samen activiteiten en initiatieven opzetten. In Zwevegem kwam het idee van bibliotheekmedewerkers die vroegen naar een plaats waar jongeren tot rust konden komen.
In Kuurne groeide alles uit een actie naar aanleiding van wat overlast. OverKop bekijkt dan vanuit de behoeften van de jongeren samen met de gemeente hoe zaken anders, positiever aangepakt kunnen worden. Petra Demeyere geeft een voorbeeld: ‘In Wielsbeke zijn jongeren gestart met een podcast over mentaal welzijn. Intussen werken daar ook jongeren vanuit andere gemeenten aan mee.’ Een OverKop-spot is niet één fysieke plaats in een gemeente, het is eerder een lokaal netwerk. Anderzijds zetten wij ook in op het uitbouwen van een regionaal netwerk. Want als het nodig is, willen we ook wel gepaste hulp ter plaatse brengen.’
Rani Vandevyvere vat samen: ‘Op elke plek is het aanbod een beetje anders, maar de basislijn over de hele regio is: “Maak mentaal welzijn bespreekbaar, met participatie van jongeren”.’—
Auteurs
-
KurtSchoonbaertStafmedewerker opgroeien en ontwikkelen
-
IvanPauwelsStafmedewerker Huizen van het Kind en Lokaal Gezinsbeleid
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Nieuws
Aanbevelingen doorgaande lijn: sterke basis, maar meer ambitie nodig rond personeel
Kinderen en gezinnen -
Nieuws
Nog geen duidelijkheid over voorrangsregels in de inkomensgerelateerde kinderopvang
Kinderen en gezinnen -
Nieuws
Vlaamse regering keurt wijziging BOA-decreet eerste keer principieel goed
Kinderen en gezinnen