
Lokale besturen investeren fors in aanvullend pensioen voor contractanten

De tweede pijler voor de lokale contractanten is springlevend. Dit bleek duidelijk op de jaarvergadering van OFP Prolocus net voor het zomerreces, waar de jaarrekening 2023 werd goedgekeurd. Ondertussen blijft het pensioenfonds van en voor de Vlaamse lokale besturen aan zijn transparantie en aan de communicatie naar aangeslotenen en besturen werken.
Op 21 juni hield OFP Prolocus zijn jaarvergadering in Gent. Het fonds legde daar verantwoording over het tweede boekjaar af aan de aangesloten besturen. 2023 was het tweede jaar van de periode 2022-2024 die het fonds nodig heeft om de overgang van OFP Provant naar OFP Prolocus te maken. Lag het accent in 2022 op de toetreding van de besturen, dan kwam het in 2023 te liggen op de normalisering van de bijdragen- en datastromen vanuit de RSZ. Op basis van deze stromen kunnen de opgebouwde reserves van de aangesloten contractanten worden berekend en werden de eerste pensioenkapitalen vastgesteld en uitbetaald.
OFP Prolocus streeft naar een verdere harmonisering van de toezeggingen bij de lokale besturen in Vlaanderen. Daarom kregen de oorspronkelijke Provant-besturen (de besturen uit de provincie Antwerpen die van oudsher bij het fonds zijn aangesloten met een vasteprestatie- of DB-pensioentoezegging) het voorstel om de overstap te maken naar de vastebijdragen- of DC-pensioentoezegging van de VVSG-groep. Ongeveer de helft van de Provant-besturen deed dat met ingang van 1 januari 2024. Een contractant die sinds die datum nieuw in dienst komt bij een van deze besturen, wordt verplicht aangesloten in de vastebijdragentoezegging. Contractanten die in dienst waren op het moment van de overstap, mochten in de ‘oude’ toezegging blijven. Het gevolg is dat OFP Prolocus inmiddels ook ‘hybride’ besturen heeft, met aangeslotenen in beide types toezeggingen.
Financieel
Het jaar 2023 was dus nog geen ‘business as usual’-jaar, zeker niet financieel. Omdat de financiële stromen vanuit de RSZ nog onregelmatig waren, is het moeilijk om het financiële luik van het jaarverslag correct te interpreteren. Hiervoor zijn er twee redenen. De bijdragen van de VVSG-besturen die betrekking hadden op 2022, werden pas in april 2023 de eerste keer doorgestort. Bovendien kreeg OFP Prolocus in juli 2023 een zeer grote betaling van de RSZ binnen die betrekking had op de toekomst, zelfs deels op 2024.
Deze onregelmatige stortingen hebben echter een positief neveneffect gehad. Om te beginnen ging het erg slechte beursjaar 2022 volledig voorbij aan de bijdragen die de besturen voor 2022 hadden gestort, omdat OFP Prolocus die pas vanaf 2023 kon beleggen. De door de RSZ te veel gestorte bijdragen in 2023 creëerden dan weer extra rendement voor de aangeslotenen door de uitstekende beursresultaten in de laatste maanden van 2023. Deze beide elementen leidden ertoe dat de reserveopbouw van de besturen gunstig verliep en dat de aangeslotenen voor 2023 een rendement van 12,75% hebben genoten. Daar kunnen we alleen maar heel tevreden mee zijn.
“In 2024 en 2025 gaat specifieke aandacht naar besturen die betrokken zijn in een fusieproces, want ook dat heeft vaak effect op de toezegging en de garanties voor de betrokken medewerkers.
OFP Prolocus beheerde eind 2023 zo’n 340 miljoen euro. Eind juli 2024 was dat bedrag al opgelopen tot 375 miljoen. De bijdragen belopen al meer dan 100 miljoen euro per jaar. Deze bedragen lopen snel op, terwijl de uitbetaalde kapitalen bij pensionering nu nog laag zijn (tussen de 3 en de 4 miljoen euro per jaar). Hoe dan ook verwachten we bij OFP Prolocus nog vele jaren een stevige groei van het beheerde vermogen.
Beleggingswijze ‘VVSG-vermogen’ vastgelegd
Het vermogen van OFP Prolocus is voor het beheer opgedeeld in verschillende stukken, grosso modo op basis van de aard van de pensioentoezegging. In grote lijnen komen de gelden van de DC-toezegging terecht in het zogenaamde VVSG-vermogen en die van de DB-toezegging in het Provant-vermogen. Voor de beleggingswijze is de aard van de toezegging bepalend, en die is dus voor elk van de vermogens verschillend. De DC-toezegging betaalt immers eenmalig een kapitaal uit bij pensionering, terwijl de DB-toezegging een levenslange rente aan de gepensioneerden uitkeert. De langetermijnverplichtingen zijn dus fundamenteel verschillend. En net die verplichtingen bepalen met welk risicoprofiel de gespecialiseerde vermogensbeheerders de beleggingen doen. In de loop van 2023 is dit risicoprofiel voor het VVSG-vermogen vastgelegd op basis van een technische studie, waarin ook de mate waarin OFP Prolocus en dus de besturen bereid zijn om risico’s met publiek geld te nemen, is opgenomen. In grote lijnen wordt 38% van het vermogen ‘risicodragend’ belegd, dus in aandelen, vastgoedfondsen en alternatieven, terwijl de overige 62% naar vastrentende obligaties gaat.
OFP Prolocus legt zijn vermogensbeheerders ook strenge duurzaamheidsregels op. Dat gebeurde via het duurzaamheidscharter van het fonds dat in 2022 werd goedgekeurd. Het geldt als een voorloper in de sector.
Aangesloten besturen en medewerkers
OFP Prolocus telde op 31 december 2023 767 werkgevers (zogenaamde bijdragende ondernemingen). 666 besturen dragen bij in het VVSG-vermogen, en 99 in het Provant-vermogen. Daarnaast zijn er nog twee ‘hybride’ besturen, maar daar komen er in 2024 een 50-tal bij, omdat ze beslisten vanaf 1 januari 2024 de VVSG-toezegging aan te bieden aan hun nieuwe contractanten.
OFP Prolocus bedient vandaag 270 of exact 90% van de Vlaamse gemeenten en OCMW’s. Het jaarverslag maakt melding van 115.603 aangeslotenen op 31 december 2023. Daarvan zijn er meer dan 94.000 actief in dienst, maar er zijn ook 20.491 ‘slapers’ bij. Dit zijn contractanten die niet meer in dienst zijn van een aangesloten bestuur, maar die hun opgebouwde rechten binnen OFP Prolocus hebben laten staan. Elke vertrekkende contractant kan hiervoor opteren, en het gros van hen doet dat ook. Bovendien zitten er ook 1064 rentegenieters in de groep aangeslotenen. Dat zijn gepensioneerden die als aanvullend pensioen een maandelijkse rente krijgen op basis van de oude Provant-toezegging. Zij verdwijnen, in tegenstelling tot de gepensioneerden waaraan een eenmalig kapitaal wordt uitbetaald, niet uit de statistieken.
Meer dan 70% van de aangeslotenen zijn vrouwen, en de gemiddelde leeftijd van de aangesloten actieven is 43,31 jaar. Meer dan 25.000 van hen zijn tussen de 35 en de 45 jaar oud, meer dan 22.000 zijn tussen de 45 en de 55 jaar oud.
Interne werking en projecten
OFP Prolocus boog zich in 2023 ook over de missie en de visie die het fonds sturing moeten geven. Op 8 december kwamen de bestuurders en de leden van de andere operationele en adviserende organen samen op een strategisch seminarie in Mechelen om na te denken over de richting die ze uit willen. Specialisten uit het Belgisch pensioenlandschap gaven de aanwezigen toelichting bij het kader waarin het fonds fungeert. In het voorjaar van 2024 keurde de raad van bestuur de missie en de visie van het fonds goed.
De raad van bestuur besliste in 2023 verder om het fonds zelf als werkgever te laten optreden voor zijn medewerkers. Hoewel dit niet zo gebruikelijk is in het Belgische pensioenfondsenlandschap – de meeste fondsen hangen immers vast aan een groot bedrijf of aan een specifieke sector – is het wel logisch. De eerste twee medewerkers zijn ondertussen in dienst, een juridisch adviseur en een administratief medewerker.
Er gaat in 2024 en 2025 ook specifieke aandacht naar besturen die betrokken zijn in een fusieproces, want ook dat heeft vaak effect op de toezegging en de garanties voor de betrokken medewerkers.
Transparantie voorop
Het fonds werkt inmiddels voort aan zijn transparantie en communicatie naar de aangesloten besturen. Geen sinecure in een erg technische omgeving. In oktober lanceert OFP Prolocus de ‘ProlO-do’ (spreek uit als Prolodoe), een interactief webplatform dat in eerste instantie gericht is op de besturen en de medewerkers die bij het tweedepijlerdossier betrokken zijn. Het fonds heeft recent een vraag uitgestuurd naar elk aangesloten bestuur om voor de nauw betrokken medewerkers een beveiligde toegang tot specifieke bestuursgerelateerde informatie te kunnen opzetten. Als u ook toegang wilt en nog geen mailtje van OFP Prolocus hebt gehad, kunt u dit melden op info@ofpprolocus.be. Vanzelfsprekend beperken we het aantal ‘rechtenhouders’ per bestuur, omdat het systeem toegang geeft tot mogelijk vertrouwelijke individuele informatie.
Steeds meer lokaal geld voor tweede pensioenpijler
De Vlaamse gemeenten en OCMW’s besteedden in 2023 ongeveer 98 miljoen euro aan bijdragen voor de tweede pensioenpijler. Dat is 13 miljoen euro of 15% meer dan in 2022. Deze stijging heeft verschillende oorzaken. Ten eerste is de loonmassa van de contractanten met zowat 10,4% toegenomen. Die groei heeft dan weer te maken met de inflatie – in 2023 waren er twee indexaanpassingen – en met het almaar groter aantal contractuele medewerkers die statutairen vervangen.
Een tweede oorzaak is het feit dat besturen stilaan de bijdragevoet voor de tweede pijler optrekken. Het rechtspositiebesluit legt een minimum van 2,5% op, maar uit de jaarrekeningen 2023 blijkt dat de Vlaamse gemeenten en OCMW’s in 2023 al aan gemiddeld 3,44% zaten, tegenover 3,29% in 2022 en 3,17% in 2021. Op die manier doen besturen inspanningen om ook voor werknemers zonder uitzicht op een overheidspensioen een aantrekkelijke werkgever te zijn.
Jan Leroy
Auteur
-
PeterSommenGedelegeerd bestuurder van OFP Prolocus
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Magazine Lokaal
OFP Prolocus: goed gelanceerd, transitie geslaagd, kosten verlaagd
Personeelsbeleid -
Nieuws
Koopkrachtmaatregel dienstenchequemedewerkers: uitstel naar 1 maart 2025
Werk, sociale economie en activeringPersoneelsbeleidZorg en gezondheid -
Standpunt
VVSG vraagt bijsturing federale steun voor lokale pensioenfactuur
FinanciënPersoneelsbeleid