

De rol van onthaalouders in buitenschools opvangaanbod
Het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA) hervormt het opvanglandschap grondig. Lokale besturen krijgen de regie om, samen met partners, het lokale aanbod uit te bouwen en te financieren. Nu erkent en subsidieert Opgroeien de buitenschoolse opvang nog, maar vanaf 1 januari 2026 zal dat door het lokale bestuur gebeuren. De nakende hervorming roept ook nog veel vragen op over het statuut van onthaalouders die uitsluitend schoolgaande kinderen opvangen. Kunnen zij bijvoorbeeld in het sui generisstatuut aan de slag blijven? Wat zal de kostprijs voor de ouders zijn?
In de nabije toekomst zullen de lokale besturen de organisatoren van buitenschoolse opvang in de gemeente erkennen en subsidiëren, inclusief locaties gezinsopvang die uitsluitend schoolgaande kinderen opvangen. Tot op vandaag vallen deze locaties onder het decreet baby’s en peuters en zijn ze vergund door het Agentschap Opgroeien. Voor alle duidelijkheid: voor onthaalouders die zowel baby’s en peuters als schoolgaande kinderen opvangen, wijzigt er niets. Zij vallen ook na 2025 onder het decreet kinderopvang baby’s en peuters. Opgroeien blijft verantwoordelijk voor hun vergunning, opvolging en financiering. De uitdaging ligt bij de onthaalouders die uitsluitend schoolgaande kinderen opvangen.
Onzekerheid voor onthaalouders sui generis
De integratie in het BOA-decreet van bij organisatoren gezinsopvang aangesloten onthaalouders met een exclusief buitenschools opvangaanbod leidt tot onzekerheid over hun erkenning, financiering en toekomst binnen dit nieuwe kader. Bijna drie op vier van de betrokken onthaalouders geeft aan te zullen stoppen als het sui generis-statuut vanaf 1 september 2026 niet meer mogelijk is. Dat blijkt uit een recente bevraging van de VVSG bij diensten voor onthaalouders met locaties die een exclusief buitenschools opvangaanbod organiseren. Over heel Vlaanderen betreft dit een honderdtal locaties gezinsopvang en een duizendtal gezinnen die geconfronteerd worden met onzekerheid over de toekomst van de opvang voor hun schoolgaande kinderen (bron: VVSG, Felies, I-mens, Ferm en Vlaams Welzijnsverbond).
Wanneer ouders hun schoolgaande kinderen laten opvangen door een onthaalouder, doen ze dat om uiteenlopende redenen, variërend van de persoonlijke benadering en huiselijke kleinschaligheid tot de flexibiliteit die deze opvangvorm biedt.
Huiselijke warmte, kleinschaligheid en flexibiliteit
Het grootste pluspunt dat onthaalouders aan schoolgaande kinderen te bieden hebben, ligt in de huiselijke, kleinschalige en persoonlijke sfeer. Kinderen vinden er rust buiten de schooldrukte, genieten van vers bereide en warme maaltijden en krijgen individuele aandacht. Ook oudere kinderen ervaren de opvang als een veilige haven. ‘Katia en Jo zijn als een tweede thuis voor Malou (acht jaar),’ vertelt een ouder bij Welzijnsvereniging De Blauwe Lelie in Brugge.
Maar niet alleen dat, ook de flexibiliteit bezorgt ouders gemoedsrust. ‘Ik weet niet hoe ik het geregeld zou krijgen zonder Katia en Jo,’ getuigt de alleenstaande ouder van de achtjarige Mila. De ruime en flexibele openingsuren bij een onthaalouder zijn een zegen voor werkende ouders, vooral als beide ouders voltijds werken of een onregelmatig uurrooster hebben. ‘Wij hebben een zoon van vier en een dochter van twee. Ze hebben allebei opvang nodig tijdens onze werkuren en dankzij onze onthaalouder zijn we gerust dat er goed voor hen gezorgd wordt, terwijl wij nog moeten werken,’ vertellen James en Marjolein.
Zonder deze opvangmogelijkheid zou hun werk-privébalans zwaar onder druk komen te staan: ‘Onze familie is niet altijd beschikbaar om de kinderen op te vangen. Als deze opvang er niet was, zou minstens één van ons moeten inboeten op werkuren, maar door onze functies en ook financieel gezien is dat niet zomaar mogelijk.’

Zachte overgang van opvang naar school
De ouders van de driejarige Joséphine zien dan weer grote voordelen in de samenwerking van school met onthaalouder: ‘Het middagslapen dat in samenwerking met basisschool De Triangel en Dienst voor Onthaalouders De Blauwe Lelie georganiseerd wordt, was voor ons een troef. Onze dochter deed nog een middagdutje. Dat dit in een warme omgeving kon, was voor ons erg ondersteunend.’ Een andere ouder herkent dit: ‘Zonder deze opvang had onze dochter nooit zo’n vlotte schoolstart gehad.’ Slaapklasjes spelen hierin een cruciale rol. ‘Beginnende kleuters hebben hun dutje nog nodig. Anders raken ze overprikkeld en uitgeput,’ beaamt een ouder.
Ook voor kinderen met extra noden is er een warme plek bij een onthaalouder. Zo bloeit Bryan, die extra structuur en begeleiding nodig heeft, open in de vertrouwde omgeving van onthaalouder Cindy bij de dienst van de gemeente Merelbeke-Melle: ‘Hij krijgt ondersteuning tijdens de maaltijden en er wordt opgevolgd of hij voldoende gegeten heeft. De onthaalouder luistert naar hem wanneer hij het moeilijk heeft. Hij heeft daar vriendjes, wat voor hem niet vanzelfsprekend is,’ vertelt zijn grootmoeder. Bryan zelf is enthousiast: ‘Cindy helpt me bij mijn huiswerk, en het eten is er superlekker.’ Volgens zijn grootmoeder zou Bryans kans om in het reguliere onderwijs te blijven aanzienlijk kleiner zijn zonder deze vorm van opvang.
Pleidooi voor behoud kleinschalige opvang
Gezinsopvang is dus meer dan een praktische oplossing. Het is een tweede thuis waar kinderen echt zichzelf kunnen zijn. Het voortbestaan ervan is dan ook essentieel voor gezinnen. Dat beseft ook Lieselot Bleyenberg, schepen bevoegd voor onder meer onderwijs en kinderopvang in Merelbeke-Melle, zij pleit voor het behoud van deze unieke vorm van opvang binnen het BOA-beleid: ‘Kleinschalige buitenschoolse kinderopvang speelt in op de specifieke wensen en behoeften van gezinnen, met flexibele opvangmogelijkheden die zich aanpassen aan de verschillende werkroosters en persoonlijke situaties van ouders.
De beperkte en vertrouwde setting bezorgt de allerkleinsten bovendien een optimaal welbevinden. Het is maar te hopen dat deze vorm van buitenschoolse opvang binnen het BOA-beleid ook in aanmerking kan blijven komen.’ Daar is directeur Tim Maenhout van de Blauwe Lelie in Brugge het mee eens: ‘Het gaat misschien om kleine initiatieven maar ze hebben wel degelijk een grote impact op de draagkracht van jonge kinderen en gezinnen. Het is dan ook belangrijk om hiervoor een duurzaam model op te zetten binnen de nieuwe BOA-structuur.’
Gezinsopvang
Gezinsopvang verwijst naar opvang die wordt geboden door onthaalouders (of kinderbegeleiders) die aangesloten zijn bij een (publieke of private) dienst voor onthaalouders en werken onder het sui generis-statuut of het werknemersstatuut thuisarbeid. Er is onder het sui generis-statuut geen sprake van een arbeidsovereenkomst maar van een samenwerkingsovereenkomst met de organisator gezinsopvang. Bijgevolg is er geen werknemers-werkgeversrelatie en ontvangen onthaalouders geen vast loon maar een belastingvrije kostenvergoeding voor de opvang en begeleiding van kinderen, meestal in hun eigen of een gehuurde woning (door henzelf of de organisator). Vandaag werken talrijke alleenwerkende onthaalouders ook al met een werknemersstatuut. Een dergelijke onthaalouder-werknemer wordt wel aangeworven en krijgt een arbeidsovereenkomst. De vzw of het lokale bestuur treedt op als werkgever en de onthaalouder (= werknemer) ontvangt een loon en een kostenvergoeding.
Een alleen werkende onthaalouder vangt maximaal acht kinderen op. In een groepsopvang samenwerkende onthaalouders werken meerdere kinderbegeleiders met een sui generis-statuut samen. Zij vangen samen maximaal 18 kinderen tegelijk op. De meerderheid van de locaties gezinsen groepsopvang samenwerkende onthaalouders vangen hoofdzakelijk baby’s en peuters op. Een aantal van hen combineren beide groepen (baby’s en peuters en schoolgaande kinderen) of vangen uitsluitend schoolgaande kinderen op. Vanaf 1 september 2026 is er geen rechtsgrond meer voor het sui generis-statuut voor onthaalouders, die alleen schoolgaande kinderen opvangen en die ressorteren onder het toepassingsgebied van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten.
Blik op morgen: lokale besturen kunnen rekenen op de VVSG
Gezinsopvang een essentiële plaats in het BOA-landschap, dat blijkt duidelijk uit de getuigenissen in dit artikel. Daarom roepen we de lokale besturen op om deze opvangvorm mee te nemen in hun omgevingsanalyse en beleidsontwikkeling. Hoeveel en welke onthaalouder zijn er in de gemeente? Welke kinderen vangen ze op: baby’s en peuters, uitsluitend schoolgaande kinderen of allebei? En welke plaats neemt deze opvangvorm in binnen het BOA-aanbod, zowel nu als in de toekomst? Op basis daarvan kunnen ze dan hun beleid en regie ontwikkelen.
Onze inzet is helder: lokale besturen maximaal ondersteunen bij het ontwikkelen van een erkenningskader waarin onthaalouders in de buitenschoolse opvang verankerd kunnen blijven. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat deze waardevolle opvangvorm ook in de toekomst behouden blijft en dat gezinnen kunnen blijven rekenen op de vertrouwde, huiselijke opvang die onthaalouders voor schoolgaande kinderen bieden. —
Met dank aan OCMW De Blauwe Lelie Brugge, gemeente Merelbeke-Melle en alle betrokken onthaalouders, (groot)ouders en kinderen voor de sterke en hartverwarmende getuigenissen die dit artikel mogelijk maakten.
Auteurs
-
CharlienHoffmanRegionale stafmedewerker gezinsopvang
-
RikaVerpoortenStafmedewerker lokaal beleid kinderopvang
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Nieuws
Ontdek de VVSG-praktijkendatabank: een schatkist aan lokale oplossingen
CommunicatieBestuur en burgerEnergie en klimaatDiversiteit en gelijke kansenVrije tijdKinderen en gezinnenZorg en gezondheidLokaal sociaal beleid -
Nieuws
-
Nieuws
Extra kinderopvangplaatsen: gemeenten en steden aan zet
Kinderen en gezinnen