

Hij stond op het punt om anesthesiologie te gaan studeren, maar toen dokter Jules Vertriest de vacature voor klimaatarts bij de Vlaamse overheid zag, wendde hij snel de steven. Inmiddels is hij bijna een jaar aan de slag.
Een klimaatarts? Nooit van gehoord! Wat doet zo iemand? Jules Vertriest had het geluk dat anderen hem op de vacature wezen. Hij was direct enthousiast en zo werd hij de eerste Vlaamse klimaatarts. Hij legt ons met plezier uit wat zijn functie inhoudt en wat ze zo boeiend maakt. ‘Meerdere vrienden en mijn toenmalige verloofde – nu mijn vrouw – hadden de vacature gezien en me meteen laten weten: Dat is iets voor jou! En inderdaad. Hoewel ik geselecteerd was om aan een opleiding anesthesiologie te beginnen, was ik zo enthousiast dat ik de avond zelf nog mijn sollicitatie heb verstuurd. En kijk, in oktober 2024 ben ik gestart.’
Wil je Jules Vertriest live aan het werk horen op de Inspiratiedag Sociaal Klimaatbeleid op 23 oktober? Bekijk het programma en schrijf je in via www.vvsg.be/opleidingen.
Wat sprak u zo aan in de jobomschrijving?
‘Twee zaken: enerzijds ben ik gefascineerd door de gezondheidseffecten van de klimaatverandering. Ik ben er ook diep van overtuigd dat we wel degelijk zelf tot de oplossing kunnen bijdragen en dat we de klimaatverandering of de gevolgen ervan dus allerminst passief moeten ondergaan. Anderzijds sluit de functie ook perfect aan bij mijn voorgeschiedenis: ik heb eerst bedrijfsmanagement gestudeerd, daarna deed ik zes jaar geneeskunde. Dit werk bevindt zich op het snijpunt van die studies. Als samenleving worden we geconfronteerd met ingrijpende veranderingen. De vraag is nu: hoe kunnen we ons daartegen wapenen? Of je nu wel of niet gelooft dat de mens aan de basis van de klimaatverandering ligt, is daarbij zelfs niet relevant: we kunnen niet ontkennen dat er veranderingen gaande zijn. Er zijn meer hittegolven, de uv-index stijgt, de hoeveelheid rondwarende pollen is sterk verhoogd… Ook als de situatie niet verergert, leven we vandaag al in een nieuwe realiteit.’
Klimaatarts is een woord dat tot de verbeelding spreekt.
‘Inderdaad, en dat wil ik graag een beetje tot zijn ware proporties terugbrengen. Ik denk dat ik de eerste “klimaatarts” ben, of liever: de eerste die die functietitel draagt. Maar het werk zelf is – gelukkig – niet nieuw. Ook in het verleden oefenden mensen hier en in het buitenland al een gelijkaardige functie uit. Als klimaatarts werk ik binnen het Departement Zorg van de Vlaamse overheid in een klein team dat zich wijdt aan “klimaat en gezondheid”. Samen met mijn collega’s, waaronder biologen en epidemiologen, kijk ik met een medische blik naar klimaatbeleid en help ik om preventiestrategieën te ontwikkelen die zowel onze gezondheidssystemen als de bevolking zelf veerkrachtiger maken tegen verschillende klimaatstressoren. Het uitgangspunt daarbij is: hoe kunnen we gezondheidsschade ten gevolge van de klimaatverandering voorkomen en anders toch vroegtijdig detecteren?’
‘Wij zijn met ons team vooral bezig
met beleidsvoorbereidend werk:
we coördineren projecten en onderzoeken,
vergaren informatie en data.
De medisch milieukundigen maken het waar
op het terrein.’

Het in 2023 goedgekeurde Vlaamse klimaatgezondheidsplan is een richtsnoer in jullie werk?
‘Het Vlaamse klimaatgezondheidsplan geeft een mooi overzicht van de uitdagingen die ons te wachten staan. Met ons team ondersteunen we acties en projecten die helpen bij de uitvoering van dat plan. We werken aan thema’s zoals hitte, uv-straling, infectieziekten, waterkwaliteit, extreme weersomstandigheden, pollen, allergieën, voeding, broeikasuitstoot. Maar dat doen we natuurlijk niet alleen. We werken samen met tal van partnerorganisaties zoals VITO (de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek), Sciensano, het Vlaams Instituut Gezond Leven en de Stichting tegen Kanker. Om er maar enkele te noemen.’
Ook met de medisch milieukundigen werken jullie veel samen?
‘De medisch milieukundigen, die onderdeel zijn van de vzw Gezondheidsmakers, zijn een heel belangrijke partner. Zij zijn het die het Vlaamse beleid vertalen naar het lokale niveau. Wat betekenen die beleidsbeslissingen en hoe kun je ze lokaal uitrollen? De medisch milieukundigen vormen een fijnmazig regionaal netwerk en ik zou de lokale besturen van harte willen aanraden om gebruik te maken van hun expertise. Wij zijn met ons team vooral bezig met beleidsvoorbereidend werk: we coördineren projecten en onderzoeken, vergaren informatie en data. De medisch milieukundigen maken het waar op het terrein. Zo werkten ze bijvoorbeeld mee aan de bewustmakingscampagne in verband met steekmuggen.’
Wat zijn de prioriteiten voor uw team?
‘In Vlaanderen is de toenemende hitte ongetwijfeld prioriteit nummer één. Het wordt elk jaar warmer en daar zijn we absoluut niet op voorzien. Niet in ons gedrag, niet in de woningbouw, niet in onze infrastructuur of ruimtelijke ordening. Op dat vlak is Vlaanderen een heel kwetsbare regio. Hitte veroorzaakt verschillende schadelijke gezondheidseffecten. Per graad opwarming zijn er meer opnames voor groot hartfalen, bijvoorbeeld. Qua luchtverontreiniging doen we het nu aanzienlijk beter dan een tiental jaar geleden, maar toch blijven hittegerelateerde longklachten toenemen. De toenemende uv-straling doet ook het aantal gevallen van huidkanker stijgen. Het is dus belangrijk dat we ons gedrag veranderen. Het moet vanzelfsprekend worden dat mensen tijdens hittedagen de reflex hebben om de schaduw op te zoeken, zich adequaat te kleden, genoeg zonnecrème te smeren. Prognoses gaan ervan uit dat we tegen 2050 veertien maal meer tropische dagen zullen kennen. Maar zelfs als dat niet zo is en de situatie niet verergert, dan nog blijft de vraag: hoe beschermen we ons tegen de hitte die er vandaag al is?’
“Je hebt de situatie waarin alles oké is en je hebt een crisissituatie. Met ons team kunnen we belangrijke beslissingen nemen over die tussenliggende fase, de zogeheten waarschuwingsfase. Wat zijn kritieke omslagpunten, wat gaat goed en wat kan beter?
Met jullie team spitsen jullie je dan vooral toe op de waarschuwingsfase?
‘Je hebt de situatie waarin alles oké is en je hebt een crisissituatie. Met ons team kunnen we inderdaad belangrijke beslissingen nemen over die tussenliggende fase, de zogeheten waarschuwingsfase. Onderzoeken: vanaf wanneer moeten ziekenhuizen en zorginstellingen extra maatregelen nemen? Wat zijn kritieke omslagpunten, wat gaat goed en wat kan beter? We moeten onze zorginstellingen ook beter voorbereiden op overstromingen die vaak het gevolg zijn van de toenemende hitte. In Polen is er een ziekenhuis aan de rivier de Nysa Kłodzka dat op twintig jaar tijd tweemaal overstroomd is. Daar kunnen wij dus lessen uit trekken. Waar moeten we rekening mee houden bij nieuwe infrastructuur of wat moeten we doen om de bestaande infrastructuur beter te beschermen? Maar ook: wat zijn de gezondheidsrisico’s als overstromingen dan toch plaatsvinden? Dan praten we over schimmelinfecties, overdraagbare ziekten, longaandoeningen, om maar enkele mogelijkheden te noemen.’
Rond welke thema’s werken jullie nog momenteel?
‘Naast hitte en overstromingen richten we ons momenteel ook op het fenomeen van de steekmuggen. Tropische muggen die zich hier komen vestigen en dodelijke ziekten zoals dengue, chikungunya of zika kunnen verspreiden. In België is het nog niet zover, maar we zien ze wel al opdoemen in onze zuiderse buurlanden. Een ander aandachtspunt zijn pollen en allergieën. In samenwerking met Sciensano voeren we daar nu onderzoek over. En wat blijkt: het pollenseizoen start vroeger en duurt langer. De hoeveelheid pollen gaat in stijgende lijn, we lopen het risico dat steeds meer allergene soorten zich hier gaan vestigen.’
Wat is typisch voor onze regio wat betreft klimaatgezondheid?
‘Moeilijke vraag. Iets wat in ieder geval heel typisch is voor Vlaanderen: de lintbebouwing, de nogal morsige manier waarop we omspringen met onze openbare ruimte. Dat heeft dan weer gevolgen voor de mobiliteit en de CO2 -uitstoot, de verharding van ons grondgebied, de versnippering van de natuur. En als we even uitzoomen: studies wijzen momenteel uit dat de klimaatopwarming op het Europese vasteland dubbel zo snel gaat als in de rest van de wereld. Terwijl er tegen 2050 wereldwijd een temperatuurstijging van twee graden Celsius wordt verwacht, kan dat hier dus drie of drieënhalf worden. Mensen die rond 1980 geboren zijn, zijn in 2050 ongeveer zeventig jaar en behoren dan tot een risicoleeftijdsgroep. Het is dus een misverstand te denken dat alleen maar de jongere generaties de gevolgen van de klimaatverandering aan den lijve zullen ondervinden. Integendeel. Ik denk dat we de komende jaren flink met de neus op de feiten zullen worden gedrukt.’
Toch blijft u hoopvol?
‘Zeker. We leven in een vrij welvarend land. Als we de beschikbare middelen efficiënt inzetten en pragmatisch te werk gaan, denk ik dat we ons veel leed kunnen besparen. Alle maatregelen die wij vanuit ons team voorstellen, zijn bovendien maatregelen waarin iedereen zich kan vinden. Eigenlijk streven we gewoon naar een aangenamere leefomgeving. Meer groen in de omgeving, minder gezondheidsklachten: daar kan toch niemand op tegen zijn? We willen vanuit ons departement niks verplichten maar het leven net aangenamer maken.’ —
Auteur
-
GuyBourgeoisRedacteur Lokaal
Fotograaf
- Stefan Dewickere
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Nieuws
OCMW’s starten met minimale levering aardgas en elektriciteit nachttarief
ArmoedeEnergie en klimaat -
Nieuws
-
Nieuws
VVSG vraagt structurele herfinanciering van het gas- en elektriciteitsfonds
ArmoedeLokaal sociaal beleidEnergie en klimaat