Statuut burgemeester
Wedde
Als burgemeester krijg je een wedde die een percentage is van de wedde van een Vlaams parlementslid. Dat percentage wordt dan weer bepaald door het inwonersaantal van de gemeente waarin je je mandaat uitoefent (vastgesteld op 1 januari van het jaar van de verkiezingen). Een overzicht van die percentages en bedragen(opent nieuw venster) kan je hier vinden.
Die (bruto)wedde is vergelijkbaar met het loon van een werknemer en wordt eveneens verminderd met persoonlijke sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing. De bedrijfsvoorheffing is (net als bij werknemers) een voorschot op de te betalen belastingen en is afhankelijk van je gezinssituatie en van het inkomen van je eventuele partner.
Naast je wedde ontvang je als burgemeester ook nog een vakantiegeld en een eindejaarstoelage. Het vakantiegeld bedraagt 92% van 1/12de van je bruto-jaarwedde; de eindejaarstoelage bestaat uit een vast bepaald forfaitair bedrag, aangevuld met 3,6% van je bruto-jaarwedde. Let goed op, want soms kan er een cumulatiebeperking zijn op de eindejaarstoelage en/of het vakantiegeld, afhankelijk van het eventuele andere statuut waaronder je naast je mandaat nog valt. Bij twijfel check je dit best bij je bestuur en/of je werkgever.
Sociale bescherming
Als lokaal mandataris kan je een eigen sociaal statuut hebben (“aanvullend sociaal statuut”). Dat hangt in de eerste plaats af van de afwezigheid van een andere vorm van sociale bescherming (bv. via de reguliere job, een pensioen, een uitkering, etc.). Is dat het geval, dan moet je dit aan het gemeentebestuur laten weten en dan ben je beschermd in geval van ziekte, invaliditeit of werkloosheid (en heb je dus recht op uitkeringen).
Voor deze bescherming betaalt het bestuur werkgeversbijdragen en betaal je ook zelf 5,57% werknemersbijdragen op je brutowedde. Echter, sinds de start van de lopende legislatuur (2019-2024) bestaat er een regeling die mandatarissen ‘beloont’ die voltijds voor hun mandaat kiezen. Hierdoor zal het gemeentebestuur deze werknemersbijdrage ten laste nemen, evenals de pensioenbijdrage van 7,5% en nog enkele andere sociale bijdragen.
Lees meer over de regeling van het aanvullend sociaal statuut. (opent nieuw venster)
Pensioen
Als burgemeester draag je maandelijks 7,5% van je brutowedde af aan de ‘pensioenkas’ van de gemeente. Dit garandeert nog geen recht op een pensioen op basis van je mandaat (de bijdragen zijn m.a.w. ‘gesolidariseerd’). Voor de toekenning van een mandatarispensioen zijn twee zaken van tel:
- je leeftijd. Vroeger was het simpel: dan kon je al een mandatarispensioen genieten vanaf je zestigste. Tegenwoordig ligt dat iets gecompliceerder. De regel is dat je op de wettelijke pensioenleeftijd(opent nieuw venster) (momenteel 66 jaar) sowieso met pensioen kan gaan als mandataris, maar daar zijn heel wat uitzonderingen op, afhankelijk van het aantal loopbaanjaren dat je gepresteerd hebt in diverse stelsels.
- een minimumanciënniteit van 12 maanden. Was je enkel mandataris vóór 1989, dan moeten dat zestig gepresteerde maanden zijn. Let wel: dit mag ook een ander pensioengenererend mandaat zijn (schepen/OCMW-voorzitter/voorzitter BCSD).
Daarnaast mag je niet afgezet zijn als mandataris en mag je geen uitvoerend lokaal mandaat meer uitoefenen. Lees meer(opent nieuw venster).
Ondersteuning
De rol van burgemeester vraagt veel engagement en energie. Naast de standaard voorziene wedde kan de raad nog maatregelen nemen om je als burgemeester te ondersteunen bij de uitoefening van je taken. Voor je mandaat van burgemeester kan je een kostenvergoeding krijgen als het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad dat regelt. Belangrijk daarbij is dat:
- het enkel kan gaan om een terugbetaling van kosten die je als burgemeester werkelijk hebt gemaakt - forfaitaire kostenvergoedingen zijn niet mogelijk;
- je kan bewijzen dat de kosten effectief gemaakt zijn;
- de kosten verband houden met de uitoefening van je mandaat en noodzakelijk zijn voor de uitoefening ervan, bv. een studiedag of vorming met voor een burgemeester relevante thema’s.
De gemeenteraad kan nog bijkomende voorwaarden opleggen. De algemeen directeur moet dan nagaan of voldaan is aan alle voorwaarden voor de terugbetaling van de kosten. Elk jaar wordt een openbaar overzicht gemaakt van de terugbetaalde kosten aan alle mandatarissen.
Naast een terugbetaling van kosten kan de raad ook bepaalde faciliteiten aanbieden (vergaderlokaal, laptop, hoofdtelefoon, etc.). Ook dergelijke faciliteiten worden het best geregeld in het huishoudelijk reglement.
Verzekering
Als burgemeester draag je veel verantwoordelijkheid. Daarom is het van belang dat je goed verzekerd bent, zodat je beschermd bent wanneer er tijdens de normale uitoefening van je mandaat iets fout loopt. Het is wettelijk verplicht voor het bestuur om je als burgemeester tijdens de normale uitoefening van je mandaat te verzekeren voor:
- burgerlijke aansprakelijkheid (inclusief rechtsbijstandsverzekering),
- bestuurdersaansprakelijkheid, wanneer men zijn bestuur vertegenwoordigt als lid van de raad van bestuur of als dagelijks bestuurder in een rechtspersoon die zelf geen zo'n verzekering heeft afgesloten,
- ongevallen die je overkomen in het kader van de normale uitoefening van je mandaat als burgemeester.
Daarnaast is het bestuur zelf burgerrechtelijk aansprakelijk voor de betaling van de geldboeten waartoe je als burgemeester zou worden veroordeeld wegens een misdrijf. Uiteraard geldt ook hier dat dit alleen gebeurt als het misdrijf begaan is bij de normale uitoefening van het mandaat. Uitgesloten zijn zaken die bij herhaling voorkomen en persoonlijke inbreuken op de verkeersreglementering. Bij bedrog, zware schuld of vaak voorkomende lichte schuld kan het bestuur deze bedragen ook terugvorderen.
Bijstand van een vertrouwenspersoon
Wanneer je als burgemeester wegens een fysieke handicap je mandaat niet zelfstandig kan uitoefenen, is er de mogelijkheid om je te laten bijstaan door een of meerdere vertrouwenspersonen. Het bewijs van de handicap moet worden geleverd door een getuigschrift van een arts, met de uitdrukkelijke verklaring dat je zodanig getroffen bent door een handicap dat je je mandaat niet zelfstandig kan uitoefenen en er persoonlijke bijstand nodig is. De belangrijkste regels waarmee je rekening moet houden bij het aanduiden van een vertrouwenspersoon zijn dat deze persoon:
- legaal in de EU moet verblijven, meerderjarig moet zijn en niet ontzet mag zijn uit het kiesrecht;
- zich niet mag bevinden in een situatie van onverenigbaarheid, behalve wanneer het gaat om een familielid.
Verder gelden volgende principes. De vertrouwenspersoon:
- heeft bij de ondersteuning dezelfde middelen ter beschikking als de mandataris;
- heeft bij de ondersteuning dezelfde verplichtingen (bv. discretieplicht) als de mandataris;
- ontvangt een presentiegeld;
- ontvangt een bijkomende tegemoetkoming of vergoeding op voorwaarde dat de gemeenteraad dat geregeld heeft.
Een vertrouwenspersoon legt (in tegenstelling tot een mandataris) geen eed af.
Politiek verlof
Omdat het niet altijd evident is om professionele activiteiten te combineren met lokale politieke activiteiten werd het systeem van politiek verlof ingevoerd. Het politiek verlof verschilt naargelang je als burgemeester werkt voor de privésector, de overheid, het onderwijs of het leger. Bepaalde categorieën van werkgevers (bv. universiteiten) hebben vaak nog eigen regelingen, die we hier niet allemaal kunnen bespreken. Hieronder wel de belangrijkste principes en de dagen politiek verlof voor de burgemeester:
Werknemer in de private sector
Als werknemer in de privésector heb je de mogelijkheid om een bepaald aantal dagen verlof te nemen voor de uitoefening van je politiek mandaat. Belangrijk is dat politiek verlof een recht is. Werkgever en werknemer kunnen er dus niet van afwijken bij individuele overeenkomst.Als burgemeester kan je kiezen uit twee soorten politiek verlof, in de vorm van een schorsing van de arbeidsovereenkomst.
- Ofwel neem je maximaal twee dagen per week politiek verlof, en onderbreek je dus enkel op die dagen je arbeidsovereenkomst. Deze dagen worden niet betaald en niet gelijkgesteld (verlof, vakantiegeld, uitkeringen, pensioen e.d.m.).
- Ofwel onderbreek je je arbeidsovereenkomst voltijds. Dit kan voor periodes van minstens twaalf maanden tot een volledige legislatuur. Dit laatste stelsel kan wel slechts tijdens één legislatuur gebruikt worden. Uiteraard wordt ook deze voltijdse schorsing niet betaald en niet gelijkgesteld.
Werknemer in de openbare sector
Ook als werknemer in de openbare sector heb je de mogelijkheid om een bepaald aantal dagen verlof te nemen voor de uitoefening van je politiek mandaat. De regeling voor het politiek verlof is voor de meeste overheidsniveaus (federaal, gewestelijk, provinciaal, lokaal) gelijklopend.
- Werknemer van een lokaal bestuur
Politiek verlof voor een mandaat van burgemeester is hier mogelijk als je ten minste 80% werkt. - Werknemer van de federale overheid
Het aantal dagen politiek verlof wordt hier bepaald in verhouding tot het aantal door jou als werknemer werkelijk gepresteerde diensten. - Werknemer van de Vlaamse overheid
Politiek verlof voor een mandaat van burgemeester is hier mogelijk als je ten minste 80% werkt.
Voor je mandaat als burgemeester heb je als werknemer van de overheid recht op politiek verlof van ambtswege (lees: verlof dat verplicht te nemen is, startend vanaf de eedaflegging) en facultatief politiek verlof (aanvullend verlof, niet verplicht).
- Gemeenten tot en met 20.000 inwoners: drie dagen per maand van ambtswege (+ 1/4de van een voltijds ambt facultatief)
- Gemeenten van 20.001 tot en met 30.000 inwoners: 1/4de van een voltijds ambt van ambtswege (+ 1/4de van een voltijds ambt facultatief)
- Gemeenten van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: 1/2de van een voltijds ambt van ambtswege (+ 1/2de van een voltijds ambt facultatief)
- Gemeenten met meer dan 50.000 inwoners: voltijds politiek verlof van ambtswege
Daarnaast kan je ook verzoeken om elk politiek verlof uit te breiden naar een halftijds verlof dan wel een voltijds verlof, afhankelijk van wat er reeds als basisverlof is voorzien.
Werknemer in het onderwijs
Als werknemer in het onderwijs (niet het universitair onderwijs, de instellingen voor hoger onderwijs en de Hogere Zeevaartschool) ontvang je geen wedde tijdens de periode van jouw politiek verlof voor je lokale mandaat. Je kan het volume politiek verlof enkel wijzigen op 1 september. Neem je deeltijds politiek verlof, dan moet je wekelijks prestaties blijven verrichten die ten minste een volledige prestatie-eenheid bedragen, en voor wat de centra voor leerlingenbegeleiding betreft, wekelijks prestaties blijven verrichten die ten minste 10% van een volledige opdracht bedragen.
Voltijds of deeltijds verlof op verzoek is dus steeds mogelijk, behalve wanneer je burgemeester bent in een gemeente met meer dan 50.000 inwoners. Dan word je van ambtswege (dus verplicht) op voltijds politiek verlof gestuurd. Meer informatie over het politiek verlof in het onderwijs en de cumulatiebeperkingen: zie de deelwebsite over politiek verlof van Onderwijs Vlaanderen(opent nieuw venster).
Werknemer in het leger
Het politiek verlof voor het militair personeel kent specifieke regels. Zo moet je als militair van het reservekader rekening houden met de noodwendigheden van de dienst en kan je slechts een lokaal mandaat uitoefenen buiten de periodes waarin je actief moet zijn in het leger. Je moet dan wel je korpscommandant (aangetekend) informeren over jouw politieke plannen, ten laatste 10 dagen vóór je eedaflegging én je mag niet meer in kandidaatsperiode zijn. Deze regels zijn niet van toepassing op militairen in vrijwillige opschorting van prestaties (VOP). Het aantal dagen politiek verlof wordt bepaald in verhouding tot de door jou als militair effectief gepresteerde diensten.
Als burgemeester wordt je van ambtswege met politiek verlof gestuurd, eventueel aan te vullen met vrijwillig (facultatief) politiek verlof. Zodra dit politiek verlof is beëindigd, word je heropgenomen in werkelijke dienst met de graad en de anciënniteit in de graad die je had bij de start van de periode van politiek verlof.
Het politiek verlof voor een mandaat van burgemeester bedraagt, net als bij de overheid:
- Gemeenten tot en met 20.000 inwoners: drie dagen per maand van ambtswege (+ 1/4de van een voltijds ambt facultatief)
- Gemeenten van 20.001 tot en met 30.000 inwoners: 1/4de van een voltijds ambt van ambtswege (+ 1/4de van een voltijds ambt facultatief)
- Gemeenten van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: 1/2de van een voltijds ambt van ambtswege (+ 1/2de van een voltijds ambt facultatief)
- Gemeenten met meer dan 50.000 inwoners: voltijds politiek verlof van ambtswege
Fiscaliteit
De inkomsten uit je mandaat als burgemeester worden elk jaar door het gemeentebestuur verwerkt op een fiche 281.10, waarvan een kopie naar de belastingdiensten gaat. Daar hoef je je dus in principe niet verder om te bekommeren.
Essentieel bij de belastingaangifte is wel de keuze van het kostenstelsel voor de beroepskosten verbonden aan je mandaat als burgemeester. Dat kan zowel een speciaal forfait voor lokale mandatarissen zijn, als het wettelijke forfait of het bewijs van je werkelijke beroepskosten. Die laatste twee bestaan ook voor gewone werknemers en zijn ook relevant bij de samenloop met een eventueel ander inkomen. Bij die combinatie van twee inkomens zijn niet alle combinaties van kostenstelsels meer mogelijk. Hou daar dus zeker rekening mee bij het invullen van je belastingaangifte.
Let wel: het speciaal forfait voor lokale mandatarissen wordt met ingang van het aanslagjaar 2026 (inkomsten 2025) afgeschaft. Lees er hier meer over.
Meer weten over
Mandatenlijst en vermogensaangifte
Moet je als burgemeester een mandatenlijst indienen?
Heel wat politici moeten een mandatenlijst indienen, ook burgemeesters. Dat houdt onder meer in dat je vóór 1 oktober van elk jaar (elektronisch) een mandatenlijst moet indienen met alle mandaten, ambten, beroepen of functies die je tijdens het voorgaande jaar hebt uitgeoefend. Dit gebeurt via de website van het Rekenhof(opent nieuw venster). Op die aangifte moet ook het bedrag van de bezoldiging van je mandaat van burgemeester (en van eventuele andere mandaten) vermeld worden. Voor de wedde als burgemeester is dat onder de vorm van een vergoedingsvork. Het jaar na de indiening van de mandatenlijsten worden deze, uiterlijk op 15 februari, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en op de website van het Rekenhof.
Meer informatie over het invullen van de mandatenlijsten vind je hier(opent nieuw venster).(opent nieuw venster) Eventuele vragen hierover kunnen ook gesteld worden aan het Rekenhof of aan de zgn. ‘institutionele informatieverstrekkers’ (o.a. de algemeen directeur van de gemeente).
Moet je als burgemeester een vermogensaangifte doen?
Wie een aangifteplichtig mandaat uitoefent (zie hiervoor), moet ook een vermogensaangifte indienen, ook burgemeesters dus. Dat houdt onder meer in dat je vóór 1 oktober van het jaar na datgene waarin je een aangifteplichtig mandaat opnam, hernieuwde of stopzette, een vermogensaangifte moet indienen. Die aangifte bevat een zo volledig mogelijk overzicht van je financiële toestand (niet enkel wat voortvloeide uit je mandaat) en dient in een gesloten omslag bij de griffie van het Rekenhof te worden ingediend. Deze informatie kan enkel ingekeken worden in het kader van een strafrechtelijk onderzoek en wordt vernietigd 5 jaar na de stopzetting van je laatste aangifteplichtige mandaat.
Meer informatie over het invullen van de vermogensaangifte vind je hier(opent nieuw venster). Eventuele vragen hierover kunnen ook gesteld worden aan het Rekenhof of aan de zgn. ‘institutionele informatieverstrekkers’ (o.a. de algemeen directeur van de gemeente).