Op 9 mei keurde de Vlaamse regering een geactualiseerde visienota(opent nieuw venster) goed over de toekomst van de Europese Unie. Daarmee legt ze vast hoe ze toekomstige EU-initiatieven wil beoordelen. Vlaanderen wil niet enkel Europees beleid ontvangen, maar het ook actief voeden.
VVSG vraagt structurele rol voor lokale besturen
Tijdens de officiële voorstelling pleitte de VVSG, via algemeen directeur Véronique Janssens, voor een structureel partnerschap tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen. Zo komen we tot gedragen Europese standpunten én een efficiënte uitvoering van Europese regelgeving. Lokale besturen staan het dichtst bij de burger en brengen waardevolle ervaring en inzichten mee. Die betrokkenheid maakt het beleid sterker en realistischer.
Vlaanderen legt beleidsprioriteiten op tafel
De visienota legt de nadruk op:
een sterkere interne markt
een innovatief industriebeleid
een veerkrachtig energie- en klimaatbeleid
Daarnaast vraagt Vlaanderen dat de EU haar kernwaarden, zoals democratie, mensenrechten en de rechtsstaat, actief beschermt, zowel binnen als buiten de Unie. Ook een evenwichtige migratieaanpak, een ambitieus digitaliseringsbeleid, samenwerking rond grensoverschrijdende infrastructuur en duidelijke verwachtingen rond sociaal beleid, landbouw en gezondheidszorg krijgen aandacht.
Lokale inbreng ontbreekt in Vlaamse EU-visie
Vlaanderen onderstreept het belang van subsidiariteit: de EU moet alleen optreden waar ze echte meerwaarde biedt en bevoegdheden respecteren waar dat zinvol is. De nota focust daarbij vooral op de rol van de Vlaamse overheid. De VVSG wijst erop dat ook lokale besturen een volwaardige overheid zijn. Ze voeren heel wat Europese regels uit en staan dicht bij de burger. Een brede toepassing van het subsidiariteitsbeginsel vraagt dus ook betrokkenheid van het lokale niveau, vanaf het begin van het beleidstraject.
Hoewel de visietekst inhoudelijk sterk inzet op de toekomst van Europa, zegt ze opvallend weinig over de partners die de Vlaamse overheid wil betrekken bij dat traject. Volgens de VVSG is dat het grootste gemis in de nota: een toekomstgerichte EU-visie vraagt ook samenwerking met álle bestuursniveaus.