
Slimme partners voor een energie-efficiënt patrimonium

Vlaamse lokale besturen zetten steeds meer stappen naar een energiezuiniger patrimonium. Daarmee dragen ze bij aan de Vlaamse en Europese klimaatambities en drukken ze ook nog hun energiefactuur. In één beweging denken ze na over goede, comfortabele publieke gebouwen voor medewerkers en bevolking. Maar wie structurele renovaties en energie-efficiëntie een extra zetje wil geven, botst al snel op een bekend knelpunt: gebrek aan personeelscapaciteit. Energy Service Companies, of ESCO’s, kunnen hier een deel van de oplossing bieden.
Lokale besturen staan onder druk, en er is niet overal voldoende tijd en expertise beschikbaar om renovatie- en energiebesparingstrajecten van a tot z op te volgen. ESCO’s kunnen in zo’n geval veel werk overnemen. Ze nemen niet alleen de uitvoering van energiebesparende maatregelen op zich, maar staan ook in voor ontwerp, engineering en opvolging ervan. De vergoeding gebeurt op basis van de gerealiseerde besparingen. Zo combineren lokale besturen lagere energiefacturen en een lagere CO₂-uitstoot met een minimale belasting van hun personeelsinzet en realiseren ze de afgesproken energiebesparingsdoelstellingen budgetneutraal.
Een ESCO is een gespecialiseerd bedrijf dat energiebesparende projecten ontwerpt, uitvoert en opvolgt. Lokale besturen die met een ESCO in zee gaan, sluiten doorgaans een energieprestatiecontract (EPC) af. Binnen zo’n contract garandeert de ESCO een ‘all-in-one’ pakket. Terwijl een gemeente vroeger verschillende aanbestedingen moest uitschrijven voor verschillende studiebureaus, aannemers en onderhoudsfirma’s, kan een ESCO via zijn EPC het volledige pakket aanbieden.
Een energieprestatiecontract bevat doorgaans een resultaatsverbintenis: de ESCO staat garant voor de vooraf afgesproken energiebesparingen. Worden de doelstellingen gehaald of overtroffen, dan ontvangt de ESCO een deel van de extra besparing. Blijven de resultaten achter, dan compenseert de ESCO het verschil. Dankzij dit bonus-malusmechanisme ligt het financiële risico niet bij het lokale bestuur, maar bij de externe partner.
Aan de slag met ESCO’s
Voor lokale besturen die hun patrimonium willen verduurzamen via een energieprestatiecontract (EPC), biedt het stappenplan van BELESCO een heldere leidraad. Dit traject bestaat grosso modo uit vier fasen: opstartfase, informatieverzameling en opmaak aanbestedingsdossier, aanbesteding en selectie van de ESCO en tot slot uitvoering en opvolging.
In de opstartfase is het raadzaam – maar niet verplicht – om een EPC-facilitator aan te stellen. Deze expert begeleidt het bestuur bij het opstellen van een strategisch vastgoedplan, het bepalen van de scope en het voorbereiden van de aanbesteding. Hij of zij helpt bij het in kaart brengen van het gemeentelijk patrimonium en het selecteren van de belangrijkste gebouwen met het hoogste verbruik. Deze fase duurt doorgaans enkele maanden. De selectie van een juiste portefeuille aan gebouwen is belangrijk om de energiebesparingsdoelstelling te bepalen, maar ook om risicospreiding te garanderen voor de aangestelde ESCO. Voor het aanstellen van een EPC-facilitator kan er bijvoorbeeld een beroep gedaan worden op de raamcontracten van het VEB of op BELESCO.
Is deze eerste grote horde genomen, dan is het tijd om gedetailleerde energieverbruiksgegevens van de geslecteerde gebouwen te verzamelen. Op basis hiervan stelt de EPC-facilitator het aanbestedingsdossier op, inclusief duidelijke prestatie-eisen en doelstellingen. Deze fase neemt ongeveer tien maanden in beslag. Na publicatie van de aanbesteding dienen geïnteresseerde ESCO’s hun voorstellen in. Het selectieproces, inclusief evaluatie en gunning, duurt gemiddeld één jaar.
Aan het eind van dat jaar is het eindelijk tijd voor de uitvoering. De geselecteerde ESCO neemt de energiebesparende maatregelen en garandeert de afgesproken besparingen. Gedurende de contractperiode, vaak tien tot vijftien jaar, wordt de prestatie gemonitord en geëvalueerd. Aan de hand van dit gestructureerde proces kunnen lokale besturen effectief samenwerken met een ESCO om hun energie-efficiëntiedoelstellingen te realiseren. Het model wint terrein in Vlaanderen. Verschillende steden en gemeenten pionieren met succes. Sint-Niklaas is er daar een van.
Sint-Niklaas: strategisch vastgoedplan en energieprestatiecontract
Sint-Niklaas sloot een energieprestatiecontract af met een ESCO om in tien jaar tijd een energiebesparing van 39% te realiseren in negen van zijn meest energie-intensieve gebouwen, waaronder sporthallen, basisscholen en het welzijnshuis. De stad liet zich voorafgaand begeleiden door een EPC-facilitator om alle gebouwdata te inventariseren, de opdracht af te bakenen en de ESCO te selecteren. De ESCO investeert in energiebesparende maatregelen en staat in voor het gebouwbeheer. Een eerste evaluatie toont aan dat voor elektriciteit al 22% werd bespaard, een procent meer dan vooropgesteld. Voor gas werden de vooropstelde resultaten nog niet gehaald. Hiervoor wordt een optimalisatie van het energiemonitoringssysteem uitgerold. Dit project leidde tot de opmaak van een strategisch vastgoedplan.
Intern Rollend Fonds: Zelf aan het stuur van je energiebesparing
ESCO’s zijn dan wel een ideale oplossing om het tekort aan personeelscapaciteit op te vangen, sommige lokale besturen realiseren hun energiebesparing zelf aan de hand van een intern rollend fonds en treden dan zelf als ESCO op. De stad Antwerpen bijvoorbeeld toont met haar intern rollend energiefonds, de zogenaamde maatregelenmatrix, hoe dat kan. Sinds 2010 investeerde de stad meer dan 15 miljoen euro in 408 energiebesparende projecten binnen het eigen patrimonium. De jaarlijkse besparing bedraagt 1,38 miljoen euro, met een CO₂-reductie van 1976 ton. De gerealiseerde besparing op elektriciteit bedraagt 3,3 GWh/jaar, voor aardgas is dat 9,8 GWh/jaar.
Het principe is eenvoudig: de besparingen uit eerdere maatregelen worden opnieuw geïnvesteerd in nieuwe projecten, reken daarbij subsidies en leningen en er ontstaat een duurzame financieringscyclus zonder externe middelen. De engineering gebeurt intern, de uitvoering met raamcontracten voor onder andere isolatie, relighting en zonnepanelen. Twee keer per jaar wordt de maatregelenmatrix geëvalueerd en bijgestuurd. Deze werkwijze stelt de stad in staat om haar klimaatdoelstellingen te realiseren en tegelijkertijd de financiële beleidsruimte binnen de autofinancierbaarheid te behouden.
Ook de stad Kortrijk doorliep een gelijkaardig project met haar rollend energiefonds. Door dit interne financieringsmechanisme, waarbij de opbrengst van gerealiseerde energiebesparingen terugvloeit in een investeringspot, groeit het beschikbare budget jaar na jaar. In 2023 werd voor meer dan 411.000 euro geïnvesteerd in energiebesparende ingrepen zoals relighting, warmteregeling en zonneboilers. Dankzij het hefboomeffect van het fonds werd er dat jaar maar liefst 505.000 euro opnieuw toegevoegd aan het fonds – meer dan wat werd uitgegeven.
Het systeem is gebaseerd op een oorspronkelijke stadsinjectie van 2 miljoen euro en werkt met terugverdientijden van gemiddeld tien jaar. Door een vooraf bepaalde rekenmethode, inclusief rentegevoelige multiplicator, wordt de verwachte besparing van elke maatregel omgezet in een terugstorting in het fonds. Zo blijft dat zichzelf voeden.
Aandachtspunten bij interne rollende fondsen en ESCO’s
Zowel interne rollende fondsen als ESCO’s bieden lokale besturen waardevolle instrumenten om energiebesparende maatregelen voor het gemeentelijk patrimonium versneld en efficiënt te realiseren. Ze verlichten bovendien de druk op de personeelscapaciteit, zij het elk op een andere manier.
Binnen een intern rollend fonds worden de gerealiseerde energiewinsten opnieuw geïnvesteerd in bijkomende maatregelen. Dit maakt het mogelijk om extra personeelscapaciteit aan te trekken om het energiebeheer en de uitvoering van maatregelen mee te ondersteunen. In het geval van een ESCO wordt de uitvoering grotendeels uitbesteed aan een externe partner, die instaat voor het ontwerp, de uitvoering en het onderhoud van energiebesparende maatregelen.
Toch blijft ook bij de inzet van een ESCO een actieve rol van het gemeentepersoneel essentieel. Door een nauwe samenwerking tussen gemeente en ESCO behoudt het lokale bestuur de regie over het patrimoniumbeleid en heeft het de garantie dat de maatregelen in lijn liggen met het strategisch vastgoedplan en de lokale klimaat- en energiedoelstellingen. Op die manier kunnen de opgebouwde inzichten en ervaringen uit het traject verankerd worden in het langetermijnbeheer van het gemeentelijk vastgoed.
Voor de zogenaamde ‘no regret’-maatregelen, met een terugverdientijd van minder dan twee jaar, en voor laaghangend fruit, dat doorgaans een terugverdientijd heeft van vijf tot tien jaar, volstaat meestal een beperktere financiële inspanning. Deze maatregelen zijn dus ideaal voor de opstart of versterking van een intern fonds of een eerste ESCO-traject. In deze context wordt doorgaans gewerkt met ESCO-contracten met een looptijd van tien tot vijftien jaar, waardoor er voldoende tijd is om de investeringen via de besparingen terug te verdienen.
Om te voldoen aan de Europese klimaatverplichtingen en toe te werken naar een emissieneutraal patrimonium, volstaan deze maatregelen echter niet. Structurele ingrepen zullen noodzakelijk zijn, waarvoor ook substantiële investeringsbudgetten in de meerjarenplanning moeten worden opgenomen.
Zowel voor maatregelen met een korte als met een lange terugverdientijd kan de ESCO voordelen bieden. Wanneer het bestuur investeert in structurele renovaties, kan de ESCO zich toespitsen op aanvullende energiebesparende ingrepen die budgetneutraal gerealiseerd worden. Bij beperkte eigen investeringen daalt echter ook de impact die een ESCO kan realiseren, wat de vooruitgang naar klimaatneutraliteit afremt. Toch kunnen ook maatregelen met een langere terugverdientijd via een ESCO worden georganiseerd, waarbij deze afgerekend wordt op het gedeelte van de looptijd waarvoor hij instaat.
Starten met een ESCO-traject?
Ben je ondertussen warm gemaakt om te starten met een ESCO-traject, neem dan zeker een kijkje op de webpagina van BELESCO. De VVSG stelde samen met BELESCO een infopakket samen waarin je informatie, aanbevelingen en een aantal ontkrachte misverstanden vindt. Je vindt deze op https://belesco.be/(opent nieuw venster) resources/belesco-academy, samen met een lijst van veelgestelde vragen en videogetuigenissen van lokale besturen die al samenwerken met een ESCO. —
Auteur
-
MichielApersRegisseur patrimonium en financiering
Fotograaf
- Stefan Dewickere
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Nieuws
Europese meerjarenbegroting 2028–2034: wat betekent dit voor lokale besturen?
Lokaal sociaal beleidWerk, sociale economie en activeringEconomieWonenKlimaatadaptatieEnergie en klimaatCirculaire economieAfvalMobiliteitDiversiteit en gelijke kansenSamenwerking -
Nieuws
VVSG levert input voor advies investerings- en databeheersplannen Fluvius
Energie en klimaat -
Nieuws
Lokale besturen essentieel voor Fit for 55, maar kampen met knelpunten
Energie en klimaat