Nieuwe salarisschalen voor dienstenchequesector gelden vanaf 1 januari 2025

Op 21 mei bereikte de VVSG een akkoord met de vakorganisaties over de koopkrachtmaatregel in de sector van de dienstencheques. De dienstenchequemedewerkers krijgen vanaf 1 januari 2025 een bruto loonsverhoging van 1 euro per uur . Op het Comité C1 van 11 juni 2025 ondertekenden de sociale partners het eindverslag en het protocol over deze koopkrachtverhoging.

Nieuwe salarisschalen

De VVSG maakte nieuwe salarisschalen, waarin de bruto loonsverhoging voor dienstenchequemedewerkers geïntegreerd zit. Het gaat om aangepaste E- en D-schalen. In het Excelbestand staan de nieuwe salarisschalen aan index 100%, met een tool om de schalen aan te passen aan het actuele indexcijfer.

In het Excelbestand staat ook het bedrag van de verhoging van het jaarsalaris aan index 100%: 931,07 euro. Als je als lokaal bestuur een andere salarisschaal dan de E- of D-schaal toepast op de dienstenchequemedewerkers, bijvoorbeeld de IFIC-4 schaal, moet het toegepaste jaarsalaris aan index 100% verhoogd worden met 931,07 euro. Op het totaalbedrag van het jaarsalaris kun je vervolgens het actuele indexcijfer toepassen, om het huidige jaarloon te bepalen.

Deze salarisschalen en de berekeningswijze worden aan de weddecentrales bezorgd.

Retroactieve aanpassing lonen, toelagen en vergoedingen

Als gevolg van de nieuwe salarisschalen moeten ook alle aan het loon gekoppelde toeslagen en vergoedingen gewijzigd worden. Het gaat om een herberekening van het dubbel vakantiegeld, de haard- en standplaatstoelage, de werkbonus, en in het algemeen, alle toeslagen die op het salaris berekend worden.

De koopkrachtverhoging treedt retroactief in werking, op 1 januari 2025. Dat betekent dat de lonen, het dubbel vakantiegeld en de toeslagen en vergoedingen retroactief geregulariseerd moeten worden. Ook de DMFA-aangifte bij de RSZ van het eerste en eventueel het tweede kwartaal 2025 zal aangepast moeten worden.

Wat moet er nu gebeuren?

Eerst moet de raad of het orgaan bevoegd voor de lokale rechtspositieregeling (RPR) de beslissing nemen tot wijziging van de lokale RPR, met de aangepaste salarisschalen en de gevolgen hiervan, retroactief sinds 1 januari 2025. Dit kan zonder lokaal sociaal overleg, met verwijzing naar het op Vlaams niveau afgesloten protocol.

Pas nadien kunnen de nieuwe lonen toegepast worden en kan de regularisatie in de DMFA-aangifte voor het eerste en eventueel het tweede kwartaal 2025 ingevoerd worden.