

Vanaf 2026 krijgt Vlaanderen via het Sociaal Klimaatfonds de mogelijkheid om kwetsbare groepen extra te ondersteunen. Een onmisbaar element om de stijging van de energieprijzen voor gebouwen en transport te compenseren, die er zal komen door de invoering van het Emissiehandelssysteem (ETS II) in 2027. Elke lidstaat moet een nationaal sociaal klimaatplan opstellen om de verdeling van de middelen te verantwoorden. De VVSG streeft naar erkenning en actieve betrokkenheid van lokale besturen bij de uitvoering en toewijzing van het Vlaamse deel van dit fonds.
I n 2021 lanceerde de EU het ‘Fit for 55’-pakket, een ambitieuze set maatregelen om de CO₂-uitstoot tegen 2030 met 55% te verlagen. Dit is een essentiële tussenstap op weg naar het uiteindelijke doel: een klimaatneutraal Europa in 2050, zoals vastgelegd in de Europese klimaatwet. Het pakket bestaat uit een mix van compleet nieuwe initiatieven en aangescherpte bestaande regels. In sommige sectoren, vooral transport en gebouwen, gaat de verbetering niet snel genoeg, zo is gebleken. Daarom besloten de lidstaten een ETS II in te voeren: een tweede emissiehandelssysteem specifiek voor deze sectoren. Het komt boven op ETS I dat sinds 2005 de energie-intensieve industrie en de elektriciteitssector een koolstofprijs oplegt. Zo wordt de uitstoot beetje bij beetje verder teruggedrongen.
Evenwichtsoefening
Met de invoering van ETS II zullen leveranciers van fossiele brandstof emissierechten moeten aankopen. Omdat zij de kosten doorrekenen aan de eindgebruiker, wordt tanken of je huis verwarmen met fossiele brandstoffen duurder. Dat moet mensen aanzetten sneller te investeren in energiezuinige en koolstofvrije alternatieven.
Hoeveel duurder het precies wordt, staat nog niet vast. ETS II werkt volgens een marktsysteem, waarbij de koolstofprijs schommelt op basis van vraag en aanbod. De Europese Commissie schat de startprijs op ongeveer 45 euro per ton CO₂, wat een gemiddeld gezin zo’n 170 euro per jaar extra zou kosten. Andere prognoses zijn minder rooskleurig: schattingen voor 2030 lopen uiteen van 71 tot 261 euro per ton CO₂. Vooral gezinnen op het platteland dreigen de weerbots te voelen, met verwachte extra kosten tussen 250 en 275 euro per jaar voor de laagste inkomens, plus bijkomende kosten voor transport tussen 50 en 150 euro, afhankelijk van het inkomensniveau.
Bescherming voor de kwetsbaarsten
Hoewel iedereen de gevolgen van ETS II zal merken, zullen kwetsbare groepen het hardst getroffen worden. Denk aan mensen die zich geen elektrische wagen kunnen veroorloven of die in slecht geïsoleerde woningen wonen. Om deze sociale impact te verzachten werd parallel met ETS II het Sociaal Klimaatfonds opgericht. Dat heeft 65 miljard euro beschikbaar voor de periode 2026-2032; lidstaten zelf moeten nog 25% cofinanciering bijdragen. In totaal gaat het voor ons land om 2,2 miljard euro, waarvan 1,6 miljard uit het Sociaal Klimaatfonds komt en de rest uit cofinanciering. Lidstaten kunnen deze middelen gebruiken om kwetsbare huishoudens, micro-ondernemingen en vervoersgebruikers te ondersteunen, die specifiek te maken hebben met energie- en vervoersarmoede.
Elke lidstaat heeft tot eind juni de tijd om bij de Europese Commissie een nationaal sociaal klimaatplan in te dienen. Daarin staat niet alleen hoe het geld uit het Sociaal Klimaatfonds zal worden besteed, maar ook wie het beheert, hoe alles wordt opgevolgd en hoe stakeholders erbij betrokken zijn.
Elke lidstaat heeft tot eind juni de tijd om bij de Europese Commissie een nationaal sociaal klimaatplan in te dienen. Daarin staat niet alleen hoe het geld uit het Sociaal Klimaatfonds zal worden besteed, maar ook wie het beheert, hoe alles wordt opgevolgd en hoe stakeholders erbij betrokken zijn. Ook België moet een nationaal plan indienen, de gewesten zullen dus overeen moeten komen over de verdeling van de middelen en de integratie van maatregelen. Het geld kan worden gebruikt voor structurele investeringen zoals energiezuinige renovaties, duurzame verwarming en betaalbare mobiliteit. Maximaal 37,5% van het fonds kan ook besteed worden aan tijdelijke inkomenssteun, als directe hulp voor de meest kwetsbaren.
Van werkgroep tot actie
Om het Belgische sociale klimaatplan op te stellen richtte de nationale klimaatcommissie een interfederale werkgroep op. Vier instanties werden aangesteld als bevoegde autoriteiten: de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, l’Agence Wallonie de l’Air et du Climat, Brussel Leefmilieu en het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) dat de coördinatie op zich neemt.
België vroeg via het Flagship Technical Support Instrument (TSI) van de Europese Commissie onder andere steun voor het afbakenen van de doelgroepen in energie- en transportarmoede. TSI is een adviesdienst die in het kader van het Sociaal Klimaatfonds aan de lidstaten ter beschikking wordt gesteld, tegen betaling.
Voor het Vlaamse luik zette VEKA in juni vorig jaar een projectgroep op met Wonen in Vlaanderen, Departement Mobiliteit en de VVSG. Elke partij verzamelde eerst maatregelen bij haar achterban, wat resulteerde in een longlist. Vervolgens brachten ze deze lijst van maatregelen met behulp van een multi-criteria-analyse, ondersteund via het TSI, terug tot een shortlist. In november werd dan nog een stakeholderevent georganiseerd, waar verschillende werkgroepen samen de voorgestelde maatregelen bespraken.
Lokale besturen en het Sociaal Klimaatfonds
Het Sociaal Klimaatfonds zal Vlaanderen aanzienlijke middelen opleveren om kwetsbare groepen te ondersteunen bij de gevolgen van ETS II. Lokale besturen hebben hier een essentiële opdracht, onder andere via OCMW’s, energiehuizen en initiatieven tegen energiearmoede. Het is mogelijk dat de middelen, zowel direct als indirect, via lokale besturen ingezet zullen worden. Zo kunnen de energiehuizen een belangrijke bijdrage leveren in het adviseren en ondersteunen van kwetsbare huishoudens bij renovaties, dankzij bijvoorbeeld financiële en capaciteitsgewijze versterking via het fonds.
De VVSG raadpleegde lokale besturen en stelde daarna enkele kernprincipes voor het Sociaal Klimaatfonds op, die werden goedgekeurd als officieel standpunt. Om te beginnen moet duidelijk zijn dat het Sociaal Klimaatfonds niet dient om tekortkomingen in het reguliere beleid weg te werken. Als basisvoorwaarde geldt woningkwaliteit. De nadruk moet liggen op maatregelen die hun nut bewezen hebben, en structurele financiering heeft veruit de voorkeur boven projectoproepen. Versnippering moet vermeden worden, en tot slot: er mag geen extra financiële druk op de lokale besturen terechtkomen.
Waar staan we?
De verschillende regeringen in België zijn momenteel potentiële maatregelen aan het uitwerken. Tegelijkertijd is er in de interfederale werkgroep overleg om de verschillende onderdelen samen te voegen tot een coherent geheel dat bij de Commissie als een nationaal sociaal klimaatplan ingediend kan worden. Toch blijven er nog vragen onbeantwoord. De verdeling van het budget is daarvan zeker de meest prangende. Elk gewest zal een aandeel krijgen, maar de omvang ervan en de manier waarop de beslissing hierover zal worden genomen, blijft voorlopig onduidelijk. Ook het beheer van het Sociaal Klimaatfonds roept nog vragen op. Er zal een autoriteit worden aangesteld die verantwoordelijk is voor de technische bijstand en administratieve opvolging van het fonds, maar wie dat wordt ligt nog niet vast.
De VVSG blijft zich inzetten voor de actieve betrokkenheid en waardering van lokale besturen in dit proces. Ze blijft pleiten voor een eerlijke verdeling van middelen, de nodige capaciteit en ondersteuning, zodat lokale besturen ook daadwerkelijk hun essentiële taak kunnen vervullen in de strijd tegen energie- en vervoersarmoede. –
- Informatie over de Europese emissiehandelssystemen: klimaat.be/klimaatbeleid/europees/emissiehandel-ets (opent nieuw venster)
- VVSG-standpunt over Sociaal Klimaatfonds via vvsg.be/vvsg-standpunten
Lokale besturen zetten zich volop in voor een sociaal klimaatbeleid en nemen allerlei mooie initiatieven. In de praktijkendatabank van de VVSG vind je inspirerende voorbeelden, en Netwerk Klimaat bundelde recent enkele sterke praktijkverhalen in een inspiratiebrochure. Die is zowel digitaal als op papier beschikbaar. Dit bewijst hoe onmisbaar lokale besturen in deze kwestie zijn en waarom het logisch is dat ze ook een plek krijgen binnen het Sociaal Klimaatfonds.
Auteur
-
AnnaDe BoeckStafmedewerker klimaat en energie
Heb je een vraag over de inhoud van dit artikel?
Contacteer onsUp to date blijven?
Blijf op de hoogte van het belangrijkste nieuws voor en door lokale besturen. Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
InschrijvenNieuws
-
Magazine Lokaal
Praat met armoedeverenigingen
Energie en klimaatArmoede -
Magazine Lokaal
Waar blijven de doortastende klimaatadaptatiemaatregelen?
Energie en klimaat -
Nieuws
Ontdek de VVSG-praktijkendatabank: een schatkist aan lokale oplossingen
CommunicatieBestuur en burgerEnergie en klimaatDiversiteit en gelijke kansenVrije tijdKinderen en gezinnenZorg en gezondheidLokaal sociaal beleid