Door de beslissing om geen middelen vrij te maken voor de realisatie en renovatie van woonwagenterreinen verplaatst de Vlaamse overheid de volledige verantwoordelijkheid en financiering naar het lokale bestuur. Het is niet evident om als lokaal bestuur die kosten volledig op zich te nemen, laat staan te zorgen voor een uitbreiding van het aantal standplaatsen of een nieuw terrein te realiseren. Bovendien gaat het om een erg specifieke doelgroep waar algemeen weinig animo voor is.Deze beslissing brengt een aantal steden en gemeenten die plannen hadden om het lokale residentieel woonwagenterrein te renoveren in de problemen.Bovendien is er geen enkele vorm van overgangsmaatregel genomen.
De VVSG vraagt om minstens een ruimere realistische overgangsfase te voorzien zodat gemeenten wel nog een dossier kunnen indienen. Daarnaast is het nodig dat de Vlaams overheid op langere termijn blijft voorzien in financiële ondersteuning van woonwagenterreinen, zowel voor realisatie, inrichting, uitbreiding en renovatie. Voldoende woonwagenterreinen voorzien is geen loutere lokale nood en bevoegdheid. De decretale basis, de codex wonen, is er nog altijd.