Auteur:

Gepubliceerd op: 17-03-2022

Een sterk en slim beleid start met kennis van de problematiek. Dat geldt uiteraard ook voor de aanpak van dak- en thuisloosheid. In Zuid-West-Vlaanderen en eerstelijnszone Bravio werd daarom op initiatief van de lokale besturen, en in samenwerking met vele partners op het terrein,   eind vorig jaar een wetenschappelijk onderbouwde dak- en thuislozentelling uitgevoerd door onderzoeksteams (UCLouvain CIRTES en LUCAS KU Leuven) met ondersteuning van de Koning Boudewijnstichting.

Meer dak- en thuislozen dan ingeschat

In Zuid-West-Vlaanderen werden 1313 en in de eerstelijnszone BraVio rond Vilvoorde 229 dak- en thuislozen geteld. Deze cijfers zijn hoger dan eerst geschat. Respectievelijk 479 (ZWV) en 51 daarvan zijn kinderen.  

Niet alleen de straatslapers

Belangrijk is dat een telling van dak- en thuislozen niet enkel die mensen die effectief op straat slapen telt. Dak- en thuisloosheid omvat veel meer situaties. De onderzoekers maken gebruik van de ETHOS light typologie als instrument. Als dak- en thuislozen worden dan ook mensen die wonen in een caravan, een kraakpand,  bij familie of vrienden bij gebrek aan huisvesting meegeteld. Evenals ook de mensen die verblijven in noodopvang, in opvangcentra voor dak- en thuislozen, ….

De telling leert dat in Zuid-West-Vlaanderen 16 volwassenen en 1 kind en in de eerstelijnszone BraVio 10 volwassenen effectief op straat slapen. Veel meer overnachten in garages, kraakpanden, en andere gebouwen die eigenlijk niet geschikt zijn om degelijk in te wonen:62 volwassenen en 16 kinderen in Zuid West Vlaanderen en 37 volwassenen en 4 kinderen in de eerstelijnszone Bravio.

De dak- en thuislozen telling leert dus, nogmaals, dat zogenaamde ‘verborgen dakloosheid’ een reëel fenomeen is. De ‘zichtbare’ dak- en thuisloze personen, zijn slechts het topje van de ijsberg.

Profiel van de daklozen?

Opvallend is dat zowat 30 tot 35% van de getelde personen vrouwen zijn. Dit grote (en groeiende aandeel) was ook het Housing First Lab al opgevallen. Hun projectoproep van september 2021  besteedde dan ook speciale aandacht aan de specifieke kwetsbaarheden van vrouwelijke dakloosheid.

Liefst 26% van de getelde dak- en thuislozen zijn kinderen. Ook jongvolwassenen zijn vertegenwoordigd (ongeveer 20%), net als mensen met een migratieachtergrond (tussen 20 en 40%). Zowat een kwart van de dak- en thuislozen heeft een instellingsverleden. Slechts een minderheid van de dak- en thuislozen zou geen gezondheidsproblemen hebben.

De concrete informatie over de telling in Zuid-West-Vlaanderen en eerstelijnszone Bravio is terug te vinden op de website van de Koning Boudewijnstichting.

Telling als opstap naar beleid

De dak- en thuislozen tellingen bieden nuttige en interessante informatie voor het lokale en bovenlokale beleid. Dat bewijzen onder andere Gent, Leuven en Limburg, waar de voorbije jaren een dak- en thuislozentelling werd georganiseerd. Dat onderzoek leverde verrijkende inzichten op voor het beleid, en bood hen brandstof om onderbouwde plannen van aanpak op te maken.

Naar aanleiding van een oproep van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) hebben verschillende steden en gemeenten aangegeven dat ook zij een dak- en thuislozentelling willen organiseren. In het najaar zal het onderzoeksteam dan ook aan de slag gaan in zeven andere Vlaamse regio’s. Lokale besturen willen duidelijk, samen met hun partners op het terrein dak- en thuisloosheid aanpakken. Eén van de beste oplossingen voor dak- en thuisloosheid is een voldoende groot betaalbaar en sociaal woonaanbod. De VVSG vraagt dan ook dat:

  • De huursubsidie en -huurpremie voor wie op de private huurmarkt uitgebreid wordt.
  • Drempels voor de financiering en procedures van sociale woningbouw weggewerkt worden, zodat sneller meer sociale woningen kunnen gebouwd worden
  • Woonmaatschappijen voldoende ondersteuning krijgen om naast het bouwen en renoveren van meer betaalbare en kwaliteitsvolle sociale woningen ook verder sterk unnen inzetten op het inhuren van private woningen om ze sociaal te verhuren en een sterke begeleiding te voorzien.
  • Het mogelijk wordt dat bij grotere nieuwbouwprojecten de bouw van een mix aan private en sociale woningen kan worden afgedwongen door de overheid.
  • Nieuwe innovatieve vormen van wonen die betaalbaarheid en woonzekerheid vooropstellen ondersteund worden.

Meer informatie over dak- en thuislozen op VVSG:

 

Joris Deleenheer