Gepubliceerd op: 01-06-2022

De klimaatdoelstellingen voor het publieke of gemeentelijke patrimonium gerealiseerd krijgen is een hele uitdaging. De Vlaamse regering wil de doelstellingen uit het Lokaal Energie- en Klimaatpact nog aanscherpen: naar een primaire energiebesparing van 3%/jaar en 55% CO2-reductie tegen 2030. Bovendien is er een verstrengingspad op komst rond EPC-normen voor grote niet-residentiële gebouwen, waaronder overheidsgebouwen. Die uitdaging kan je als lokaal bestuur meestal niet alleen realiseren. Daarom kan het zinvol zijn om te kijken naar innovatieve aanbestedingsvormen die tijdswinst opleveren en zo de implementatietijd op 8 jaar haalbaar te maken.

Zowel voor nieuwbouw als renovatie zijn er manieren om de private markt in te schakelen om de om de projecten zo kostenefficiënt mogelijk uit te voeren:

  • (diepgaande) OEPC-contracten: bij deze Onderhouds- en EnergiePrestatieContracten garandeert een energiedienstenbedrijf een energiebesparing voor een bepaald gebouw of gebouwencluster en realiseert daar de nodige investeringen voor.
  • DB(F)M-E concept: het gekende Design – Build – (Finance) – Maintain wordt in dit concept aangevuld met de Energiekost van het gerealiseerde gebouw.

Op 27 april nam minister Somers samen met een aantal organisaties het initiatief om een nieuw type van innovatieve aanbestedingen in de aandacht te brengen: ‘klimaatprestatiecontracten’. Hierbij is de klimaatdoelstelling ‘-55% CO2 tegen ten laatste 2030’ opgenomen als een minimale resultaatverbintenis voor een cluster aan gebouwen. Het lokaal bestuur bepaalt welke openbare gebouwen in aanmerking komen voor renovatie Private bedrijven (ESCO’s, of energiedienstenbedrijven) selecteren zelf welke set aan maatregelen het meest kostenefficiënt is om het doel te bereiken/overtreffen.

Met deze ronde tafel werd door alle aanwezigen het startschot gegeven om deze ambitieuze vorm van energieprestatiecontracten voor te bereiden, zowel aan de kant van lokale besturen en hun patrimonium, de ontzorgers die OEPC facilitatie trajecten en de marktbevraging in goede banen leiden alsook de ESCO markt zelf.  

Concreet wordt dit vertaald in 3 actielijnen die de komende maanden met de betrokken stakeholders worden opgenomen :

  • Actielijn communicatie – sensibilisatie (VEB – BELESCO – VVSG) : hoe een“sexy communicatie” vertaalslag maken op basis van de leerlessen uit OEPC (facilitatie) trajecten.  Met behapbare en verstaanbare argumenten waarin de meerwaarde(n) voor het lokale bestuur ook de interne / externe stakeholders kan enthousiasmeren rond Energie Efficiëntie en diepgaande renovatie.
  • Actielijn voorbereiding lokale besturen (VEB – Fluvius – VVSG) : voorbereidingsfase verlichten door correcte inventarisatie van patrimonium en energiedata.  Dit levert lagere transactiekosten op doorheen OEPC (Facilitatie) en aanbestedingstraject (aanbodzijde) en reduceert onzekerheden en bijbehorende risico inschatting door indieners. Actie op KT : vraag alvast via je lokale relatiebeheerder van Fluvius op om de digitale meter – sneller- te installeren in gebouwen die in aanmerking zouden kunnen komen voor een diepgaande energieprestatiecontract. 
  • Actielijn optimalisatie OEPC traject (VEB – VCB - BELESCO - VVSG) : volume verhogen door  het verlichten van de procedure en verminderen van de complexiteit: vanuit “OEPC 1.0” naar “OEPC2.0” (ambitieuze OEPC contracten in lijn met klimaatdoelstellingen).  Waarbij energiebesparing én structurele bouwkundige opwaardering als een pakket wordt aangepakt.   Dit vergt ook (nieuwe) complementaire partnerships en “capacity building”  tussen de huidige HVAC ESCO’s en partners met bouwkundige capaciteit (klein én groot) om de reguliere én additionele publieke investeringsbudgetten optimaal te koppelen aan ambitieuze energiebesparingen in lijn met de klimaatdoelstellingen.

Interesse om deze actielijn(en) van nabij op te volgen?  Geef dan een seintje op kris.moonen@vvsg.be