Auteur:

Gepubliceerd op: 15-09-2022

De VVSG vindt het geen goed idee om lokale besturen noodopvang te laten organiseren wanneer kinderopvangvoorzieningen van baby’s en peuters moeten sluiten.  Hoe wendbaar gemeenten ook zijn, dit is niet haalbaar bij gebrek aan de juiste medewerkers en ruimtes om de allerkleinsten op te vangen. De VVSG wil wel praten over de rol die steden en gemeenten kunnen spelen wanneer een crèche sluit, al vergt dit dan ook weer meer flexibiliteit van de Vlaamse overheid.  

Onmogelijk een opdracht voor lokale besturen

Kind en Gezin zou werken aan een kader voor noodopvang, naar analogie met de richtlijnen die ze opstelde voor de noodopvang die lokale besturen in de coronacrisis hebben georganiseerd voor schoolgaande kinderen. De Vlaamse overheid geeft daarmee aan ouders de hoop dat hun opvangprobleem al snel zal opgelost zijn, want: de lokale besturen zijn wendbaar en ze zullen het wel weer aanpakken. Dat is dit keer niet het geval, het is geen haalbare opdracht voor de lokale besturen. Waar zouden lokale besturen de nodige en competente medewerkers vinden om baby’s en peuters veilig en kwaliteitsvol op te vangen? Waar zouden ze locaties vinden die op korte termijn geschikt zijn om de opvang in te organiseren? Waar zouden de vele lokale besturen die vandaag zelf geen organisator zijn van kinderopvang de kennis en inzichten verwerven om dit alles georganiseerd te krijgen? Lokale besturen die vandaag zelf kinderopvang organiseren ervaren zelf een acuut tekort aan kinderbegeleiders (ook onthaalouders) en moeten in sommige gevallen de opvanguren of -dagen beperken door personeelstekorten of werken met lange wachtlijsten.  

Lokale besturen willen wel mee zoeken  

VVSG wil wel praten over een eventuele rol voor lokale besturen wanneer een kinderopvangvoorziening vrijwillig sluit of Opgroeien een sluiting oplegt. De tijd die ouders hebben om een nieuwe plaats te vinden is vaak zeer krap. Plaatsen zijn sowieso al schaars; dit brengt ouders in de problemen: niet alle ouders vinden op korte termijn een nieuwe haalbare en betaalbare opvangplaats voor hun kind. Lokale besturen kunnen daar vanuit hun contacten met de aanbieders van kinderopvang  wel een rol spelen: gesubsidieerde plaatsen die verloren gaan door sluiting kunnen door andere organisatoren overgenomen worden en zo blijft minstens het aanbod kinderopvang in een stad of gemeente gegarandeerd. De plaatsen die verloren gaan door sluiting gaan nu terug naar Opgroeien die ze pas bij een volgende uitbreidingsronde terug kan toekennen op basis van een programmatie. Deze plaatsen blijven dan gedurende maanden, soms jaren niet gerealiseerd. Dit terwijl er vandaag een groot tekort en nood is aan bijkomende plaatsen. Een lokaal bestuur kan daar, mits respect voor enkele regels, een gesprek aangaan met de organisatoren op het grondgebied om de plaatsen toch – ook al soms tijdelijk – te blijven realiseren. De VVSG vraagt dat daarvoor de nodige kaders uitgewerkt worden.  

Kinderopvang zit op zijn tandvlees: lees de 9 VVSG-voorstellen 

De VVSG juicht verder het voorstel van minister Crevits toe om het aantal baby’s waarvoor een kinderbegeleider moet zorgen te verlagen. Dit moet de job voor de huidige en toekomstige kinderbegeleiders absoluut aantrekkelijker houden en maken.
In het voorjaar deed VVSG zelf 9 voorstellen om de huidige problemen in de kinderopvang aan te pakken. Over deze voorstellen is al veel overlegd, maar tot nu toe bleef het bij overleg en werd er geen concrete acties uitgevoerd. De VVSG hoopt dat de bevoegde minister snel tot daadkrachtige actie overgaat.  

 

Ann Lobijn