Auteur:

Gepubliceerd op: 18-05-2022

De VVSG is al langer vragende partij naar meer duidelijkheid over de rol van het lokaal bestuur wanneer er slecht functionerende kinderopvangvoorzieningen zijn op het grondgebied. De VVSG vraagt dat het lokaal bestuur sneller geïnformeerd en betrokken wordt. Naast een algemene veiligheidsopdracht, hebben verschillende lokale besturen een verantwoordelijkheid om ouders te helpen in de zoektocht naar kinderopvang in hun rol van organisator lokaal loket. Het, onder het mom van neutraliteit of uit gebrek aan informatie, doorverwijzen van ouders naar slecht functionerende kinderopvang wil elk lokaal bestuur vermijden.

Op 16 maart 2022 installeerde het Vlaams Parlement de “Onderzoekscommissie naar de veiligheid in de kinderopvang”. Aanleiding tot oprichting van deze onderzoekscommissie is het overlijden van een kind in een kinderdagverblijf in Mariakerke en de terugkerende signalen van problemen inzake pedagogische kwaliteit en veiligheid in een beperkt aantal kinderopvanginitiatieven. De onderzoekscommissie gaat op zoek gaan naar duidelijkheid over wat er bij de procedures misloopt. Waarom kinderdagverblijven die vergund zijn door Kind en Gezin, ondanks vastgestelde problemen, toch konden openblijven en waarom signalen onopgemerkt zijn gebleven, zijn vragen waarop de onderzoekscommissie naar antwoorden zal zoeken.

Ook de VVSG kreeg van de Onderzoekscommissie een aantal vragen om te beantwoorden. Vragen die heel specifiek inzoomen op de rol van de burgemeester en het lokaal bestuur. Hoe gaan lokale besturen om met verontrustende signalen en klachten over kinderopvang op hun grondgebied? Hoe bereiken signalen of klachten de lokale besturen? En hoe worden ze doorgegeven aan Opgroeien? De Onderzoekscommissie vraagt ook naar concrete voorstellen een aanbevelingen: welke rol ziet de VVSG weggelegd voor de lokale besturen? Zijn alle lokale besturen voldoende uitgerust om de huidige verplichtingen na te leven?

Situatie vandaag

Bij de beslissing tot sluiting van een kinderopvang van baby’s en peuters (bij schorsing van de vergunning en/of bij opheffing van de vergunning door Opgroeien) wordt de burgemeester door Opgroeien ingelicht. Dit is gekoppeld aan de rol van de burgemeester om toe te zien op de effectieve sluiting van de kinderopvang.

Het Decreet kinderopvang baby en peuter van 20 april 2012 formuleert het als volgt: "Als de uitoefening van de kinderopvang opgeschort moet worden of als een kinderopvanglocatie moet sluiten, licht het agentschap zo spoedig mogelijk de burgemeester van de gemeente van de kinderopvanglocatie daarover in.

De burgemeester gaat na of de opschorting of het sluitingsbevel wordt nageleefd. Als dat niet het geval is, gaat de burgemeester over tot sluiting van de kinderopvanglocatie. Die maatregel wordt op kosten en op risico van de organisator uitgevoerd. De burgemeester informeert het agentschap over zijn vaststellingen."

Lees de VVSG-nota over de handhavingsrol van de burgemeester.

Een burgemeester kan - als bestuurlijke politieoverheid - steeds politiemaatregelen nemen om de openbare veiligheid en gezondheid te verzekeren op basis van zijn algemene bestuurlijke politiebevoegdheden (artikelen 133, lid 2 en 135 §2 Nieuwe Gemeentewet). Maar wanneer er bijzondere regelgeving is (bijv. decreet kinderopvang) dan dient de bijzondere regelgeving te worden toegepast. Wanneer bijv. een decreet kinderopvang bepaalt dat een kinderopvang gesloten kan worden (door bijv. Kind & Gezin) omdat de uitbatingsvoorwaarden niet nageleefd worden, dan dient men bij voorkeur deze regeling toe te passen. Maar stel dat andere actoren in gebreke blijven en de openbare veiligheid en gezondheid in de kinderopvang in gevaar is, dan kan de burgemeester de kinderopvang sluiten op basis van zijn algemene politiebevoegdheid (artikelen 133, lid 2 en 135 §2 Nieuwe Gemeentewet).

Een burgemeester kan daarnaast (als politiemaatregel) zelf een inrichting (ook een kinderopvang) sluiten omdat bijvoorbeeld de brandveiligheid niet gegarandeerd is, en dit tot de vereiste verbouwingen of aanpassingen zijn voltooid. De burgemeester moet de beslissing motiveren op basis van het verslag van de brandweer.

Het betreft een bevoegdheid in het verlengde van Artikel 11 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, zijnde: “De burgemeester kan de voorlopige sluiting bevelen van de inrichting die niet voldoet aan de krachtens deze wet voorgeschreven veiligheidsmaatregelen of wegens het niet afsluiten van de verzekering bedoeld in hoofdstuk II. De heropening van de inrichting wordt slechts toegestaan als de vereiste aanpassingen of verbouwingen uitgevoerd zijn en de verplichting inzake de verzekering bepaald in hoofdstuk II in orde gebracht werden.”

Voorstel VVSG

De Raad van bestuur van VVSG van 18 mei 2022 doet een aantal voorstellen om de rol van het lokaal bestuur in de toekomst te verduidelijken en verbeteren.

De VVSG vraagt daarbij het volgende:

  • openbaarheid van informatie (inspectieverslagen, klachten, handhavingstrajecten)

De VVSG pleit voor het snel en degelijk ontsluiten van informatie over kinderopvangvoorzieningen voor iedereen. Van de zogenaamde actieve openbaarheid van inspectieverslagen en klachten moet op korte termijn werk gemaakt.

Deze actieve openbaarheid stelt ouders en ook lokale besturen in staat zich te informeren over kinderopvangvoorzieningen op hun grondgebied. Eenvoudige zoekfuncties, of zelfs pushberichten aan lokale loketten/lokale besturen over recente en op het grondgebied van de gemeente actieve kinderopvangvoorzieningen inspectieverslagen maken het voor lokale besturen gemakkelijk om op de hoogte te zijn.

  • duidelijkheid van rollen en opdrachten

Voor de VVSG is het duidelijk dat Vlaanderen dé controle- en toezichtsfunctie heeft ten aanzien van de kinderopvang. Zowel Zorginspectie als het Agentschap Opgroeien zijn elk, binnen hun eigen opdrachten, verantwoordelijk voor de controle en het toezicht op de naleving van de vergunnings- en subsidievoorwaarden de kinderopvangvoorzieningen. Opgroeien heeft bovendien de exclusieve verantwoordelijkheid om als uit deze controle en toezicht zou blijken dat de vergunningsvoorwaarden niet worden nageleefd op te treden en maatregelen te nemen.

Noch het lokaal bestuur, noch lokale netwerken als huizen van het kind, lokaal loket of lokaal overleg kinderopvang kunnen een dergelijke controle- of toezichtsrol krijgen.

Daarentegen is het wel de verantwoordelijkheid van elkeen (ouders, medewerkers, buurt, ondersteuners, studenten en stagiairs enz) om wanneer er sprake is van grensoverschrijdend of verontrustend gedrag van volwassenen ten aanzien van kinderen dit - idealiter in samenspraak en in overleg met de organisator - te melden aan Opgroeien.

  • informatie van Opgroeien aan lokaal bestuur/lokaal loket

De VVSG vraagt dat lokale besturen veel sneller geïnformeerd worden dan vandaag over problemen in een kinderopvang. Het gaat hier puur over informatie delen (en dat moet ook duidelijk zijn) zonder enige verwachting/verplichting tot actie van het lokaal bestuur / lokaal loket. Al moet het wel duidelijk zijn dat het lokaal loket deze informatie kan gebruiken/delen ifv basisopdracht (zijnde “gezinnen binnen een redelijke termijn informeren over beschikbare kinderopvangplaatsen en hen zo nodig in contact brengen met de kinderopvanglocaties, met aandacht voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen”).

Als de ernst van de inbreuk dermate is dat deze zou kunnen leiden tot – tijdelijke – sluiting, vraagt de VVSG dat het lokaal bestuur door Opgroeien geïnformeerd wordt bij de start van het handhavingstraject (aanmaning) en dus niet bij het einde van een handhavingstraject (zijnde de sluiting).

Deze infodeling met het lokaal bestuur is belangrijk om het lokaal bestuur de mogelijkheid te geven (maar zonder dat dit een verplichting is):

  • Pro-actief na te denken en te zoeken naar oplossingen voor ouders (realiseren alternatieven)
  • Kinderopvangvoorzieningen te begeleiden en ondersteunen in verbetertraject (vermijden sluiting door wegwerken inbreuken) of in overname (om verlies van plaatsen te vermijden)
  • Om als lokaal loket een verder doorverwijzing naar kwaliteitsvolle kinderopvang te kunnen garanderen en dus verdere doorverwijzingen van ouders naar de specifieke kinderopvangvoorziening (tijdelijk) te voorkomen

Ook in de verdere opvolging van de kinderopvang wenst het lokaal bestuur op de hoogte gehouden te worden om zo zicht te krijgen op de voortgang van het handhavingstraject en de richting die het uitgaat (verbetering en wegwerken inbreuken versus sluiting).

  • informatie van lokaal loket aan Opgroeien

Diverse lokale loketten hebben een laagdrempelige werking en opereren als brugfiguur tussen ouder en kinderopvangvoorziening. Deze werking zorgt er voor dat ouders de lokale loketten ook snel weten te vinden wanneer er problemen zijn in de kinderopvang. Dat kan gaan over problemen betreffende de opvangovereenkomst en financiële afspraken (terugbetalen voorschot, facturatie, respijtdagenregeling enz). Maar soms gaan die klachten van ouders ook over de (pedagogische) werking van de kinderopvang en de samenwerking met de ouders (vb. te weinig kinderbegeleiders op de werkvloer, grensoverschrijdend gedrag tav de kinderen, houding ten aanzien van de ouders enz). Het lokaal loket heeft nu geen formele klachtenrol en moet ouders aanmoedigen om officieel klacht in te dienen of melding te maken van dergelijke zaken bij Opgroeien of de federale consumentenombudsdienst.

De VVSG vraagt dat de signaalfunctie van lokaal loket wel verankerd en geregeld wordt en een duidelijke plaats krijgt in de dossieropbouw rond een kinderopvangvoorziening. Het lijkt ons belangrijk dat er nood is aan een brede instroom van informatie over kinderopvangvoorzieningen en dat Opgroeien de verantwoordelijkheid heeft om al die signalen te bundelen ifv handhaving.

De VVSG heeft het uitdrukkelijk over een signaalfunctie. Het is niet aan het lokaal loket om de klachten of meldingen die ouders formuleren bij het lokaal loket ook te onderzoeken naar waarheid en ernst.

  • plaatsen snel terug beschikbaar maken

De VVSG vraagt dat het procedurebesluit van 9 mei 2014 aangepast wordt zodat gesubsidieerde plaatsen die eventueel verloren gaan als gevolg van een definitieve sluiting van een voorziening in het verlengde van een handhavingsdossier snel inzetbaar zijn en kunnen toegewezen worden binnen het grondgebied van de gemeente.

  • specifieke uitdaging: decreet BOA

Een uitdaging in samenwerking rond handhaving tussen het lokaal bestuur en Opgroeien stelt zich in het bijzonder en in de toekomst in de opvang van schoolkinderen waar Opgroeien verantwoordelijk is voor de toekenning van een label kleuteropvang, maar het lokaal bestuur beslist over de subsidie aan organisatoren en initiatieven. De VVSG bepleit dat de controle van de voorwaarden kleuteropvang met kwaliteitslabel op Vlaams niveau behouden blijft.

Ann Lobijn