Auteur:

Gepubliceerd op: 15-03-2022

Sinds enkele jaren kunnen lokale besturen die voor de pensioenen van hun statutaire medewerkers zijn aangesloten bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds (en dat is het geval voor de meeste besturen) een korting krijgen op de zogenaamde responsabiliseringsbijdrage, een deel van de financiering van de pensioenkosten (meer uitleg). Een voorwaarde is wel dat het bestuur investeert in een aanvullend pensioen voor de contractuele medewerkers, met een bijdrage van ten minste 3% op het loon. In dat geval heeft het bestuur recht op een mogelijke korting die kan oplopen tot de helft van de kosten voor de tweede pijler. Een bestuur dat niet over een (voldoende hoog) aanvullend pensioen voor de contractanten beschikt, riskeert dan weer een toeslag op de responsabiliseringsbijdrage.

Maar zelfs met een voldoende hoge tweede pijler, is de korting niet verworven. Elk jaar opnieuw moet het bestaan van het aanvullende pensioen bij de Federale Pensioendienst worden bevestigd. Omdat veel besturen tot eind 2021 aangesloten waren bij de groepsverzekering Belfius/Ethias en vanaf 1 januari 2022 (met terugwerkende kracht) bij OFP Prolocus, geldt voor hen in 2022 een specifieke regeling. Die ziet er als volgt uit (meer uitleg). Het attest met betrekking tot de groepsverzekering die liep tot eind 2021 moet worden afgeleverd door de verzekeringsmaatschappij. Die bezorgt het aan het bestuur, dat het uiterlijk op 30 april 2022 volledig ingevuld naar de Federale Pensioendienst (FPD) toestuurt via HB4@sfpd.fgov.be.

Daarnaast moeten de betrokken besturen, ook tegen 30 april 2022, een verklaring op eer invullen en aan de FPD (ook via HB4@sfpd.fgov.be) bezorgen met de melding dat ze de nodige stappen zetten om vanaf 2022 te voorzien in een nieuwe aanvullendepensioenregeling. OFP Prolocus zal dat dan tegen het einde van 2022 bevestigen met een specifiek attest.

Het is belangrijk dat besturen deze regeling strikt volgen om hun recht op korting te vrijwaren en een toeslag te voorkomen.

We geven hierbij nog enkele andere aandachtspunten mee.

  • Voor besturen die in 2022 niet van pensioeninstelling veranderen (bv. de aangeslotenen bij het ‘oude’ OFP Provant of de besturen bij het Limburgplan) geldt de vermelde regeling m.b.t. de verklaring op eer uiteraard niet. Zij blijven werken zoals de voorbije jaren.
  • De korting op de responsabiliseringsbijdrage waarvan hoger sprake wordt niet gefinancierd met federale subsidies, maar door een toeslag bij besturen die niet aan de voorwaarden qua tweede pijler voldoen. Steeds minder besturen zijn echter in dat geval. Daardoor droogt de financiering via de toeslagen op en groeit het aantal gegadigden voor de korting. Die dubbele beweging maakt dat de kans op korting de komende jaren kleiner wordt. De bedragen exact voorspellen is echter zeer moeilijk.
  • Bovenstaande regeling heeft niets te maken met de Vlaamse subsidie die 50% van de responsabiliseringsbijdrage bedraagt. Die subsidie is niet gekoppeld aan het al dan niet bestaan van een (voldoende hoge) tweede pensioenpijler.
Jan Leroy