2022Lokaal10_intervWim0.png
Provider image

Zes jaar geleden werd Wim Dries voorzitter van de VVSG. Volgens hem stond de VVSG toen voor vijf grote werven: smart city’s, duurzameontwikkelingsdoelstellingen, financiering van gemeenten, burgerparticipatie en VVSG 3.0. En die zijn volgens hem nog altijd actueel. ‘Maar we moeten nu ook nadenken over de rol van de lokale besturen in 2030.’

Als kersvers voorzitter van de VVSG zag Wim Dries zes jaar geleden vijf grote werven voor de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Nu, zes jaar later, wil Lokaal van hem weten hoe het ondertussen met die werven staat. Zijn de werkzaamheden voldoende gevorderd? En wat staat er nu te gebeuren? Hij wil beginnen met de werf die toen als laatste werd genoemd: de organisatie van de VVSG zelf. ‘Dat was niet de gemakkelijkste werf,’ zegt Wim Dries. ‘Op drie niveaus wilden we dat de organisatie zou veranderen: bestuurlijk, als organisatie zelf en fysiek met eerst de verhuizing naar Huis Madou en dan het thuiswerk. Toen ik begon, leerde de toen nieuwe directeur Mieck Vos de organisatie nog kennen, Mark Suykens ging begin 2017 met pensioen, eind 2019 stopte Mieck en op 1 februari 2020 begon Kris Snijkers, zes weken voor de coronapandemie.’

 

Welke van de drie was voor u de meest urgente transitie?
‘Het bestuurlijke, want ik wilde dat meer gemeenten zich bij de vereniging betrokken zouden voelen. Dat is wat zoeken geweest. Met vallen en opstaan hebben we inmiddels zes bestuurlijke commissies bestaande uit meer dan honderd bestuurders die het personeel van de VVSG mee voeden en vice versa. Het is een moeilijk evenwicht maar de betrokkenheid van de politici is hierdoor groter geworden. Tegelijk kwamen er minder leden in de Raad van Bestuur en in het Dagelijks Bestuur. Dat is beter voor een krachtiger bestuur waarbij de dossiers goed worden voorbereid. Elk van de zes bestuurlijke commissies heeft inhoudelijk sterk werk geleverd. Er zit een dynamiek in. Dus dat is zeker geslaagd.’

 

De VVSG is ondertussen organisatorisch anders geworden.
‘Ook op de gemeenten is er organisatorisch veel afgekomen, denk maar aan de integratie van OCMW en gemeente, de samenwerkingsverbanden, de regiovorming. De VVSG moet dit alles kunnen ondersteunen. De VVSG was een krachtige organisatie met gedreven stafmedewerkers, gespecialiseerd in vakdomeinen, maar de lokale besturen hebben een bredere benadering nodig. Van het lineaire denken zijn we met zijn allen overgegaan naar het transitiedenken waarbij alles aan elkaar hangt, dus ook duurzaamheid aan participatie, alles heeft tentakels met alles. Die werking wilden we breder zien, zowel voor de belangenbehartiging als voor de netwerking.

Dankzij deze transitie maken we de organisatie wendbaarder en kunnen we de lokale besturen breder ondersteunen, wat de bedoeling was. Dit gaat natuurlijk gepaard met wat transitiepijnen. Maar het personeel zet op vraag van de politici deze stappen. De VVSG is als organisatie gegroeid van een 1.0 als VBSG (de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten) naar de huidige VVSG 3.0, met meer dan tweehonderd medewerkers die financieel maar ook op het vlak van IT ondersteund moeten worden. Een organisatie 3.0 worden is niet gemakkelijk. Daarnaast is de financiering nog een uitdaging.’

 

Pakweg vijftien jaar geleden werkte de VVSG voor een derde met eigen inkomsten, een derde met lidgelden en een derde met projectmiddelen. Vooral dat laatste deel is enorm toegenomen. Hoe staat u daar tegenover?
‘Het aandeel van de lidgelden was niet langer houdbaar, de steden en gemeenten konden die jaarlijkse groei niet blijven opbrengen. De projecten hebben nu een groter aandeel, terecht ziet de Vlaamse overheid dat de VVSG vlot kennis kan delen met de besturen die zeer geëngageerd zijn. Dat is het goede werk van de teams van zowel Mark Suykens, Mieck Vos als Kris Snijkers die ieder met hun heel eigen stijl hebben bijgedragen aan de toekomst van de VVSG.’

‘De kosten blijven stijgen. Hoe blijf je als organisatie gezond en wat is de ideale verhouding tussen de inkomsten? De link met de lokale besturen is toch ook een uitdaging, hoe hou je alle 300 gemeenten erbij en hoe bewijzen we dat de VVSG trouwhartig is en het waard is om voor de leden op te komen? Ik geloof dat er nu wel 220 commissies, werkgroepen of samenwerkingsverbanden bestaan waarbij gemeenten worden betrokken. Maar iets wat nodig en zinvol was in 2015, is dat misschien niet meer in 2022 en kan misschien worden opgedoekt? De verbanden kunnen ook meer worden vernieuwd, een bestuur dat in ’15 vooruitliep op het vlak van participatie, doet dat vandaag niet per se nog altijd. Bovendien moeten we altijd nieuwe steden en gemeenten aanspreken.’

 

Naast de financiering van de VVSG wilde u zes jaar geleden ook een werf om de gemeenten beter te financieren?
‘Als voorzitter is dit een van mijn stokpaardjes. De financiering is een bijzonder grote uitdaging voor de lokale besturen, er zit veel druk op. Voor het pensioendossier van de statutairen konden we veel impact hebben op het Vlaamse regeerakkoord van 2019 dat extra middelen reserveerde voor de pensioenen en de open ruimte. Dat was een succes, maar de inflatie is enorm en de opdrachten breiden maar uit. Daar zit veel spanning op bij de lokale besturen. Tegen de volgende beleidsperiode zullen we ons goed moeten voorbereiden, zowel voor het Vlaamse als voor het federale niveau. We hebben een aantal successen behaald, maar we zijn nog niet waar we moeten zijn.’

 

Prolocus is toch uit de startblokken geschoten.
‘Dat we voor de contractuele werknemers nu Prolocus hebben, geeft zeker slagkracht. Het is een van de dossiers waarvan ik trots ben dat we dat hebben kunnen realiseren. We hebben zomaar eventjes, weliswaar op basis van Provant, een van de grotere pensioenfondsen kunnen creëren, goed voor 90.000 medewerkers. Dat is gigantisch. Het is een mooi dossier dat dankzij de netwerkorganisatie is gelukt.’

 

Hop naar de volgende werf. Smart city’s?
‘Vandaag zou ik dat future-proof cities noemen, of gewoon toekomstbestendige steden, inclusieve steden waar iedereen zich thuis voelt, met respect voor de natuurlijke bronnen zoals energie, water en grondgebruik waarbij onder andere technologie gebruikt wordt om dit te verwezenlijken. Je wordt met technologie en data alleen geen slimme stad, wel als je outreachend en inclusief te werk gaat en iedereen mee is, dan zet je stappen vooruit. We zijn er nog niet. Als VVSG moeten we hierin coördinerend optreden. Vlaanderen is actief en stimuleert volop, maar wij moeten hiervoor de juiste schaal vinden, zonder dat het wordt opgelegd, maar wel in een synergie met de federale en Vlaamse overheid.

Je mag niet vergeten dat gemeenten ook veel taken vervullen voor de federale overheid, denk maar aan het registreren van huwelijken en begrafenissen. De integratie van de drie overheden is ontzettend belangrijk. Nu is het landschap nog te versnipperd. Dat Vlaanderen inspanningen levert, betekent niet dat het dit van de lokale besturen moet overnemen. Wij moeten zelf bepalen hoe we werken, dat hoeft Vlaanderen niet te zeggen. Vlaanderen moet ten dienste staan van de technische ontwikkeling, de uitbouw en de uitrol, en ons hierin ondersteunen.’

‘Op dat vlak bestaan er veel samenwerkingsverbanden gaande van Cipal tot Vera of de centrumsteden; als voorzitter van de 300 steden en gemeenten probeer ik hen ook bij de evoluties te betrekken. Ik zet me hier in een spagaat, want Heers is Antwerpen niet. Dat blijft een uitdaging. Centrumsteden hebben meer slagkracht, hoe kun je de frontrunners vooruit laten lopen, zonder dat de anderen op het einde van de dag achterblijven?’

‘Het kennisdelen is op alle werven geslaagd. De kennis wordt beter gedeeld, al ben ik niet zo tevreden over het kennisnetwerk en de digitale afhandeling. De VVSG heeft wel haar taak opgenomen om goede ideeën en praktijken te delen. Digitaal kan het nog beter, maar ook Rome is niet op één dag gebouwd.’

 

Helpen fusies bij de slagkracht van het lokale bestuur?
‘Ook dat is een behoorlijke spagaat voor een voorzitter want de autonomie van het lokale bestuur is bijna heilig voor mij. We moeten afstemmen, standaarden afspreken, maar soms wordt het systeem uitgehold.’

‘Kijk, zelfs Genk is te klein voor de uitdagingen van de toekomst. Daarom zijn wij als centrumstad bereid tot een fusie, want we nemen veel centrumfuncties op ons met een relatief kleine bevolking. Maar ‘it takes two to tango.’

 

Vaak willen de buurgemeenten niet met de centrumstad samengaan, ze kiezen dan nog eerder voor een donutfusie?
‘Fusies tegen een centrumstad, dat kan het doel toch niet zijn. Persoonlijk ben ik voor fusies maar ook voor lokale autonomie. De fusieverklaringen creëren nu een dynamiek, al blijft samenwerking zeer belangrijk. Fusies maken het besturen niet goedkoper, maar ze kunnen de slagkracht wel verhogen, dat heb ik zelf ook gemerkt bij de fusies van de politiezones. Je kunt hierdoor gespecialiseerder of dieper werken.’

‘Gelukkig informeert de VVSG goed, want er komen bij zoveel zaken bij het lokale bestuur specialisaties kijken. Schaalvergroting is niet altijd de oplossing, maar op een aantal aspecten zou Genk zich door een fusie kunnen verbeteren.

 

Op het lijstje van de werven stond zes jaar geleden ook burgerparticipatie. Hoe staat het daarmee?
‘Genk heeft daar enorm op ingezet. We maken burgerbegrotingen van 100.000 euro mogelijk en in de eerste ronde zijn er negentien van goedgekeurd. Nu starten we de tweede ronde. Burgers moeten op een andere manier bij het beleid worden betrokken. Ik zit nu al 27 jaar in de gemeenteraad en ik voel heel goed dat mensen mee willen beslissen, we staan dicht bij de bevolking en je kunt veel van elkaar leren.

‘De VVSG heeft veel samenwerking en kennis in Vlaanderen gebundeld, maar zelf minder baanbrekend gewerkt. Er is wel voldoende aandacht voor en betrokkenheid bij de VVSG-medewerkers. Op dit vlak mogen we nog meer ondersteunend werken en het mag nog meer op de agenda komen. Het is te mooi en te belangrijk. Ik geloof in bottom-up inspraak en in een bestuur dat durft beslissen. Ik ben verkozen om leiderschap te tonen. Dus moet ik begeleiden, ondersteunen en goede voorbeelden delen.’

 

Last but not least, de werf van de duurzameontwikkelingsdoelen. Hoe staat het daarmee?
‘Ook dat is een stokpaardje van mij, net als de andere werven. Ik geloof in het morele kader ervan. We zijn er al sinds 2016 mee bezig en de VVSG heeft ze mee op de kaart gezet. In 2018 hebben zo’n 200 gemeenten het kader van de duurzameontwikkelingsdoelen in hun meerjarenplan gebruikt. Bijna alle 300 gemeenten hebben daarnaast ook het klimaatpact ondertekend, wat er een onderdeel van is. Het pluspunt is het morele kader en het kruispunt van de doelstellingen. Hou dus op met lineair denken, want er zijn zeventien doelstellingen en vijf p’s, werken aan armoede betekent werken aan de man-vrouwverhoudingen, aan de arbeidsmarkt, aan het onderwijs, aan de huisvesting. Je moet dat integraal benaderen. Daarvoor dient dat morele kader. We waren tevoren al goed bezig met de millenniumdoelstellingen, de zeventien zijn een nieuw kader voor deze vijftien jaar. Van 200 gemeenten die in 2018 de SDG’s in hun meerjarenplan hebben gebruikt, moeten we groeien naar 250 gemeenten in 2024. Dat zou immens zijn.’

‘Door de SDG-monitor wordt het kader van de doelstellingen ook goed gewogen en geeft het ook richting.’

 

Ziet u nieuwe werven voor de volgende jaren?
‘Deze vijf werven zijn nog altijd actueel. We zullen nog meer moeten samenwerken. Veel gemeenten zijn met een zoekproces bezig, maar dat wil niet zeggen dat fusies of herindelingen opgelegd moeten worden.’

‘We moeten nadenken over de rol van de lokale besturen in 2030. Neem de huidige energiecrisis. Die is gigantisch. Lokale besturen kunnen de gasprijs niet beïnvloeden, maar we kunnen mensen wel stimuleren in het isoleren, in het delen van energie. In Genk noemen we dat, in navolging van ons participatieproject Iedereen Genkt, Iedereen produceert. In zulke zaken kunnen lokale besturen het verschil maken. Wij kunnen de energietransitie versnellen door minder te doen gebruiken en meer mensen te doen produceren. Deze rol kunnen we als lokale besturen nog verdiepen.’ —

 

Marlies van Bouwel is redacteur Lokaal
Voor Lokaal 10 | 2022