Auteur:

Gepubliceerd op: 06-01-2021

Steden en gemeenten staan er positief tegenover om een rol op te nemen in de vaccinatie. Als we willen dat minstens 70% van de volwassen bevolking zich straks laat inenten tegen het COVID19-virus, dan moeten die  vaccinatiecentra volgens de VVSG zo dicht mogelijk bij de mensen worden opgericht. Kwaliteit en veiligheid zijn belangrijk, net als nabijheid, flexibiliteit en pragmatisme.

Nabijheid als troef

In de fasen 1b en 2 (mogelijk vanaf maart) zullen de lokale besturen een cruciale rol spelen in de vaccinatie van de +65-jarigen en de brede bevolking. De Vlaamse overheid kijkt naar hen voor logistieke en administratieve ondersteuning van de vaccinatiecentra die ze wenst op te richten. De vaccinatie tegen COVID19 is vrijwillig, mensen beslissen dus zelf of ze zich laten inenten. Tegelijk stellen de federale en Vlaamse overheid een vaccinatiegraad van minstens 70% van de volwassen populatie voorop. Om zo veel mensen te bereiken, moet de vaccinatie klantvriendelijk en efficiënt verlopen. Drempels waarover de overheid controle heeft, moet ze vooraf wegwerken. Eén daarvan is de fysieke bereikbaarheid van de vaccinatiecentra. Die moeten vlot en snel bereikbaar zijn, liefst zo dicht mogelijk bij de woonplaats van mensen. Het voornemen van de Vlaamse overheid om 60 (of later misschien 120) vaccinatiecentra verspreid over heel Vlaanderen op te richten, zal heel wat mensen verplichten tot verplaatsingen van 20 kilometer en meer. Nochtans moeten lange afstanden en wachttijden vermeden worden. Een flexibele benadering en maatwerk zijn noodzakelijk, waarbij rekening gehouden kan worden met de eigenheid van een gemeente, bijvoorbeeld op vlak van bevolkingssamenstelling, uitgestrektheid of bevolkingsdichtheid. Een lokale inbedding van de vaccinatiecentra onder coördinatie van de lokale besturen en in samenwerking met de eerstelijnszone, huisartsen, verpleegkundigen, apothekers,… is hiervoor een oplossing, dat is ook van groot belang naar kwetsbare groepen toe.  

Vertrouwen in lokale besturen

De Vlaamse overheid moet vertrouwen hebben in een lokale aanpak en de manier waarop lokale besturen een vaccinatiecentrum kunnen opzetten. Iedere gemeente is anders, en maatwerk laat toe dat men zich aanpast aan de lokale situatie. Dat vergt geen gedetailleerde draaiboeken, wel een aansturing op doelstellingen met ruimte voor flexibiliteit en pragmatisme, weliswaar steeds met naleving van een aantal algemene kwaliteits- en veiligheidsvoorschriften die de Vlaamse overheid voorop stelt.

Rol met impact

De rol die lokale besturen op zich willen nemen heeft impact op het lokale gebeuren. Infrastructuur die men maanden vrijhoudt voor vaccinatie kan immers niet gebruikt worden voor bijvoorbeeld sport, spel of cultuur. Ook lokale verenigingen kunnen er niet terecht en derven inkomsten. Personeel van de gemeente dat wordt ingezet voor de vaccinatiecampagne kan tijdelijk geen andere dienstverlening opnemen. Het is goed dat de Vlaamse overheid hier het engagement nam om de gemeenten hiervoor te vergoeden. Die vergoeding moet helder en resultaat gedreven zijn.  

Versnelling hoger in de woonzorgcentra

In de huidige fase 1a zijn gemeenten met een eigen woonzorgcentrum vandaag al volop bezig met het vaccineren van de bewoners ervan. De ervaring toont aan dat ze in de praktijk sneller zouden kunnen vaccineren dan de planning die door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid wordt voorop gesteld. We blijven voor deze fase het belang van snelheid benadrukken en pleiten ervoor om voldoende vertrouwen te stellen in de lokale besturen om de vaccinatie, samen met de betrokken actoren, te organiseren.

Verder overleg noodzakelijk

De VVSG had de voorbije weken veelvuldig overleg met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Dat overleg zal ook de komende dagen worden verder gezet.  Op 13 januari 2021 organiseert het Agentschap opnieuw een webinar voor burgemeesters met meer concrete info.  

 

Nathalie Debast