Auteur:

Gepubliceerd op: 09-09-2022

Door de toegenomen inflatie en de stijgende energiekosten staat het water de lokale besturen aan de lippen. Lokale besturen hebben de opeenvolgende crisissen met succes aangepakt, dit is de crisis te veel. Ze verwachten maatregelen van de centrale overheden, zo niet zullen ze investeringen en uitgaven moeten uitstellen of lokale belastingen verhogen. Dat zegt de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) die bij de federale en Vlaamse regering aan de alarmbel trekt.
 

Verwachtingen kleuren zwart

Als de meest recente inflatievooruitzichten van het Planbureau voor de periode 2022-2023 uitkomen, zullen de lonen bij de lokale besturen van nu tot eind 2023 nog vijf keer met 2% worden verhoogd, los van de baremieke en andere stijgingen. Daardoor liggen, alleen al door de inflatie, de jaarlijkse loonkosten in 2023 16,6% of ruim 920 miljoen euro hoger dan in 2021. Deze enorme meerkosten komen boven op de extra uitgaven voor energie én de kosten die nodig zullen zijn voor hulpvragen bij het OCMW. De oplopende inflatie zorgt ook voor een stijging van de statutaire pensioenlasten en van de loonkosten van de politie- en hulpverleningszones, die voor een belangrijk deel van hun financiering van de gemeenten afhangen. Daardoor kunnen deze dotaties tegen 2023 ruim 230 miljoen hoger liggen dan in 2021.

‘Deze explosie van de uitgaven kunnen de meeste Vlaamse lokale besturen enkel opvangen als ze ofwel snijden in geplande investeringen en uitgaven ofwel de belastingen optrekken,’ stelt Wim Dries, voorzitter van de VVSG en burgemeester van Genk. Dat de gemeenten door de indexeringen ook extra inkomsten zullen halen uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende personenbelasting, klopt, maar dat effect begint past deels te spelen vanaf 2023. Bovendien is de stijging van de uitgaven een stuk groter dan die van de inkomsten.

De crisis te veel

Steden en gemeenten hebben op geen inspanning gekeken om hun bevolking door de coronacrisis te loodsen of om Oekraïnse vluchtelingen op te vangen, in beide gevallen ook met steun van de centrale overheden. Die steun is ook nu zeer hard nodig. ‘Lokale besturen zijn er altijd geweest voor hun inwoners, en dat willen we zo houden. Ook nu krijgen we veel vragen van verontruste burgers en als eerstelijnsoverheid verwachten ze terecht antwoorden van ons. Maar het is de crisis te veel, andere overheden moeten bijspringen,’ stelt Paul Van Miert, vice-voorzitter van VVSG en burgemeester van Turnhout.
 

Inflatiebestendig maken van het gemeentefonds en uitbreiding sociaal tarief

Steden en gemeenten maken voor zichzelf volop de oefening hoe ze de komende maanden zelf kunnen besparen op energie en tegelijk de transitie naar een fossielvrije maatschappij  kunnen bewerkstelligen. Maar de lokale besturen kunnen dit niet alleen aan. ‘Daarom vraagt de VVSG steun van de centrale overheden’, aldus Dries.
 

De Vlaamse regering kan

  • de groei van het Gemeentefonds optrekken tot het niveau van de inflatie zolang die niet terugzakt onder de huidige groeivoet van 3,5% per jaar;
  • zorgen voor normale indexering van de andere algemene financieringsstromen vanuit de Vlaamse overheid;
     

Ook de federale overheid beschikt over hefbomen die de gemeenten zuurstof kunnen geven:

  • een structurele cofinanciering van de statutaire pensioenlasten van de lokale besturen via het Gesolidariseerd Pensioenfonds; de pensioenuitgaven stijgen volgens vooruitzichten van de Federale Pensioendienst met ruim 5% per jaar tussen vandaag en 2027;
  • een robuuste financieringswet voor de lokale politie met het engagement dat de federale overheid meerkosten waarover ze zelf beslist ook zelf draagt;
  • de uitvoering van het politieke akkoord dat de federale overheid zou instaan voor 50% van de kosten van de hulpverleningszones;
  • de schrapping van de 1% administratiekosten die de gemeenten nog altijd betalen voor de -ondertussen geautomatiseerde- inning van de aanvullende personenbelasting;
  • verdere verlaging van de btw naar 6% voor voorzieningen van lokale besturen;
  • Verdere uitbreiding van het sociaal tarief. Door de eerdere uitbreiding is het klantenbestand bij Fluvius (de ‘gedropte’ klanten) nog niet significant gestegen. De maatregel werkt dus. Omdat ook mensen die een inkomen hebben dat hoger ligt dan de inkomensgrens voor de verhoogde tegemoetkoming in de problemen komen, is een verdere uitbreiding van het sociaal tarief nodig. Dit vormt een buffer tegen grotere ellende die de OCMW’s anders op termijn moeten remediëren. Ook onthaalouders en wie in een woonzorgcentrum of assistentiewoning woont, moeten het krijgen;
  • Verdere ondersteuning van de OCMW’s via de fondsen gas en elektriciteit (wet 2 september 2002);
  • Het ter beschikking stellen van een digitaal instrument voor lokale besturen om de voorschotfactuur accuraat te berekenen als correctie op de voorschotten die energieleveranciers hun klanten voorstellen;
  • Verplichting voor energieleveranciers om hun klanten en de hulpverleners ernstig te nemen door efficiënte callcentra te installeren die snel bereikbaar en behulpzaam zijn. Maatschappelijk werkers moeten een aparte toegang krijgen om in de veelheid van dossiers snel te kunnen handelen;


‘De Vlaamse lokale besturen rekenen erop dat de federale en Vlaamse regering bovenstaande maatregelen mee in rekening neemt wanneer ze de komende dagen en weken beslissingen neemt in de bestrijding van de energiecrisis waarin we ons vandaag bevinden,’ besluit Van Miert.

Nathalie Debast - Persverantwoordelijke VVSG

Nathalie Debast