Auteur:

Gepubliceerd op: 06-12-2023

In het boeiende arrest met nummer 65/2023 heeft het Grondwettelijk Hof helderheid verschaft over de interpretatie van artikel 464, 1° van het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92). Dit artikel, dat gemeenten belet gelijkaardige belastingen op te leggen als de personenbelasting en de vennootschapsbelasting, dient volgens het Hof met de nodige nuance te worden begrepen. Hierbij benadrukte het Hof dat de bepaling een restrictieve interpretatie verdient, omdat zij de fiscale autonomie van de gemeenten, zoals vastgelegd in artikel 170, §4 van de Grondwet, beperkt. Datzelfde grondwetsartikel bepaalt wel dat een wet of decreet de gemeentelijke autonome fiscale bevoegdheid kan inperken, indien dat noodzakelijk is.

In het kader van het WIB 92 wordt gemeenten expliciet verboden om vergelijkbare belastingen te heffen als de personenbelasting en de vennootschapsbelasting, gebaseerd op respectievelijk het belastbaar inkomen en de winst. Het Grondwettelijk Hof heeft echter een interessant standpunt ingenomen, waarbij het oordeelt dat een gemeentelijke belasting op de bruto-ontvangsten van een activiteit of een belastingplichtige wel geoorloofd is. Dit komt doordat de grondslag van deze belastingen wezenlijk verschilt van die van de personenbelasting en de vennootschapsbelasting.

Volgens het Hof is het heffen van belastingen op de bruto-ontvangsten toegestaan, aangezien hoewel deze ontvangsten de basis vormen voor het berekenen van het belastbaar inkomen en de winst, niet elk element dat in aanmerking wordt genomen voor deze berekeningen wordt bedoeld in artikel 464, 1° van het WIB 92. Met andere woorden, het Hof laat ruimte voor gemeenten om belastingen op te leggen, zolang de grondslag van deze belastingen duidelijk verschilt van de definitieve berekeningsbasis van de personenbelasting (het belastbaar inkomen), vennootschapsbelasting (de winsten), rechtspersonenbelasting en belasting van niet-inwoners.

Dit arrest opent nieuwe deuren voor gemeenten om belastingbeleid te voeren, zolang zij de grondslag van hun belastingen zorgvuldig afstemmen op elementen die niet binnen het bereik van de genoemde nationale belastingen vallen.

Ben Gilot